CPAP-ventilatie: redenen, procedure, risico's

Wat is CPAP?

De term “CPAP” is de afkorting voor “continue positieve luchtwegdruk”. Vertaald betekent het “continue positieve luchtwegdruk”. Dit betekent dat een machine een druk in de luchtwegen en longen genereert die continu hoger is dan de omgevingsdruk. De machine neemt echter het ademhalingswerk niet over, maar ondersteunt deze alleen. De patiënt moet daarom nog steeds zelfstandig kunnen ademen.

Normaal gesproken ontstaat er bij het inademen (inspiratie) een negatieve druk in de longen, waardoor er lucht naar binnen stroomt. Wanneer de patiënt uitademt (expiratie), zorgt positieve druk ervoor dat de lucht terug uit de longen wordt gedrukt.

CPAP-apparaten pompen voortdurend lucht in de longen met een lichte druk. Enerzijds voorkomt dit negatieve druk tijdens het inademen; aan de andere kant moet de patiënt tegen verhoogde weerstand uitademen. Ondersteuning met CPAP is invasief, dat wil zeggen via een beademingsslang, of non-invasief met behulp van een CPAP-masker.

Het openhouden van de luchtweg

Wanneer voer je CPAP-beademing uit?

CPAP wordt gebruikt bij zieke mensen die zonder ondersteuning te weinig lucht krijgen omdat de longen beschadigd zijn of de luchtwegen instabiel zijn. Voorwaarde is echter altijd dat de patiënt nog zelfstandig kan ademen.

CPAP op de intensive care

Op intensive care-afdelingen moeten patiënten vaak gedurende langere tijd kunstmatig worden beademd, en er wordt geprobeerd deze duur zo kort mogelijk te houden. Wanneer de patiënt weer zelfstandig moet ademen, kan dit echter niet plotseling gebeuren. Dit komt omdat de ademhalingsspieren verzwakt zijn na langdurige mechanische ventilatie. In plaats daarvan moeten patiënten langzaam van de beademing afkomen. In de geneeskunde wordt dit proces ‘spenen’ genoemd.

CPAP-beademing is een essentieel element bij het afbouwen, omdat het, hoewel het de patiënt helpt ademen, de patiënt niet volledig van het beademingsapparaat afhaalt (zoals voorheen met kunstmatige beademing gebeurde). Naarmate de patiënt vordert, wordt de druk van het CPAP-apparaat geleidelijk verlaagd totdat de patiënt uiteindelijk weer zonder hulp kan ademen.

CPAP voor slaapapneu

Als gevolg hiervan wordt de patiënt vaak meerdere keren per nacht wakker – een goede nachtrust is niet meer mogelijk. Maskers met aangesloten CPAP-apparaten kunnen hierbij helpen, omdat ze voorkomen dat de bovenste luchtwegen inzakken.

Wat doe je met CPAP-beademing?

De meeste CPAP-machines genereren positieve luchtwegdruk met behulp van een nauwsluitend masker. Indien nodig, bijvoorbeeld op een intensive care-afdeling, sluit u hem aan op een beademingsslang. Normaal gesproken ademt de patiënt alleen omgevingslucht in. Indien nodig kunnen de apparaten echter ook zuivere zuurstof bijmengen om de patiënt extra ondersteuning te bieden. Omdat de continue luchtstroom tijdens CPAP-therapie de slijmvliezen zou uitdrogen, bevochtigen de apparaten ook de ingeademde lucht.

CPAP-apparaten voor privégebruik zijn vergelijkbaar met die op een intensive care-afdeling, maar hebben lang niet zoveel functies.

Maskers voor slaapapneu

Eenvoudige neuscanules, zoals die in ziekenhuizen worden gebruikt om zuurstof te leveren bij kortademigheid, zijn niet voldoende voor slaapapneu. Er zijn verschillende maskersystemen beschikbaar:

  • Neusmaskers
  • Mond-neusmaskers
  • Volgelaatsmaskers
  • Neusgatmaskers
  • Ademhalingshelm

Wat zijn de risico’s van CPAP?

Bij correct gebruik is CPAP-beademing een onschadelijke therapie. Er doen zich echter soms problemen voor, vooral thuis, vooral als het masker nog onbekend is. Sommige patiënten die CPAP-therapie ondergaan, klagen bijvoorbeeld over droge neus-, mond- of keelslijmvliezen. Het kan dan nodig zijn om de toegevoerde lucht meer te bevochtigen.

Als het masker tijdens de slaap per ongeluk afglijdt, ondanks dat de banden zijn strakgetrokken, wordt enerzijds niet voldoende ventilatiedruk opgebouwd. Aan de andere kant stroomt de lucht dan vaak langs de ogen. In ongunstige gevallen kan dit leiden tot conjunctivitis.

Als het CPAP-masker erg strak zit, kan het te hard op het weefsel drukken, vooral rond de wangen. Als de patiënt of zorgverlener dit niet op tijd merkt, kunnen decubituswonden ontstaan. In ernstige gevallen kan zelfs een operatie nodig zijn. Dit probleem kan echter worden voorkomen door de banden van het masker niet te strak aan te spannen en ook door regelmatig pauzes in te plannen tijdens de CPAP-therapie – het masker mag nooit permanent worden gedragen!

Waar moet ik op letten tijdens CPAP-therapie?

Als de arts u een masker voorschrijft, is het belangrijk dat u uzelf de tijd geeft om eraan te wennen. Het is volkomen normaal dat de slaap onrustiger en minder rustgevend is dan voorheen als gevolg van dit vreemde lichaam. Maar laat u niet ontmoedigen door deze aanvankelijke moeilijkheden. Binnenkort zult u zich 's ochtends uitgerust en verfrist voelen.

Omdat het aan het begin van de CPAP-therapie nog niet duidelijk is welke luchtwegdruk voor u persoonlijk geschikt is, zal de arts in eerste instantie met een lage druk beginnen. Indien nodig wordt dit verhoogd. Het kan in eerste instantie onaangenaam voor u zijn als u plotseling tegen een hogere druk moet ademen. Maar nogmaals, je zult snel wennen aan de nieuwe setting.

Als u tijdens het gebruik symptomen zoals rood worden van de ogen of droge slijmvliezen opmerkt, moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. Het kan dan nodig zijn om over te schakelen naar een ander CPAP-masker.