Bronchoscopie: redenen, procedure

Wat is een bronchoscopie?

De term bronchoscopie is samengesteld uit de Griekse woorden voor luchtweg/luchtslang (bronchus) en kijken (skopein). In de volksmond wordt het onderzoek ook wel longendoscopie genoemd, hoewel het niet mogelijk is om de hele long te onderzoeken, maar alleen de grotere luchtwegen.

De bronchoscoop is een dunne, flexibele buis of een stijve buis met aan de voorkant een kleine videocamera. Het wordt via de mond of neus in de luchtpijp ingebracht. Om de arts in staat te stellen de structuren daar onbeperkt te bekijken, zijn aan de bronchoscoop ook een lichtbron en vaak een spoel- en afzuigapparaat bevestigd. Bovendien kunnen via een werkkanaal van de bronchoscoop speciale instrumenten zoals een pincet of een schaar in de luchtwegen worden ingebracht, waardoor tijdens het onderzoek kleine chirurgische ingrepen (bijvoorbeeld het nemen van een weefselmonster) kunnen worden uitgevoerd.

Zoals gezegd zijn er twee soorten bronchoscopen. Afhankelijk van welke de arts gebruikt, zijn er twee soorten bronchoscopie:

  • flexibele bronchoscopie: Flexibele bronchoscopie is de meest voorkomende vorm. De flexibele bronchoscoop is een zachte buis met een kleine diameter van 2 tot 6 mm, waardoor de kans op letsel zeer laag is. Voor dit onderzoek is een plaatselijke verdoving meestal voldoende.

Wanneer wordt een bronchoscopie uitgevoerd?

Bronchoscopie wordt gebruikt voor zowel de diagnose als de behandeling van longziekten.

Diagnostische indicaties

  • Longontsteking (ontsteking van de longen)
  • Chronische hoest met onbekende oorzaak
  • Opheldering en bemonstering (biopsie) van goedaardige en kwaadaardige tumoren of andere ademhalingsveranderingen
  • Het afnemen van tissues met behulp van kleine borsteltjes
  • Bloed ophoesten (bloedspuwing)
  • Onduidelijke longveranderingen op de röntgenfoto van de thorax

Therapeutische indicaties

  • Verwijdering van ingeademde vreemde lichamen
  • Aspiratie van dik slijm
  • Longspoeling (bronchoalveolaire lavage, BAL) met zoutoplossing (soms ook gebruikt voor diagnostische doeleinden)
  • hemostase
  • Verbreding van bronchiale vernauwingen met speciale buizen (stents)
  • Inbrengen van stralingselementen (radionucliden) voor lokale radiotherapie bij longkanker

Wat wordt er gedaan tijdens een bronchoscopie?

Vóór het eigenlijke onderzoek zal uw arts u vragen naar uw medische voorgeschiedenis (anamnese) en u informeren over de mogelijke complicaties van een bronchoscopie. Daarnaast wordt er bloedonderzoek gedaan en wordt er een longfunctietest (longfunctietest) uitgevoerd. In sommige gevallen kan ook een röntgenonderzoek of computertomografie van de longen en een ECG nodig zijn.

Omdat de luchtwegen geen pijnvezels hebben, is alleen het inbrengen van de bronchoscoop door de neus of keel onaangenaam en kan hoesten veroorzaken. Bij flexibele bronchoscopie zijn een plaatselijke verdoving en milde sedativa dus voldoende. Bij een rigide bronchoscopie is daarentegen altijd een algemene verdoving nodig.

De arts brengt voorzichtig de bronchoscoop in en inspecteert het slijmvlies op weg naar de bronchiën. De luchtwegen van de longen vertakken zich als een boom vanuit de luchtpijp naar de bronchiën. In de regel onderzoekt de arts de takken tot aan de derde of vierde tak. Waar nodig kunnen nu via het werkkanaal verdere instrumenten worden ingebracht om monsters te nemen en kleine operaties uit te voeren. Na de procedure worden bloedresten en secreties vloeibaar gemaakt met een fysiologische zoutoplossing en weggezogen. Vervolgens verwijdert de arts de bronchoscoop en wordt u naar de verkoeverkamer gebracht voor verdere controle.

Wat zijn de risico’s van een bronchoscopie?

Er zijn nauwelijks risico's verbonden aan bronchoscopie. Het onderzoek is echter niet geheel zonder risico; complicaties komen zelden voor, soms zelfs als het onderzoek zorgvuldig wordt uitgevoerd:

  • Verwondingen aan de luchtwegen door penetratie van de bronchiënwand (perforatie)
  • Bloeden
  • Instorting van één of beide longen (pneumothorax) als gevolg van letsel aan longweefsel
  • Zuurstoftekort (hypoxie)
  • Hartritmestoornissen en lage bloeddruk (hypotensie)
  • Zwelling van het strottenhoofd (larynxoedeem) of verwondingen in het gebied van het strottenhoofd
  • Ontsteking (in de uren en dagen na de procedure)

Waar moet ik op letten na een bronchoscopie?

Na de bronchoscopie blijft u enige tijd onder medisch toezicht. Vanwege de verdoving of verdoving mag u minimaal een uur niets eten, omdat u anders zou kunnen stikken. Bovendien mag u gedurende 24 uur niet autorijden of het openbaar vervoer gebruiken, omdat de nawerkingen uw reactievermogen kunnen beperken. Zorg er daarom voor dat iemand u ophaalt en naar huis brengt.

Uw arts zal de onderzoeksresultaten en eventuele vervolgprocedures met u bespreken. Als er tijdens de bronchoscopie (biopsie) een weefselmonster is afgenomen, ontvangt u doorgaans na twee tot drie dagen de uitslag van het onderzoek.