Therapie van perifere arteriële occlusieve ziekte (pAVK)

Hoe wordt perifere arteriële occlusieve ziekte behandeld?

De therapie hangt af van het stadium van de perifere arteriële occlusieve aandoening. In de fasen I en II is het doel om de loopafstand te verbeteren en zo het ongemak van de patiënt te verminderen. In stadium III en IV daarentegen is het doel om de aangedane extremiteit (meestal de onderste) te behouden.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen een causale en een symptomatische therapie van perifere arteriële occlusieve ziekte: stadiumspecifieke therapie van pAOD In principe moeten de bestaande risicofactoren worden geëlimineerd als basistherapie. Dit omvat ook opgeven roken, optimaal suikerziekte mellitus behandeling, behandeling van hoge bloeddruk (hypertensie) en behandeling van een stoornis van het lipidenmetabolisme (causale therapie). Voor dit doel een gezond dieet en regelmatige lichaamsbeweging moet worden gegarandeerd.

In stadium I en II van perifere arteriële occlusieve ziekte moet dagelijkse looptraining (ergotherapie) worden uitgevoerd. Het doel is om de bypasscirculatie (onderpand) te versterken en daarmee een voldoende bloed en zuurstoftoevoer naar het weefsel. Om dit te bereiken, moeten patiënten met tussenpozen ongeveer 1 - 1 1⁄2 uur per dag lopen.

Dit betekent stoppen wanneer pijn zich voordoet en voortdurende training wanneer het afneemt. Hiervoor zijn ook wandel- of pAVK-groepen beschikbaar. Tijdens deze training wordt het pijn-vrije loopafstand zou moeten toenemen. Ergotherapie mag niet plaatsvinden als de bloed de toevoer is al zeer ernstig beperkt in stadium II, evenals in stadium III en IV, aangezien er een risico bestaat op een kritisch zuurstoftekort met weefselschade als gevolg van de zware belasting.

  • De causale therapie is bedoeld om de risicofactoren te elimineren en daarmee de basis van de ziekte te verwijderen, dwz de progressie van te voorkomen arteriosclerose.
  • Symptomatische therapie daarentegen heeft tot doel de symptomen te verlichten en de veranderingen die hierdoor worden veroorzaakt te elimineren arteriosclerose.
  • Ergotherapie (looptraining): Fase I-II
  • Medicamenteuze therapie: stadium II-IV
  • Revascularisatie (heropening van vaten): stadium II-IV
  • Infectie en wondbehandeling: stadium IV
  • Amputatie: stadium IV

Omdat veel patiënten ook veranderingen hebben in de kransslagaders (kransslagaders) als onderdeel van kransslagader hart- ziekte (CHD), kunnen complicaties worden voorkomen.