Nadelen | Inverse schouderprothese

Nadelen

In de meeste gevallen blijft de zwakte van de rotatiebeweging zoals deze was vóór de operatie. Dit kan mogelijk in de toekomst worden verbeterd door een extra spieroverdracht. Verder is dit implantaat een grote prothese, die na 10 tot 20 jaar verwijderd moet worden als hij losraakt. In dit geval is revisiechirurgie vaak erg kostbaar en is de implantatie van een nieuwe prothese vaak niet meer mogelijk, zodat de functie van de schoudergewricht kan verloren gaan.

Nazorg

De postoperatieve behandeltijd is sterk afhankelijk van het tijdstip van de operatie. Als het vroeg wordt uitgevoerd, worden de spieren en pezen kan worden gespaard als de prothese wordt aangebracht. In sommige gevallen kan de schouder dan al na 1 tot 2 weken langzaam worden geoefend onder fysiotherapeutisch toezicht. Als de operatie te lang wordt gewacht, is de meerderheid van de pezen en spieren moeten vaak ook worden verwijderd. In dit geval is postoperatieve immobilisatie in een Gilchrist-verband gedurende 6 weken niet ongebruikelijk.

Samengevat

De inverse schouderprothese biedt de mogelijkheid om de functie van een schoudergewricht slijtage in combinatie met een functionele ongeschiktheid van de rotator manchet. Door de natuurlijke gewrichtsconstructie om te keren, wordt het rotatiecentrum van de schouder naar beneden en naar binnen verschoven. Als gevolg hiervan is alleen de deltaspier nodig voor beweging, de spieren van de rotator manchet overbodig worden.

Vooral de pijn in de schoudergewricht kan worden verlicht door deze operatie. Evenzo is de voorwaartse mobiliteit van de arm vaak niet beperkt. In veel gevallen zijn rotatiebewegingen echter niet meer mogelijk.

Naast de gebruikelijke complicaties die gepaard gaan met een operatie, kan de prothese losraken of afbreken. Als de prothese na één tot twee decennia weer verwijderd moet worden, is dit vaak een ingrijpende revisie-ingreep en in veel gevallen het volledige functieverlies van het schoudergewricht. Als de therapie vroegtijdig wordt gestart, kan de vervolgbehandeling na één tot twee weken worden gestart. Als het verloop van de operatie gecompliceerd is, is consistente immobilisatie gedurende maximaal 6 weken noodzakelijk.