Inverse schouderprothese

Algemene informatie

De inverse schouderprothese verwijst naar een vorm van schoudergewricht vervanging die niet overeenkomt met de anatomische vorm. Dit type prothese wordt gebruikt wanneer de schouderspieren niet meer functioneel zijn en de schoudergewricht is degeneratief veranderd. De operatie biedt de mogelijkheid van pijn reliëf en herstelt een deel van de functie.

Een groot nadeel is een mogelijke revisieoperatie na enkele jaren, wat kan leiden tot functieverlies van de schoudergewricht. De term "inverse schouderprothese" verwijst naar een prothese die in tegengestelde richting is geconstrueerd aan het normale schoudergewricht. Anatomisch correct, de hoofd van het gewricht zit op de opperarmbeenligt de koker op het acromioclaviculaire gewricht. Met de inverse schouderprothese is de hoofd van het gewricht wordt nu op de plaats van de benige kom geplaatst en de kunstmatige kom zit erop de bovenarm.

Wie heeft er baat bij een inverse schouderprothese?

Een schouderprothese is altijd nodig als de betreffende patiënt lijdt aan een van de volgende ziekten: Een inverse schouderprothese is vooral gunstig als er naast deze aandoeningen ook sprake is van een duidelijke beschadiging van de stabiliserende spieren van het schoudergewricht (rotator manchet).

  • Gevorderde artrose van het schoudergewricht
  • Reumatische ziekte
  • Een gewrichtsinfectie (omartritis)
  • Chronische instabiliteit van het schoudergewricht (schouderluxatie)
  • Bij fracturen in het gewrichtsoppervlak of een humeruskopnecrose

Redenen voor een operatie

De inverse schouderprothese wordt gebruikt bij slijtage van het gewricht, waardoor een kunstgewricht noodzakelijk is. Tegelijkertijd zijn de spieren van de rotator manchet moet niet werken, zodat een normale schouderprothese zou falen. De inverse schouderprothese wordt ook gebruikt bij ongevallen en verbrijzelde fracturen van de humerus hoofd of in het geval van jarenlange dislocaties van de schouder.

Deze omgekeerde constructie van het schoudergewricht verandert de biomechanica van de schouder. Normaal gesproken zijn verschillende spieren, de zogenaamde rotator manchet, moet samentrekken om de schouder te bewegen. De omgekeerde constructie verschuift het rotatiecentrum van de schouder echter naar beneden en naar binnen. Hierdoor is de patiënt nu nog maar afhankelijk van één functionerende spier om de prothese te gebruiken. Dit is de deltaspier, die geen deel uitmaakt van de rotatormanchet.