Decubituszweren: graden, hulpmiddelen en behandeling

Kort overzicht

  • Behandeling: Goede huidverzorging en regelmatige drukverlichting (positionering, hulpmiddelen), bij wonden: vochtige wondverbanden, regelmatige reiniging, bij gevorderde graad eventueel operatie
  • Symptomen: roodheid, waterretentie, later drukzweren met pijn, bij infectie soms ook met koorts, koude rillingen, bedorven geur, later dode zwarte weefselgebieden (necrose), complicaties zoals bloedvergiftiging of botontsteking mogelijk
  • Diagnose: visuele diagnose, vingertest, voorgeschiedenis van risicofactoren, eventueel bloedonderzoek, weefselmonsters (uitstrijkje), bij hogere ernst echografie, röntgenfoto, computertomografie (CT), magnetische resonantie beeldvorming (MRI)
  • Oorzaken: Aanhoudende, ernstige druk die leidt tot een tekort aan aangetast weefsel, geleidelijke vernietiging van huid, weefsel en botten; verschillende risicofactoren zoals langdurig zitten of liggen, gevoelige huidaandoening, vochtigheid, diabetes.
  • Beloop en prognose: preventie is belangrijk, vroege behandeling is elementair, omdat het genezingsproces zelfs bij optimale behandeling langdurig duurt, verhoogd risico op herhaling na succesvol behandelde decubitus, het merendeel van de decubituswonden zijn oppervlakkige wonden en de mortaliteit is verhoogd in ernstige gevallen.

Wat is decubitus?

Een decubitus (decubitus, decubituszweer) is een plaatselijke beschadiging van de huid, het onderliggende weefsel en in extreme gevallen ook van het bot. Het manifesteert zich in de vorm van een permanent open wond van verschillende diepte, vooral op delen van het lichaam dichtbij het bot, zoals de billen, het stuitbeen of de hielen.

Vooral mensen die immobiel of bedlegerig zijn, bijvoorbeeld in het ziekenhuis, worden getroffen. Rolstoelgebruikers hebben ook een verhoogd risico op decubitus, vooral in de bilstreek.

Wat zijn de gradaties van decubitus?

Een decubitus verandert de huid. Afhankelijk van hoe ernstig de veranderingen zijn, maken artsen en verpleegkundigen onderscheid tussen verschillende graden van ernst:

  • Decubitus graad 1: In de beginfase wordt het aangetaste huidgebied rood en scheidt het zich scherp af van de omgeving. De roodheid blijft bestaan, zelfs als de druk wordt verlicht. Het gebied kan verhard en warmer zijn dan de omringende huid. In principe is de huid echter nog intact.
  • Decubitus graad 2: Bij decubitus graad twee hebben zich blaren op de huid gevormd. Soms is de bovenste huidlaag al los. Er ontstaat een open wond, maar deze is nog steeds oppervlakkig.
  • Decubitus graad 3: Bij decubitus graad drie strekt de decubitus zich uit tot de spieren onder de huid. Er wordt een diepe, open zweer gezien. Onder de gezonde huid aan de rand van de decubitus zitten soms ‘pockets’ die uit de zweer steken.

Ernstniveaus één tot en met vier worden in veel specificaties ook als synoniem “fase één tot en met vier” aangetroffen.

Welke hulpmiddelen zijn er bij decubitus?

Hoe eerder decubitus wordt ontdekt, hoe beter ze kunnen worden behandeld. In principe is de therapie verdeeld in twee gebieden: lokale en causale therapie. Lokale therapie is een lokale behandeling van de decubitus met medische middelen, terwijl causale therapie zich richt op het wegnemen van de oorzaken van de decubitus.

Lokale therapie voor decubitus

Lokale therapie heeft tot doel de decubitus te verzorgen en te helpen genezen. Bij een eerstegraads decubitus is het meestal voldoende om het aangetaste huidgebied zorgvuldig te verzorgen en te ontlasten. Dit zijn dezelfde maatregelen die worden gebruikt voor preventie.

Soms worden technische procedures zoals de vacuümafdichtingsmethode of negatieve drukwondtherapie gebruikt als onderdeel van de lokale therapie.

Oorzakelijke therapie voor decubitus

Een succesvolle behandeling van decubitus hangt af van het wegnemen van de oorzaak: de druk. Voor liggende patiënten wordt bijvoorbeeld een speciaal decubitusmatras of bed aanbevolen. Daarnaast is het regelmatig herpositioneren van de patiënt belangrijk. Voor rolstoelgebruikers zijn zitkussens aan te raden.

