Oefening voor hartpatiënten

Waarom is sport zo belangrijk voor het hart en de bloedsomloop?

Mensen zijn niet gemaakt om stil te zitten. Regelmatige lichamelijke activiteit optimaliseert de zuurstoftoevoer naar het lichaam, verlaagt de bloeddruk, reguleert de bloedsuikerspiegel en de bloedlipidenniveaus en gaat ontstekingsprocessen in het lichaam tegen. Lichamelijke activiteit helpt ook om stress te verminderen en een gezond lichaamsgewicht te behouden.

Sport als harttherapie

Al deze aspecten zijn vooral belangrijk voor mensen met hart- en vaatziekten. In veel gevallen kan regelmatige lichaamsbeweging de voortgang van de ziekte voorkomen en de prestaties zoveel mogelijk helpen verbeteren of behouden.

Op enkele uitzonderingen na mogen hart- en vaatziektenpatiënten niet alleen sporten – dat zouden ze ook moeten doen! Voor hen is fysieke activiteit een belangrijk onderdeel van de therapie.

Hoe sport het lichaam beïnvloedt

Lichamelijke activiteit daagt en ondersteunt het lichaam op veel verschillende manieren.

Sport als bloeddrukverlagend middel

Hoge bloeddruk belast het hart direct. Het moet dan tegen een grotere weerstand werken om het bloed in de bloedsomloop van het lichaam te dwingen. Alles wat de bloeddruk verlaagt, helpt dus ook het hart.

Lichamelijke activiteit verlaagt op de lange termijn ook de bloeddruk. Regelmatige lichaamsbeweging zorgt voor een stimulans die de bloedvaten aanmoedigt zich aan te passen aan de uitdaging. Ze worden elastischer, meer ontspannen en worden daardoor breder. Hierdoor kan het bloed sneller passeren – de bloeddruk daalt.

Verbeter de hartfunctie

Sport versterkt ook direct het hart. De stressprikkel activeert bijvoorbeeld de mitochondriën in de hartcellen. Dit zijn de energiekrachtcentrales van de cellen. Hoe beter deze kleine krachtpatsers werken, hoe efficiënter het orgel is. De basale stofwisseling van het hart wordt verbeterd en het hart hoeft minder te pompen.

Verminder de bloedlipiden

Lichaamsbeweging verlaagt de bloedlipideniveaus, die anders afzettingen in en op de wanden van bloedvaten vormen. Dit leidt tot arteriosclerose – een belangrijke oorzaak van hartaanvallen en beroertes. Tijdens lichamelijke activiteit circuleren er echter meer HDL-lipoproteïnen in het bloed, die cholesterol terug naar de lever transporteren, waar het wordt afgebroken. Als gevolg hiervan wordt er minder cholesterol op de wanden van de bloedvaten afgezet.

Lagere bloedsuikerspiegel

Het lichaam heeft energie nodig om te kunnen sporten. Dienovereenkomstig verlaagt lichaamsbeweging effectief de bloedsuikerspiegel. Omdat een hoog suikergehalte – net als een hoog lipidengehalte in het bloed – aderverkalking bevordert, heeft lichaamsbeweging in dit opzicht ook een positief effect op de conditie van de bloedvaten.

Stress is vergif voor beschadigde harten. Sport helpt ook om dit tegen te gaan. Elke fysieke activiteit vermindert stresshormonen en verlicht de druk op het hart en de bloedsomloop.

Hoe vaak moet u trainen?

Voor mensen met hart- en vaatziekten gelden in de regel dezelfde richtlijnen als voor gezonde mensen: zij moeten in totaal minimaal 150 minuten per week bewegen.

Indien mogelijk moeten ze de meeste dagen van de week duurtraining doen. Idealiter zou dit aangevuld moeten worden met twee tot drie eenheden krachttraining per week.

Als hartpatiënt is het echter belangrijk om bloeddrukpieken tijdens de training te vermijden. Uit een sportmedisch onderzoek blijkt welke vorm en intensiteit van inspanning mogelijk en gunstig is voor uw hart en bloedsomloop.

Sportmedisch onderzoek door een arts

Een sportmedisch onderzoek biedt hartpatiënten gemoedsrust. Onder gecontroleerde omstandigheden bepaalt de arts de intensiteit waarmee de patiënt kan trainen, zodat hij of zij een trainingseffect heeft zonder zichzelf te overbelasten.

Hoe hoog mag de belasting zijn?

Dit wordt meestal bepaald aan de hand van een inspannings-ECG: de patiënt trapt op een fietsergometer, waardoor de belasting langzaam toeneemt. Tegelijkertijd registreert een ECG de hartreacties van de patiënt.

Hartslagmeter helpt

Met behulp van een hartslagmeter kan hij deze stressgrens later tijdens de training in de gaten houden. Een goede indicatie dat je jezelf niet te veel pusht: je gaat misschien zweten tijdens de training, maar je kunt toch zonder problemen praten met een sportpartner.

