Geneesmiddelen en borstvoeding: contrastmedia / radionucliden

Contrastmedia in radiologie

Contrastmiddelen worden gebruikt als onderdeel van Röntgenstraal, magnetische resonantie beeldvorming (MRI), of computertomografie (CT) onderzoeken. Ze kunnen bevatten jodium of gadolinium. Volgens de European Society of Urogenital Radiologie (ESUR) richtlijnen, kan borstvoeding normaal doorgaan. De contrastmiddelen gaan wel over moedermelk, Maar de concentratie is ver onder een niveau dat schadelijk is voor het kind.

Radionucliden in de nucleaire geneeskunde

Radionucliden zijn radioactieve stoffen die worden gebruikt bij diagnostische en therapeutische procedures (radiofarmaca / radioactief drugs) van vele ziekten.

Onderzoeken die worden uitgevoerd als onderdeel van deze diagnostische procedures omvatten:scintigrafie. ' Scintigrafie is een diagnostische beeldvormingsprocedure die wordt gebruikt in radiologie om langdurige functionele processen te detecteren. Scintigrafie wordt vaak uitgevoerd als onderdeel van schildklier diagnostiek​ De meest gebruikte radionuclide is technetium-99m (halfwaardetijd 6 uur). Als alternatief radioactief jodium-123 (halfwaardetijd 13 uur) kan worden geïnjecteerd (geïnjecteerd). Als een persoon is geïnjecteerd met een radionuclide, moet hij 24-48 uur lang nauw contact met kinderen en zwangere vrouwen vermijden. Vrouwen die borstvoeding geven, moeten 48 uur lang geen borstvoeding geven om risico's voor het kind te voorkomen. Afgezien hiervan komen ook de genoemde radionucliden in moedermelk, zodat een onderbreking van de borstvoeding sowieso noodzakelijk wordt.

Therapie met radionucliden wordt gebruikt voor tumor ziekten (radiotherapie / bestralingstherapie).

Indien nodig kan het onderzoek of therapie kan worden uitgesteld tot na de borstvoeding.