Onevenwichtige en onvoldoende voedselinname, zoals:
- Gebrek aan eetlust
- Afnemende sensorische eigenschappen zoals proeven en ruiken.
- Verminderde eetlust door veranderingen in het hersenmetabolisme
- Kauwstoornissen als gevolg van een slecht passende prothese of ontsteking in de mond en keel
- Slechte gebitstoestand
- Dysfagie (slikproblemen) als gevolg van verschillende ziekten, zoals apoplexie (beroerte).
- Depressie
- Eenzaamheid
- Beperkte mobiliteit
- Onafhankelijkheid bij het winkelen en / of koken en eten.
- Weinig plezier bij het eten
- Vergeetachtigheid
- Armoede
- Onbekende omgeving bij verhuizing naar een verpleeghuis
- Eenzijdige voedselkeuze
- Afwijzing van het eten
- Minder fysieke activiteit en een lagere energiebehoefte
- Verminderde gezichtsscherpte - beperkt vermogen om te zien.