Ook als je tijdens het trainen je fysieke grenzen niet overschrijdt: Klachten zoals kortademigheid, duizeligheid, misselijkheid, pijn of ongewoon hevig zweten tijdens het trainen zijn een ernstig alarmsignaal. Stop met trainen en laat u onderzoeken door een cardioloog!

Welke sporten zijn geschikt?

Het is belangrijk dat hartpatiënten zichzelf niet overbelasten tijdens het sporten. Sporten met hoge piekbelastingen zijn daarom niet geschikt.

Duursporten

Bij duursporten is de belasting zeer goed te doseren. Deze omvatten bijvoorbeeld

  • de wieler
  • wandel
  • wandelen
  • jogging
  • roeien
  • zwemmen
  • Langlaufen

Krachttraining

Krachttraining is ook geschikt voor hartpatiënten als aanvulling op duurtraining. Ook hier geldt de regel om overmatige inspanning te vermijden.

Het tillen van zware gewichten kan bijvoorbeeld een plotselinge stijging van de bloeddruk veroorzaken. De focus moet daarom liggen op krachtuithoudingsvermogen – dit betekent trainen met minder gewicht of weerstand, maar de oefeningen vaker herhalen.

Balsporten en contactsporten

Iedereen die bloedverdunnende medicijnen moet nemen, moet ook contactsporten vermijden vanwege het verhoogde risico op bloedingen.

Hartsportgroepen

In een hartsportgroep maken mensen met een hartaandoening onder medisch toezicht kennis met sport. De aanwezigheid van een arts, vooral in het begin, geeft veel patiënten de zekerheid dat ze zichzelf niet in gevaar brengen. De regelmatige ontmoetingen met andere getroffenen kunnen patiënten ook motiveren om regelmatig te bewegen.

Trainingstips voor de belangrijkste hartziekten

Afhankelijk van de hart- en vaatziekten in kwestie moet bij het sporten met verschillende aspecten rekening worden gehouden.

Oefening voor coronaire hartziekten (CHD)

Een matige duurtraining met een hartslag van 60 tot 90 procent is het beste. Begin met korte oefenperioden van ca. 5 minuten en voer de training langzaam op. CHD-patiënten moeten 4 tot 5 keer per week gedurende 30 minuten duurtraining doen. Snelwandelen, fietsen, wandelen of zwemmen zijn geschikte sporten voor CHZ. Meer informatie vindt u in ons artikel Coronaire hartziekten.

Sporten na een hartaanval

Sport voor hartfalen

Voordat met de training wordt begonnen, bepaalt de arts door middel van spiro-ergometrie het maximale inspanningsvermogen van de patiënt. Het trainingsplan wordt vervolgens aangepast aan de behoeften van het individu. Duurtraining, HIT en krachtuithoudingsoefeningen zijn geschikt. Meer informatie vindt u in ons artikel over hartfalen.

Sport voor atriale fibrillatie

Extreme duursporten zijn een risicofactor voor atriumfibrilleren. Dit zijn echter competitiesporten zoals marathons of langlaufen. Voor niet-competitieve atleten kan regelmatige matige duurtraining het risico op terugkerende episoden van atriumfibrilleren verminderen. Als richtlijn geldt 60 tot 120 minuten beweging per week. Geschikte sporten zijn wandelen, joggen, wandelen, wandelen, fietsen of dansen. Sporten zoals zwemmen en klimmen zijn niet geschikt. Meer informatie vindt u in ons artikel over boezemfibrilleren.

Sporten na een bypass-operatie

Patiënten kunnen al 24 tot 48 uur na de bypassoperatie met vroege mobilisatie beginnen. In de eerste paar weken moeten patiënten druk-, trek- en steunbelastingen vermijden. Een zachte duurtraining is echter mogelijk. Verhoog de belasting langzaam, afhankelijk van het individuele welzijn, tot driemaal per week 30 minuten duurtraining. Meer informatie vindt u in ons artikel Bypass.

Sport voor aortaklepstenose

Sporten met een hartklepafwijking

Of en in welke vorm sporten met een hartklepafwijking mogelijk is, hangt altijd af van het type en de ernst van de onderliggende ziekte. Bij een verworven hartklepdefect wordt prestatiediagnostiek uitgevoerd als onderdeel van het cardiologisch onderzoek. Dit vormt de basis voor het sportadvies. Er zijn geen algemene aanbevelingen voor aangeboren hartklepafwijkingen. Meer informatie vindt u in ons artikel Hartklepdefecten.

Sport voor cardiomyopathie

Of en hoeveel beweging mogelijk is bij cardiomyopathie hangt altijd af van de onderliggende ziekte. Aanbevelingen lopen soms sterk uiteen. Overleg met uw cardioloog voordat u gaat sporten. De meeste hartpatiënten hebben baat bij meer beweging in het dagelijks leven: loop vaker, fiets naar het werk of motiveer jezelf met een stappenteller. Meer informatie vindt u in ons artikel over cariomyopathie.

Sporten na een stentoperatie

Hoe lang patiënten het rustig aan moeten doen na een stentoperatie, hangt af van de onderliggende ziekte. De stent zelf beperkt de fysieke activiteit niet. Meer informatie vindt u in ons artikel over stentplaatsing.