Chloorprothixen: effecten, bijwerkingen

Hoe chloorprothixeen werkt

Chloorprothixeen helpt tegen psychotische symptomen zoals hallucinaties en wanen (antipsychotische werking). Het heeft ook een onderdrukkende werking, gaat misselijkheid en braken tegen (anti-emeticum) en vergemakkelijkt het inslapen.

Chloorprothixeen medieert het voornaamste effect door binding aan en blokkering van de koppelingsplaatsen van de endogene neurotransmitter dopamine (dopaminereceptoren).

Dopaminereceptoren bevinden zich ook in de zogenaamde chemoreceptortriggerzone, een onderdeel van het braakcentrum in de hersenen. Hun blokkade door chloorprothixeen voorkomt misselijkheid en braken.

Bovendien blokkeert chloorprothixeen andere receptoren in het lichaam. Dit veroorzaakt andere effecten:

Chloorprothiazine remt ook histaminereceptoren. Histamine speelt onder meer een rol in het slaap-waakritme en bevordert het wakker worden. Bovendien veroorzaakt de neurotransmitter braken door zich te binden aan receptoren in het braakcentrum van de hersenen. Chloorprothixeen remt deze effecten door de receptoren te blokkeren. Het oefent dus een slaapbevorderend en sterk kalmerend en anti-emetisch effect uit.

Adrenaline en noradrenaline binden zich gewoonlijk aan alfa-1-adrenoceptoren. Eén van de gevolgen hiervan is dat de bloedvaten zich vernauwen. Als chloorprothixeen deze receptoren remt, verwijden de bloedvaten zich. Dit kan bijvoorbeeld een lage bloeddruk veroorzaken.

Chloorprothixeen: aanvang en duur van de werking

De werkingsduur is enkele uren. Het duurt acht tot twaalf uur voordat de helft van de werkzame stof het lichaam weer verlaat (de zogenaamde halfwaardetijd).

Wat zijn de bijwerkingen van chloorprothixeen?

Extrapiramidale motorische stoornissen zijn mogelijk, vooral bij hoge doses chloorprothixeen. Bij kinderen zijn lagere doses van het actieve ingrediënt echter meestal voldoende om deze bijwerking te laten optreden.

Patiënten hebben vaak last van bijwerkingen door de onderdrukkende werking van chloorprothixeen: ze voelen zich moe en duizelig, hebben hoofdpijn of reageren langzamer.

Soms komt het ook voor dat patiënten slechter slapen of zenuwachtig zijn.

Chloorprothixeen remt de werking van de neurotransmitter acetylcholine. Mogelijke gevolgen zijn zogenaamde anticholinergische bijwerkingen: de getroffenen hebben bijvoorbeeld een droge mond, wazig zicht of last van constipatie.

Vaak melden patiënten verhoogde eetlust en gewichtstoename tijdens behandeling met chloorprothixeen. Af en toe neemt ook de eetlust van patiënten af ​​en verliezen ze gewicht tijdens de behandeling.

Deze effecten op de vruchtbaarheid verdwijnen nadat de behandeling met chloorprothixeen is gestopt.

In zeldzame gevallen verandert chloorprothixeen de geleiding van impulsen in de hartspier en verlengt het de zogenaamde QT-tijd (een tijdsinterval in het ECG). Dit verhoogt het risico op levensbedreigende hartritmestoornissen. Dit geldt vooral voor patiënten met reeds bestaande hartaandoeningen. Om deze reden voeren artsen gewoonlijk een ECG-onderzoek uit bij hun patiënten voordat ze met de behandeling met chloorprothixeen beginnen.

Voor aanvullende informatie over mogelijke bijwerkingen raadpleegt u de bijsluiter die bij uw geneesmiddel chloorprothixeen is geleverd. Neem contact op met uw arts of apotheker als u andere bijwerkingen opmerkt of vermoedt.

Wanneer wordt chloorprothixeen gebruikt?

Chloorprothixeen is goedgekeurd voor de behandeling van psychomotorische agitatie en agitatie bij patiënten met psychische aandoeningen zoals schizofrenie.

In Zwitserland is chloorprothixeen ook goedgekeurd voor andere ziekten:

  • tegen angst, rusteloosheid en agressiviteit bij patiënten die verslaafd zijn aan alcohol of een ontwenningsbehandeling ondergaan
  • als ondersteunende therapie tegen agitatie of angst bij depressieve syndromen, angststoornissen of fobieën
  • voor de behandeling van ernstige gedragsstoornissen bij aangeboren of vroeg verworven ontwikkelingsstoornissen
  • bij ernstige chronische pijn in combinatie met pijnstillers

Soms krijgen geesteszieke patiënten chloorprothixeen om te slapen als ze aan slapeloosheid lijden. Het gebruik van chloorprothixeen als slaapmiddel is echter geen goedgekeurde indicatie. Het wordt daarom off-label gebruikt.