Er zijn bepaalde hulpmiddelen die de druk op kwetsbare huidgebieden verminderen door deze gelijkmatiger te verdelen. De volgende systemen zijn effectief gebleken:

  • Zachte positioneringssystemen zoals schuimmatrassen, gelpads of luchtkussens verdelen het lichaamsgewicht en daarmee de druk over een groter oppervlak.
  • Microstimulatiesystemen (MiS) stimuleren de kleine bewegingen van de patiënt zelf. Hierdoor wordt de bloedcirculatie in het weefsel gestimuleerd, waardoor decubitus wordt voorkomen of de genezing van bestaande zweren wordt ondersteund.

Het gebruik van schapenvachten, watermatrassen, zitringen, bontpantoffels en absorberende katoenen verbanden als hulpmiddel bij het positioneren van decubitus wordt niet langer aanbevolen.

Er zijn ook beperkingen op zachte beddengoedsystemen, omdat deze bij sommige patiënten leiden tot een vertraagde fijne motoriek. Bovendien zijn wisseldrukmatrassen voor bepaalde patiënten (waaronder pijn- of beroertepatiënten met waarnemingsstoornissen) niet aan te raden. Bovendien kunnen ze door hun luidheid de spierspanning verhogen en de nachtrust van de patiënt verstoren.

Speciale anti-decubitus zitkussens zijn geschikt voor rolstoelgebruikers. Deze verminderen de druk op de billen.

Pijnstillers helpen tegen de pijn die gepaard gaat met decubitus. Bovendien bevorderen speciale bewegingsoefeningen de bloedcirculatie en voorkomen ze dat de patiënt steeds op dezelfde plek ligt.

Causale therapie omvat ook de effectieve behandeling van bijkomende ziekten, inclusief ziekten van psychologische aard. Depressie verhindert bijvoorbeeld soms het succes van de behandeling.

Decubitus: operatie

Decubituswonden van graad één tot drie vereisen doorgaans geen chirurgische behandeling. Voor decubituswonden van graad vier is de situatie echter anders: hier is bijna altijd een chirurgische ingreep noodzakelijk. In dit geval verwijdert de chirurg de decubitus tijdens een operatie. Soms is het ook nodig om een ​​deel van het bot te verwijderen.

Bij zeer grote decubituswonden is soms plastische chirurgie noodzakelijk. Vervolgens transplanteert de chirurg huid en zacht weefsel van andere delen van het lichaam op het vernietigde lichaamsdeel.

Hoe herken je een decubitus?

Symptomen van een decubitus zijn over het algemeen huidveranderingen. In het begin verschijnen roodheid en waterretentie (oedeem) op de aangetaste delen van het lichaam, later ontstaat er ernstigere huidbeschadiging. Artsen noemen dit zweren, meestal open en pijnlijke wonden.

Onder bepaalde omstandigheden ontstaat er bij bacteriële kolonisatie een onaangename (vieze) geur. De infectie veroorzaakt symptomen zoals koorts en koude rillingen.

In de latere stadia sterft het weefsel af en is het soms zichtbaar op de wond door donkere of zwarte vlekken. Wat niet zichtbaar is, is wat beschadigd is in het diepere weefsel. In sommige gevallen vormen zich abcessen of fistels en is botontsteking ook mogelijk.

Waar bijzonder gemakkelijk decubitus ontstaat

In rugligging komen decubituswonden het vaakst voor op de billen, boven het stuitbeen en op de hielen. In de laterale positie zijn meestal de glooiende heuvels van de dijen en de enkels aangetast. In zeldzame gevallen ontstaan ​​decubitus op de oren, het achterhoofd, de schouderbladen of de tenen.

Over het algemeen ontstaan ​​decubituswonden minder vaak in de laterale of buikligging. Een uitzondering vormen langdurige operaties in buikligging, waarbij soms decubitus ontstaat op de knieën, het gezicht (voorhoofd en kin), de tenen of het schaambeen.

Decubitus: complicaties

Een decubitus heeft een snelle behandeling nodig, anders verspreidt het zich naar diepere weefsellagen. Het weefsel sterft vervolgens in sommige gevallen af ​​(necrose). Dit maakt chirurgische verwijdering noodzakelijk.

