Het vaststellen van de zorgbehoefte – het proces

Prognose

Zonder therapie is polyarteritis nodosa gewoonlijk ernstig en is de prognose in deze gevallen slecht.

De prognose is – met passende therapie – de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. Hoewel de ziekte tot ongeveer 25 jaar geleden doorgaans dodelijk was, bedraagt ​​het overlevingspercentage na vijf jaar momenteel ongeveer 90 procent. De prognose van PAN hangt voornamelijk af van welk orgaan is aangetast. Als de nieren, het hart, het maag-darmkanaal of het zenuwstelsel worden aangetast, is de prognose iets slechter.

Over het algemeen geldt dat hoe eerder PAN wordt gediagnosticeerd en behandeld, hoe beter orgaanschade kan worden voorkomen. In veel gevallen verdwijnen de klachten zelfs geheel.

het voorkomen

Omdat de oorzaken van polyarteritis nodosa niet volledig worden begrepen, is er geen specifieke preventie mogelijk. Vaccinatie tegen hepatitis B kan echter het risico op het ontwikkelen van PAN verminderen.

  • Wettelijk verzekerden: Om de zorgbehoefte vast te stellen, moet de patiënt of een familielid eerst een aanvraag indienen bij het verzekeringsfonds langdurige zorg (gevestigd bij het ziekenfonds). Het verzekeringsfonds voor langdurige zorg geeft vervolgens de Medische Dienst van het Ziekenfonds (MDK) of een andere onafhankelijke deskundige de opdracht om de behoefte aan langdurige zorg van de patiënt vast te stellen.
  • Particulier verzekerden: Een particulier verzekerde patiënt of een familielid moet de aanvraag tot kwalificatie als zorgbehoevende indienen bij de betreffende particuliere verzekeringsmaatschappij. De verzekeringsmaatschappij geeft vervolgens de medische dienst MEDICPROOF de opdracht om de zorgbehoefte vast te stellen.

Afspraak voor de beoordeling

De beoordelaar (verpleegkundig specialist of arts) komt niet onaangekondigd naar de woning of instelling waar de patiënt woont. Voor het onderzoek maakt hij of zij een afspraak met de patiënt of diens naasten of zorgverleners.

Bij deze aanstellingsaankondiging vraagt ​​de assessor de aanvrager tevens om relevante documenten voor het assessment gereed te hebben. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan verslagen van zorgdiensten, zorgdagboeken (*) en vergelijkbare dossiers die door de verzekerde worden bijgehouden, medische dossiers, informatie over de momenteel gebruikte medicijnen, maar ook verslagen en mededelingen van andere uitkeringsinstanties.

Wat wordt beoordeeld?

De beoordelaar beoordeelt de volgende zes levensgebieden (“modules”):

  • Mobiliteit (fysieke behendigheid, bijv. 's morgens opstaan, naar het toilet gaan, traplopen, enz.)
  • cognitieve en communicatieve vaardigheden (bijvoorbeeld oriëntatie op plaats en tijd, begrip van feiten, herkennen van risico's, begrijpen wat andere mensen zeggen)
  • gedrags- en psychische problemen (zoals angst, agressie, weerstand tegen zorg, onrust 's nachts)
  • Zelfzorg (bijvoorbeeld zelfstandig wassen, naar het toilet gaan, aankleden, eten, drinken)
  • Zelfstandig omgaan met en omgaan met ziekte- of therapiegerelateerde eisen en spanningen (zelfstandig medicijnen innemen, zelfstandig naar de dokter gaan, etc.)
  • Organisatie van het dagelijks leven en sociale contacten (onafhankelijke organisatie van de dagelijkse routine, contact leggen met andere mensen, onafhankelijke deelname aan sociale evenementen, enz.).