Hoe chloorprothixeen wordt gebruikt

Artsen bepalen voor elke patiënt afzonderlijk de dosering chloorprothixeen. De ernst van de ziekte en hoe goed de patiënt op het medicijn reageert, spelen een rol.

Chloorprothixeen heeft slechts een zwak antipsychotisch effect. Om deze reden combineren artsen het actieve ingrediënt vaak met andere medicijnen.

Chloprothixeentabletten worden ongekauwd met wat vloeistof ingenomen. In de regel schrijven artsen een totale dagelijkse dosis voor, die in meerdere afzonderlijke doses per dag moet worden ingenomen.

Omdat chloorprothixeen u vaak slaperig maakt, wordt de eerste dosis idealiter 's avonds ingenomen. Om dezelfde reden is het raadzaam om 's avonds een grotere portie van het actieve ingrediënt in te nemen voor hogere totale dagelijkse doses. Dit helpt ernstigere slaperigheid gedurende de dag te voorkomen.

Doseringen van chloorprothixeenpreparaten in Duitsland en Oostenrijk:

Volwassen patiënten nemen 15 tot 100 milligram chloorprothixeen voor milde tot matige agitatie. In ernstige gevallen en bij manische stoornissen krijgen getroffen personen dagelijks 100 tot 400 milligram. Patiënten die dagelijkse doses van meer dan 150 milligram chloorprothixeen krijgen, worden doorgaans in het ziekenhuis opgenomen.

Doseringen van chloorprothixeenpreparaten in Zwitserland:

Patiënten met schizofrenie, manie of andere psychoses nemen in het begin 50 tot 100 milligram chloorprothixeen. De arts verhoogt de dosis geleidelijk totdat de symptomen voldoende zijn verlicht. Meestal is 300 milligram chloorprothixeen voldoende. In ernstige gevallen krijgen patiënten tot 1200 milligram chloorprothixeen.

Zowel alcoholisten als patiënten tijdens de ontwenningsfase krijgen 500 milligram chloorprothixeen per dag, verdeeld over meerdere enkelvoudige doses. Als de ontwenningsverschijnselen verbeteren, verlaagt de arts de dosis. Om het risico op terugval te verkleinen, dienen artsen soms nog een kleinere hoeveelheid chloorprothixeen toe als onderhoudstherapie.

Pijnpatiënten krijgen een geïndividualiseerde dosis chloorprothixeen, bepaald door de arts, in combinatie met pijnstillers.

Lagere doseringen voor specifieke patiëntengroepen.

Kinderen en adolescenten nemen passende lagere doses. Lees meer in de rubriek “Chloorprothixeen bij kinderen”.

Patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie krijgen doorgaans ook een lagere dosis voorgeschreven.

Stopzetting van het medicijn chloorprothixeen

Als u plotseling stopt met het gebruik van chloorprothixeen, kan uw lichaam reageren met ontwenningsverschijnselen:

Patiënten voelen zich vaak misselijk, zweten meer of hebben sensorische stoornissen (bijvoorbeeld een tintelend of gevoelloos gevoel op de huid). Bovendien kunnen patiënten slechter slapen, beven of meer angst hebben.

Het is echter beter om dergelijke symptomen vanaf het begin te vermijden. Dit kan worden bereikt door de therapie ‘uit te faseren’. Dit betekent dat het medicijn niet abrupt wordt stopgezet, maar dat de dosis geleidelijk wordt verlaagd – zoals aanbevolen door de behandelend arts. Op deze manier wordt het lichaam langzaam afgebouwd van chloorprothixeen en worden ontwenningsverschijnselen vermeden.

Verdere belangrijke informatie over chloorprothixeen

Misbruik

Mensen die chloorprothixeen gebruiken, ook al is daar geen medische reden voor, voelen zich vaak moe, slechtgehumeurd of lusteloos. Als het te lang of in hoge doses wordt ingenomen, bestaat er ook een risico op ernstige bijwerkingen die mogelijk niet verdwijnen.

Overdosering

Als patiënten een te hoge dosis chloorprothixeen innemen, zijn ze meestal duizelig, verward of wazig zien. Het hart klopt onregelmatig en het risico op ernstige hartritmestoornissen en zelfs hart- en vaatziekten neemt toe.

Bovendien kan een overdosis chloprothixeen bewegingsstoornissen of tongkrampen veroorzaken (extrapiramidale motorische stoornissen – zie ‘Bijwerkingen’).

Als u een overdosis chloorprothixeen vermoedt, bel dan onmiddellijk een arts voor spoedeisende hulp. Ernstige vergiftiging met het actieve ingrediënt kan hart- en vaatfalen, coma of ademstilstand veroorzaken!

Medische professionals behandelen de getroffen mensen in het ziekenhuis, afhankelijk van de ernst van de overdosis. Zij kunnen actieve kool toedienen. Hierdoor wordt het actieve ingrediënt in het spijsverteringskanaal gebonden, zodat het niet in het bloed terecht kan komen.

Wanneer mag chloorprothixeen niet worden gebruikt?