In rugligging komen decubituswonden het vaakst voor op de billen, boven het stuitbeen en op de hielen. In de laterale positie zijn meestal de glooiende heuvels van de dijen en de enkels aangetast. In zeldzame gevallen ontstaan ​​decubitus op de oren, het achterhoofd, de schouderbladen of de tenen.

Over het algemeen ontstaan ​​decubituswonden minder vaak in de laterale of buikligging. Een uitzondering vormen langdurige operaties in buikligging, waarbij soms decubitus ontstaat op de knieën, het gezicht (voorhoofd en kin), de tenen of het schaambeen.

Decubitus: complicaties

Een decubitus heeft een snelle behandeling nodig, anders verspreidt het zich naar diepere weefsellagen. Het weefsel sterft vervolgens in sommige gevallen af ​​(necrose). Dit maakt chirurgische verwijdering noodzakelijk.

De hyperaciditeit van het weefsel zorgt ervoor dat de arteriële bloedvaten verwijden, waardoor de bloedtoevoer naar het weefsel toeneemt. Dit is zichtbaar aan de roodheid van de huid. De verwijde bloedvaten laten vocht en eiwitten vrij in het aangrenzende weefsel, wat resulteert in waterretentie (oedeem) en blaren. De weefselvernietiging neemt steeds meer toe – er is een decubitus ontstaan.

Decubitus: risicofactoren

Verschillende factoren bevorderen de ontwikkeling van decubitus:

  • Langdurig liggen of zitten: Doorligwonden ontstaan ​​vooral bij mensen die langere tijd min of meer bewegingsloos liggen of zitten. Decubitus komt vaak voor bij oudere patiënten die bedlegerig zijn vanwege een acute of chronische ziekte. Ook patiënten in een rolstoel behoren tot de risicogroep.
  • Diabetes: Diabetes beschadigt na verloop van tijd de zenuwen, waardoor mensen met diabetes soms ook geen aanraking, druk en pijn meer waarnemen. Ze registreren een verhoogde druk op huid en weefsel met een overeenkomstige vertraging.
  • Verminderde gevoeligheid voor pijn
  • Laag lichaamsvet
  • Incontinentie: Leidt tot een vochtige huid van bijvoorbeeld de anus of de vagina. De huid wordt zachter, wat decubitus bevordert.
  • Bepaalde medicijnen: bijvoorbeeld pijnstillers
  • Overgewicht: Verhoogt de druk op huid en weefsel tijdens liggen of zitten.
  • Gebrek aan verzorging: langdurig liggen in vochtige en vervuilde incontinentieverbanden of -broekjes verzacht de huid, veroorzaakt irritatie en bevordert zo decubitus.
  • Ondervoeding/ondervoeding: Het droogt de huid uit. Bovendien hebben de getroffenen geen vetophopingen die de druk dempen. Beide factoren maken de weg vrij voor decubitus.
  • Reeds bestaande huidziekten en irritaties

Hoe wordt een decubitus gediagnosticeerd?

Vooral voor mensen die thuis worden verzorgd, maar ook voor hun naasten, is kennis over het risico op decubitus essentieel. Ook hier is een zorgvuldige en regelmatige huidinspectie verplicht.

In ziekenhuizen en verpleeghuizen verzorgt het verplegend personeel deze belangrijke taak. In de regel documenteert het verplegend personeel de toestand van de huid bij opname en daarna met regelmatige tussenpozen. Ze registreren ook de risicofactoren en de individuele risicostatus voor decubitus. Dit dient als basis voor de profylaxe van decubitus.

Vingertest

Als de huid intact is, voert de arts of verpleegkundige meestal de vingertest uit. Hiermee kan een decubitus in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Om dit te doen, drukt de persoon die de patiënt behandelt met zijn of haar vinger op het reeds rode, verdachte deel van de huid van de patiënt. Als de huid direct na het loslaten niet duidelijk bleker is en rood blijft, is de vingertest positief. In zo’n geval is er al sprake van een decubitus stadium één.

Uitstrijkje, bloedonderzoek, röntgenfoto

Als een decubitus al als open wond aanwezig is, beveelt de arts verder onderzoek. Deze kunnen worden gebruikt om de omvang van de decubitus te beoordelen en de noodzakelijke behandeling te starten.

Bovendien neemt de arts een bloedmonster af als er een infectie van de decubitus wordt vermoed. In het laboratorium kunnen ontstekingswaarden worden afgelezen en in sommige gevallen kunnen ziekteverwekkers in het bloed worden gedetecteerd.

