De didactische driehoek voor succesvol lesgeven

Wat is een didactische driehoek?

De didactische driehoek legt de relatie tussen de leraar (leraar), de leerling (student) en de leren object (leerstof) begrijpelijk in een diagram. Hiervoor dient een driehoek met drie zijden van gelijke lengte. In de ene hoek wordt de leraar geschreven, in de volgende de leerling en in de laatste hoek de leren materiaal. Deze grafiek vormt een basis voor lesanalyse en geeft een overzicht van de didactiek. De didactische driehoek illustreert dus hoe de lessen zijn gestructureerd en dient zo het wetenschappelijke veld van de pedagogiek.

De didactische driehoek

Wolfgang Klafki, een professor in de pedagogische wetenschappen in Marburg, woonde van 1927 tot 2016 en was een belangrijke didacticus in Duitsland, waar hij les gaf aan voorbeeldontwerpen door docenten. Klafki was bezorgd over het onderwerp en de leerling. Hij besteedde aandacht aan deze relatie in de didactische driehoek.

In het kader van de didactiek ging hij daarom in op de vraag wat de leerinhoud en de leerinhoud voor de student betekenen. De didactische analyse vormt daarmee de kern van lesplanning en voorbereiding. Voor deze analyse stelt Klafki de volgende vragen over de lesinhoud, die als leidraad zouden moeten dienen voor de lesplanning.

  • Het begint met de vraag naar de hedendaagse betekenis van het onderwerp voor de student. De volgende vraag richt zich op de toekomst, waarbij wordt nagegaan welke betekenis het onderwerp zal hebben in het toekomstige leven van de student.
  • Verder komt de vraag naar de opbouw van het onderwerp aan de orde, waarbij de leidende vragen daarbij de overwegingen zijn in hoeverre het onderwerp voorkennis veronderstelt, etc.
  • De volgende vraag gaat over de voorbeeldbetekenis, wat ook het koppelen van dit onderwerp aan andere problemen betekent.
  • De laatste vraag gaat over de toegankelijkheid van het onderwerp voor de studenten. Hoe moet de kennis worden overgebracht zodat deze tastbaar en begrijpelijk wordt voor de student?

Kurt Reusser werd geboren in 1950 en is een opvoeder en hoogleraar onderwijspsychologie aan de Universiteit van Zürich.

Hij houdt zich bezig met didactiek en videogebaseerd onderwijsonderzoek. Op het gebied van didactiek houdt Reusser zich bezig met de vraag hoe didactiek en methodologie onafhankelijke leren en begrip, evenals competentiegerichte didactiek.

  • Welke leerstrategieën zijn er?
  • Welk leertype ben ik?

Hilbert Meyer is een Duitse pedagoog, die zich bezighoudt met didactiek en bekendheid verwierf via leerboeken over didactiek.

Meyer ontwikkelde het idee van competentiegericht of actiegericht onderwijs. In zijn uitwerking beschrijft hij dat competentiegericht lesgeven altijd situatie- en persoonsgerelateerde elementen in moet bevatten evenwicht​ Verder is het voor Meyer erg belangrijk om een evenwicht tussen: De docent werkt deze verschillende balanssystemen uit en zorgt ervoor dat de lessen openstaan ​​voor de leerlingen en dat ze actief kunnen deelnemen.

Bovendien moeten de studenten worden aangemoedigd tot zelfregulerend leren door middel van een gedifferentieerd leerprogramma. De docent heeft de taak om door interdisciplinair te werken in te spelen op de individuele ontwikkelingsmogelijkheden van de student. De kennis van de studenten dient via een netwerk opgebouwd te worden en het voordeel van de kennis dient voor de studenten herkenbaar te zijn in realistische toepassingssituaties.

Daarnaast behoren ook het ontwikkelen van probleemgeoriënteerde taken en het beschouwen van fouten als leervoortgang tot de kwaliteitskenmerken voor competentiegericht en handelingsgericht onderwijs.

  • Structurering en openheid,
  • Gemeenschappelijke en individuele leersequenties
  • Systematische en actiegerichte vormen van leren

Johann Friedrich Herbart (1776-1841) was een Duitse filosoof, psycholoog en pedagoog. Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de didactiek, zodat basiskenmerken van zijn ideeën nog steeds terug te vinden zijn in het onderwijs van vandaag.

Herbart ging ervan uit dat leren niet gaat over het vergaren van kennis, maar over het zinvol combineren van bestaande kennis en het nieuwe leermateriaal. De student moet willen leren en zo een onbevooroordeelde interesse in zijn omgeving ontwikkelen. Om dit te bereiken is de leer van Herbart als volgt gestructureerd.

Zijn stappenconcept werd verder ontwikkeld en herzien door andere opvoeders.

  • Het begint met duidelijkheid. Voor de leerling moeten de nieuwe onderwerpen duidelijk en begrijpelijk zijn. Deze duidelijkheid verwijst naar inhoud, taal en structuur.
  • Dit wordt gevolgd door de fase waarin het nieuwe onderwerp wordt gekoppeld aan reeds bestaande kennis.

    Ook in deze fase worden verbindingen en relaties binnen de nieuwe kennis gelegd. Deze fase wordt ook wel associatie genoemd.

  • Vervolgens worden verbanden gelegd en wordt de stof geclassificeerd in een systeem.
  • Vanaf deze fase ontwikkelt zich de laatste fase. Het oefenen, herhalen en toepassen van de nieuwe kennis.

Klaus Prange werd geboren in 1939 en is een Duitse pedagoog.

Hij hield zich intensief bezig met algemene didactiek en pedagogiek. Prange beschrijft in de didactiek dat de hoofdtaak van de opvoeder het vormen van leerlingen is. De opvoeder vormt de kijk op de wereld van de leerlingen.

De leerling vormt echter ook zichzelf, Prange beschrijft dat educatieve beïnvloedingsprocessen nauwelijks los kunnen worden gezien van onafhankelijke ontwikkeling en onderling afhankelijk zijn. August Hermann Niemeyer leefde van 1754 tot 1828 en was een Duitse theoloog en pedagoog. Hij leidde een seminarie in Halle over de theorie van lesgeven en onderwijs.

Hij schreef ook boeken over de principes van opvoeding en onderwijs voor ouders en leerkrachten. Niemeyer hield zich ook bezig met didactiek, vertaalde Griekse en Romeinse klassiekers op het gebied van pedagogiek en publiceerde teksten over didactiek.