Medicatie met chloorprothixeen mag onder de volgende omstandigheden niet worden gebruikt:

  • als u overgevoelig bent voor de werkzame stof, andere werkzame stoffen van thioxantheen of andere bestanddelen van het geneesmiddel
  • als u lijdt aan een verminderd bewustzijn, bijvoorbeeld acute intoxicatie door alcohol, opioïde pijnstillers of andere depressieve psychotrope geneesmiddelen
  • in geval van een collaps van de bloedsomloop of een coma-achtige toestand
  • bij stoornissen van de magnesium- of kaliumbalans
  • tijdens dracht en lactatie
  • bij kinderen jonger dan drie jaar
  • bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de QT-tijd verlengen

Bij sommige reeds bestaande aandoeningen overwegen artsen zorgvuldig of ze chloorprothixeen moeten voorschrijven. Deze omvatten bijvoorbeeld:

  • ernstige lever- en nierdisfunctie
  • zeer lage bloeddruk (chloorprothixeen verlaagt de bloeddruk verder)
  • Parkinson
  • Geschiedenis van epilepsie en epileptische aanvallen (chloorprothixeen verlaagt de drempel voor epilepsieaanvallen)
  • Hyperthyreoïdie (patiënten hebben een passende behandeling voor schildklieraandoeningen nodig voordat ze chloorprothixeen gebruiken)
  • vernauwde darmen of urinewegen
  • glaucoma
  • Myasthenia gravis (auto-immuunziekte waarbij de overdracht van zenuwsignalen verstoord is)

Deze geneesmiddelinteracties kunnen optreden met chloorprothixeen

Als u naast chloorprothixeen andere middelen gebruikt die het QT-interval verlengen, neemt de kans op hartritmestoornissen toe. Dergelijke middelen zijn onder meer:

  • Antibiotica uit de macrolidegroep (bijv. erytromycine) of fluorochinolonen (bijv. moxifloxacine).
  • Geneesmiddelen voor de behandeling van hartritmestoornissen (anti-aritmica), zoals amiodaron
  • Geneesmiddelen voor de behandeling van depressie (antidepressiva), zoals citalopram

Een specifiek enzymsysteem in de lever (CYP2D6-systeem) breekt chloorprothixeen af. Sommige geneesmiddelen kunnen de activiteit van dit enzymsysteem en daarmee de afbraak van het antipsychoticum beïnvloeden:

CYP-inductoren verhogen de activiteit van het enzymsysteem en daarmee de afbraak van chloorprothixeen. Het kan zijn dat de dosis dan niet meer voldoende is voor een voldoende effect. CYP-inductoren omvatten de antibiotica doxycycline en rifampicine (gebruikt om tuberculose te behandelen). Sigarettenrook versnelt echter ook het afbrekende enzym.

  • Antihypertensiva versterken het bloeddrukverlagende effect van chloorprothixeen. Getroffen personen zijn duizelig en hebben de neiging te vallen (vooral ouderen en mensen met loopproblemen).
  • Geneesmiddelen tegen de neurotransmitter acetylcholine versterken de anticholinergische bijwerkingen van chloorprothixeen (zoals een droge mond).
  • Dopamine-antagonisten versterken de dopamine-remmende effecten van chloorprothixeen. Dit bevordert extrapiramidale motorische bijwerkingen (zoals bewegingsstoornissen).

Vermijd alcohol tijdens de behandeling met chloorprothixeen!

Als u de werkzame stof met thee of koffie inneemt, kan de werking ervan verminderd zijn. Slik de tabletten daarom idealiter door met een glas water.

Chloorprothixeen kan interageren met anticoagulantia. In dit geval kan de arts de bloedstolling van de patiënt vaker controleren.

Chloorprothixeen bij kinderen: waar moet rekening mee worden gehouden?

Kinderen jonger dan drie jaar mogen geen chloorprothixeen gebruiken.

Bij oudere kinderen is de dosis werkzame stof afhankelijk van het gewicht van het kind. Meestal nemen kinderen van drie jaar en ouder 0.5 tot één milligram chloorprothixeen per kilogram lichaamsgewicht. De totale dagelijkse dosis wordt verdeeld in twee individuele doses.

Chloorprothixeen tijdens zwangerschap en borstvoeding

Als een zwangere patiënte in het eerste trimester van de zwangerschap chloorprothixeen krijgt, kan de arts aanvullend echografisch onderzoek aanbevelen. Zo controleert hij of het ongeboren kind zich normaal ontwikkelt.

Het actieve ingrediënt gaat over in de moedermelk. Volgens deskundigen kan borstvoeding echter onder voorbehoud doorgaan als de moeder chloorprothixeen als enige medicijn gebruikt. Het is belangrijk om het kind goed te observeren om mogelijke bijwerkingen snel te herkennen. Als het kind bijzonder onrustig of duizelig is of erger drinkt, moeten ouders onmiddellijk een kinderarts op de hoogte stellen.

Hoe u medicijnen kunt verkrijgen met chloorprothixeen