Als de decubitus vergevorderd is, worden ook beeldvormende onderzoeksprocedures gebruikt. Om weefselschade te beoordelen, voeren artsen soms een echografie uit. Met röntgenfoto's, computertomografie (CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) kan worden vastgesteld of de decubitus al in het bot is doorgedrongen of dat er fistels (verbindingskanaal naar een hol orgaan) aanwezig zijn.

Hoe kunnen drukzweren worden voorkomen?

Artsen en verplegend personeel beoordelen regelmatig het individuele risico op decubitus van elke patiënt. Hiervoor gebruiken ze documentatieformulieren, bijvoorbeeld de zogenaamde Braden-schaal.

Op basis van de resultaten stellen artsen en verpleegkundigen een individueel actieplan op voor de profylaxe of preventie van decubitus. Deze maatregelen omvatten bijvoorbeeld:

Positionering en mobilisatie

Voor bedlegerige of immobiele patiënten is het belangrijk om de ligpositie regelmatig te veranderen – ook als de patiënt op een anti-decubitusmatras ligt. Zorgverleners gebruiken hiervoor verschillende positioneringstechnieken en hulpmiddelen. Positionering houdt in dat de druk volledig wordt verlicht of dat bijzonder kwetsbare gebieden, zoals de hielen, worden blootgelegd.

Daarnaast speelt de mobilisatie van patiënten met behulp van gerichte bewegingsoefeningen een centrale rol. Afhankelijk van de fysieke mogelijkheden van de patiënt kunnen deze oefeningen door de patiënt zelf worden uitgevoerd of passief met ondersteuning van een fysiotherapeut of verpleegkundige.

Huidverzorging

Daarnaast zijn regelmatige huidmonitoring en zorgvuldige huidverzorging belangrijk. Dit laatste houdt de huid gezond en vermindert zo de kans op decubitus. Met betrekking tot de profylaxe van decubitus betekent een goede huidverzorging het volgende:

  • De huid wassen met zo koel mogelijk water, omdat te warm water de huid uitdroogt.
  • Vermijd zoveel mogelijk wasadditieven of geef de voorkeur aan vloeibare, pH-neutrale stoffen.
  • Gebruik bij een zeer droge en broze huid oliebadadditieven
  • Gebruik verzorgingsproducten zoals crèmes en lotions die zijn aangepast aan het huidtype van de patiënt (bijvoorbeeld water-in-olieproducten voor de normale tot droge huid; olie-in-waterproducten voor de vette huid)

Goed dieet

Hoewel voeding decubitus niet kan voorkomen, kan het wel de kans op het optreden ervan verkleinen.

Andere maatregelen

De volgende maatregelen helpen ook het risico op decubitus te verminderen:

  • Regelmatig wisselen van kleding en beddengoed bij patiënten die zwaar zweten of incontinent zijn. Dit helpt voorkomen dat vocht de huid verzacht.
  • Gebruik van ademend incontinentieondergoed
  • Knopen en naden van nacht- en beddengoed zo plaatsen dat ze niet op de kwetsbare huidplekken drukken
  • Therapie van onderliggende en bijkomende ziekten (diabetes, depressie, enz.)

Er zijn speciale cursussen over decubitusprofylaxe voor mantelzorgers. Hierin leert u hoe u decubitus effectief kunt voorkomen. De inhoud van de cursus omvat informatie over geschikte positionerings- en herpositioneringstechnieken en tips over geschikte hulpmiddelen en verzorgingsmaatregelen.

Wat is het beloop van een decubitus?

Een gevorderde decubitus geneest langzaam, zelfs bij optimale behandeling. Soms duurt het maanden voordat de decubitus volledig verdwenen is. Daarom is het zo belangrijk om aandacht te besteden aan een zorgvuldige profylaxe van decubitus en om snel te reageren in geval van nood.

Maar zelfs nadat een decubitus genezen is, hebben patiënten een verhoogd risico om opnieuw een decubitus op de aangetaste plek te ontwikkelen (herhaling). Om deze reden is het zeer raadzaam om het aangetaste huidgebied bijzonder goed in de gaten te houden en zorgvuldig tegen druk te beschermen. Op deze manier kan worden voorkomen dat er opnieuw een decubitus ontstaat.

Het merendeel van de decubituswonden is echter oppervlakkig en geneest meestal.