Tepel (vrouwelijk): anatomie en functie

Wat is de tepel?

De tepel (mammilla) komt omhoog in het midden van de ronde, donkergekleurde tepelhof die het midden van de borst vormt. De 12 tot 15 melkkanalen, die onder de tepel en het tepelhof breder worden om melkzakjes te vormen en vervolgens verticaal in de tepel stijgen, openen zich naar buiten in de uitsparingen van de tepelpunt.

Er zijn gladde spiercellen in zowel de tepel als het tepelhof die samentrekken als reactie op mechanische stimulatie (zoals door de mond van het kind): hierdoor gaat de tepel rechtop staan, waardoor deze er min of meer gerimpeld uitziet, afhankelijk van de samentrekking van de spieren. Door deze erectie kan het kind de tepel gemakkelijker vastgrijpen tijdens het zuigen. Als reactie op de mechanische stimulatie van de tepel tijdens het geven van borstvoeding scheidt de hypothalamus in de hersenen de twee hormonen oxytocine en prolactine af:

Oxytocine zorgt ervoor dat de melkkanalen samentrekken, waardoor er melk uit de tepel lekt. Het bevordert ook de samentrekkingen van de baarmoeder, die belangrijk zijn voor de involutie na de bevalling. Prolactine stimuleert de melkproductie.

Tepel vormen

Tepels: kleur-, talg- en geurklieren.

Het tepelhof en de tepel bij meisjes en jonge vrouwen zijn meestal lichtroze tot bruinachtig van kleur. Onder invloed van de zwangerschap worden ze donkerder, omdat de pigmentatie toeneemt.

Het tepelhof is omgeven door cirkelvormig gerangschikte bultjes. Dit zijn kleine talgklieren (Montgomery-klieren) waarvan de afscheiding de huid van het tepelhof hydrateert.

Wat is de functie van de tepel?

De primaire functie van de tepel is om de pasgeborene en het kind te laten zuigen en zo te voeden.

Welke problemen kan de tepel veroorzaken?

Platte of ingetrokken tepels zijn meestal aangeboren en onschadelijk. Ze moeten echter worden onderscheiden van een ziektegerelateerde terugtrekking van de tepel, die meestal slechts aan één kant optreedt. De oorzaak van dit laatste is meestal een tumor.

De tepel kan volledig afwezig zijn (athelie), meestal geassocieerd met de afwezigheid van de gehele borst in kwestie (amastie).

Tepelontsteking (thelitis) kan optreden tijdens de borstvoeding of tijdens het kraambed. Kloven of rhagades van de tepel zijn meestal ook te wijten aan zwangerschap of het kraambed.

Goedaardige en kwaadaardige neoplasmata (gezwellen, tumoren) kunnen zich in het tepelgebied ontwikkelen.

Sommige vrouwen hebben ook een extra ‘hele’ borst langs de melklijn (meestal onder de oksel). Artsen noemen dit polymastia. De overtollige borst (inclusief tepel en tepelhof) kan operatief volledig worden verwijderd.