Arachnofobie: definitie, therapie, oorzaken

Wat is arachnofobie?

Arachnofobie of angst voor spinnen behoort tot de zogenaamde specifieke fobieën van het type dierenfobie. In Europa is de ziekte wijdverspreid en komt vooral bij vrouwen voor. Dit kan worden verklaard doordat jongens, in tegenstelling tot meisjes, vaak al vanaf jonge leeftijd hebben geleerd om met spinnen om te gaan of angst en afkeer te onderdrukken.

Spinnenfobici zijn zich ervan bewust dat hun angst voor spinnen overdreven is – vooral omdat geen van de in Duitsland inheemse spinnen echt gevaarlijk is voor de mens. De inheemse spinnen in onze gematigde breedtegraden produceren een gif dat vrij zwak is voor mensen.

De beet van een kruisspin doet dus niet meer pijn dan een muggenbeet. Niettemin worden sommige mensen met arachnofobie geconfronteerd met dodelijke angsten wanneer ze worden geconfronteerd met een spin.

Hoe wordt arachnofobie behandeld?

Veel patiënten komen in het reine met hun angst voor spinnen door contact zoveel mogelijk te vermijden. Deze vermijdingsstrategie heeft meestal nauwelijks invloed op de patiënten in hun dagelijks leven. Daarom zoeken slechts enkelen een behandeling.

Niettemin beperkt arachnofobie de vrijheid van de getroffenen. Sommigen durven de zolder of kelder niet op. De angst om spinnen tegen te komen is op de lange termijn een zware last.

Omdat het een psychische stoornis is, is therapeutische behandeling noodzakelijk. Therapie voor arachnofobie heeft goede kansen op succes. Als de fobie slechts mild is, kunnen een paar uur voldoende zijn om de angst te overwinnen.

Voor mensen met arachnofobie is het bijvoorbeeld in eerste instantie ondenkbaar om een ​​spin in de hand aan te raken of vast te houden. Met de hulp van een therapeut is het mogelijk om deze angst voor spinnen geleidelijk te overwinnen.

Wat zijn de oorzaken?

Waarom sommige mensen arachnofobie ontwikkelen, is nog niet duidelijk begrepen. Een rol kan worden gespeeld door de snelle, schietende bewegingen, het schuilen in de schuilplaats en het plotseling verschijnen, wat onvoorspelbaar en dus bedreigend lijkt voor mensen met arachnofobie.

Bovendien worden spinnen in Europa vooral geassocieerd met een negatieve connotatie. Hun ongewone verschijning met zes ogen en acht harige poten maakt de dieren tot een populair hoofdpersonage in horrorfilms. Dit alleen is echter niet voldoende om de oorsprong van arachnofobie te verklaren.

De angst voor spinnen wordt vaak aangeleerd. Het ontwikkelt zich meestal in de kindertijd. Als de ouders angstig reageren op spinnen, nemen de kinderen het gedrag over.

Onderzoek en diagnose

Degenen die niet zeker weten of ze aan arachnofobie lijden, hebben de mogelijkheid om tests op internet te doen voor een ruwe beoordeling. Voor zelfbeoordeling is er bijvoorbeeld de Spider Phobia Questionnaire (SPF).