Hersenpacemaker: redenen, methoden, risico's

Wat is een hersenpacemaker?

De hersenpacemaker is een technisch apparaat dat wordt gebruikt om verschillende neurologische aandoeningen te behandelen. Een chirurg brengt de hersenpacemaker – vergelijkbaar met een pacemaker – in de hersenen, waar deze hoogfrequente elektrische impulsen afgeeft aan specifieke delen van de hersenen. Dit staat bekend als diepe hersenstimulatie. Hoewel het exacte werkingsmechanisme van de procedure nog niet is opgehelderd, wordt aangenomen dat de elektrische impulsen bepaalde hersengebieden remmen en zo de symptomen van neurologische ziekten verlichten.

Wanneer wordt hersenpacemakertherapie uitgevoerd?

Mogelijke toepassingsgebieden zijn diverse neurologische aandoeningen. Bij de ziekte van Parkinson wordt het vaakst een hersenpacemaker gebruikt: hier verbetert “diepe hersenstimulatie” de typische tremor (tremor) en overmobiliteit (dyskinesie) van de getroffenen. Andere ziekten waarbij patiënten baat kunnen hebben bij een hersenpacemaker zijn:

  • essentiële tremor (bewegingsstoornis, meestal van de handen)
  • gegeneraliseerde of segmentale dystonie (onvrijwillige samentrekking van skeletspieren)
  • Chorea van Huntington
  • focale epilepsie
  • psychiatrische obsessief-compulsieve stoornis

Wat doe je tijdens therapie met een hersenpacemaker?

Voordat een arts een hersenpacemaker inbrengt, onderzoekt hij de patiënt. Hij documenteert zorgvuldig de karakteristieke ziekteverschijnselen van de patiënt en bepaalt hoe deze zich gedurende de dag ontwikkelen. Een onderzoek van de hersenen met behulp van magnetische resonantie beeldvorming (MRI) en een geheugentest volgen.

Op basis van deze vooronderzoeken kan de arts het individuele risico op mogelijke bijwerkingen afwegen tegen de daaruit voortvloeiende voordelen van de hersenpacemaker.

Hersenpacemaker: implantatie

Eerst fixeert de neurochirurg het hoofd van de patiënt in een zogenaamde stereotactische ring. Deze wordt onder plaatselijke verdoving aan het schedelbot bevestigd en voorkomt beweging van het hoofd. Een herhaald MRI-beeld van het hoofd levert de nodige informatie over het gezochte hersengebied en maakt een nauwkeurige planning van de toegangsroute mogelijk.

Via een kleine incisie in de huid krijgt de neurochirurg een onbelemmerd zicht op het benige kalotje. Hij boort nu een klein gaatje in het bot waardoor hij verschillende micro-elektroden in de hersenen steekt. Het inbrengen van de elektroden is pijnloos omdat de hersenen zelf geen pijnsensoren hebben.

De rest van de operatie wordt uitgevoerd onder algemene anesthesie. De chirurg brengt nu de pulsgenerator van de hersenpacemaker onder het sleutelbeen of in het borstgebied onder de huid van de patiënt in en verbindt deze via een kabel die ook onder de huid loopt met de elektroden in de hersenen. De hele procedure duurt ongeveer vijf tot zes uur.

Wat zijn de risico's van hersenpacemakertherapie?

Er zijn enkele risico's verbonden aan diepe hersenstimulatie, waarover de arts de patiënt vooraf gedetailleerd informeert. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de complicaties die kunnen voortvloeien uit de chirurgische ingreep en de bijwerkingen veroorzaakt door de elektronische stimulatie van het geselecteerde hersengebied.

Risico's als gevolg van de operatie

Zoals bij alle operaties kan de procedure leiden tot letsel aan de bloedvaten en de daaruit voortvloeiende bloedingen. Als de bloeding op hersenweefsel drukt, kunnen in zeldzame gevallen neurologische symptomen optreden, bijvoorbeeld verlamming of spraakstoornissen. Deze gaan echter meestal achteruit. Andere mogelijke complicaties zijn:

  • Verkeerde plaatsing of slippen van de elektroden (een nieuwe procedure kan dan nodig zijn).
  • Infecties met hersenen of meningitis (encefalitis, meningitis)
  • @ technische storingen van de hersenpacemaker

Risico's als gevolg van elektrische stimulatie

Waar moet ik op letten na het plaatsen van de hersenpacemaker?

De pulsgenerator van de hersenpacemaker is via de huid te programmeren en wordt pas enkele dagen na de operatie ingeschakeld. Eerst moet u herstellen van de procedure. Houd er rekening mee dat het enkele weken kan duren voordat de pulsen individueel zijn ingesteld. Wees dus geduldig als u in het begin niet het gewenste succes van de behandeling ervaart.

Houd er ook rekening mee dat de hersenpacemaker de oorzaak van de aandoening niet behandelt, maar alleen de symptomen verlicht. Dit betekent dat uw symptomen terugkeren als de hersenpacemaker wordt uitgeschakeld of verwijderd.

De batterijen in een hersenpacemaker zijn na ongeveer twee tot zeven jaar leeg en moeten worden vervangen. Voor deze vervolgprocedure is echter geen algemene verdoving nodig; een plaatselijke verdoving is voldoende.