Wat zijn bloedplaatjes?
Bloedplaatjes zijn kleine, twee tot vier micrometer grote, schijfvormige cellichamen die vrij in het bloed zweven. Ze hebben geen celkern.
Bloedplaatjes leven normaal gesproken vijf tot negen dagen en worden vervolgens weggegooid in de milt, lever en longen. Normale bloedplaatjeswaarden bij pasgeborenen en adolescenten verschillen van die bij volwassenen.
Wanneer bepaal je bloedplaatjes?
Het aantal bloedplaatjes wordt bepaald in de volgende gevallen:
- wanneer een patiënt meer bloedt dan normaal
- als onderdeel van een routinematige bloedtest (klein bloedbeeld)
- voor en na operaties
- bij patiënten met trombose
- @ in gevallen van bekende bloedstollingsstoornissen of vermoedelijke disfunctie van bloedplaatjes (trombocytopathieën)
Aantal bloedplaatjes
Het aantal bloedplaatjes is afhankelijk van de leeftijd. De volgende standaardwaarden zijn van toepassing (per microliter bloed bij volwassenen, per nanoliter bloed bij kinderen en adolescenten):
Leeftijd |
Standaardwaarde voor bloedplaatjes |
Volwassenen |
150.000 – 400.000 /µl |
tot 9 maanden oud |
100 – 250 /nl |
1. tot 6. levensjaar |
150 – 350 /nl |
7. tot 17. levensjaar |
200 – 400 /nl |
Af en toe wordt het aantal bloedplaatjes in het bloed verlaagd. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Ofwel produceert het lichaam te weinig bloedplaatjes, ofwel gaan ze in grotere aantallen verloren. Dit wordt trombocytopenie of trombocytopenie genoemd – lees er hier meer over!
Wanneer zijn er te veel bloedplaatjes in het bloed?
Wat moet u doen als het aantal bloedplaatjes verandert?
Als het aantal bloedplaatjes in het bloed verandert, moet de reden worden gevonden. In de overgrote meerderheid van de gevallen is het een fenomeen dat gepaard gaat met een infectie. Zodra de infectie is verdwenen, keert het aantal bloedplaatjes snel terug naar normaal.