Doping in de sport

Allereerst moet worden vermeld dat de hieronder vermelde verboden stoffen geen stoffen zijn die specifiek zijn ontwikkeld voor de sport, maar een misbruik zijn van speciale drugs zoals doping. Naast het prestatieverhogende effect, volksgezondheid gevaren en detecteerbaarheid zijn de criteria voor opname in de doping lijst. In het geval van peptide hormonen en analogen is detectie echter erg moeilijk.

Medicijnen mogen alleen worden gebruikt voor het genezingsproces. In doping tests in de sport wordt onderscheid gemaakt tussen tests direct na de competitie en scoren buiten de competitie. Deze laatste worden ook wel trainingsbesturingen genoemd.

Bij tests na de wedstrijd zijn de regels van de individuele sportfederaties van toepassing, die zijn gekoppeld aan de IOC-richtlijnen. De criteria zijn: De te testen atleten dienen zich op verzoek van de Dopingcontrolecommissie uiterlijk 1 uur na het verzoek daartoe te melden bij de aangegeven meldkamer en dienen onder begeleiding een urinemonster van minimaal 75 ml te verstrekken. Het monster is verdeeld in een A-monster en een B-monster.

De monsters worden anoniem gemaakt en voor analyse naar een onafhankelijk laboratorium gestuurd. Als het monster positief test, wordt de anonimisering geannuleerd. De atleet heeft de mogelijkheid om een ​​test van het B-monster te bestellen.

Als het B-monster negatief test, wordt de test als negatief beschouwd. Dit geval komt echter zeer zelden voor. Een weigering om te testen wordt als een positief resultaat beschouwd.

(Doping in de sport) De sanctionering hangt af van de respectievelijke sportfederaties. Daarom zijn er verschillen tussen de individuele federaties. Bij de Duitse Sportbond (DSB) wordt dopingmisbruik bestraft met uitsluiting van de volgende Olympische Spelen.

Sinds 1970, anabole steroïden (anabole steroïden) zijn opgenomen in de dopinglijst van de Sinds de detectie van anabole steroïden op de wedstrijddag moeilijk is nadat ze voor de wedstrijd zijn stopgezet, worden sindsdien naast de wedstrijdcontroles ook trainingscontroles gebruikt. In Duitsland worden jaarlijks ongeveer 4000 controles uitgevoerd voor A-, B- en C-kaderleden. Het Nationaal Olympisch Comité en de Anti-Doping Commissie van de DSB zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze testen.

De controles vinden plaats in thuistraining en in trainingskampen willekeurig, onaangekondigd en worden toegewezen aan onafhankelijke organisaties.

  • Bij individuele competities worden de beste vier en een aantal toegewezen atleten getest
  • Bij vermoeden van doping
  • In teamcompetities worden meestal 3 spelers geloot.

Wat is eerlijkheid in sport en waar houdt eerlijkheid op? De beste trainingsmethoden zorgen voor maximale fysiologische prestatieverbeteringen.

Maar niet alle atleten kunnen zich de beste coaching veroorloven. Gelijke kansen worden dus niet gegeven. Moet professionele ondersteuning bij competitiesporten daarom worden verboden?

De discussie over het gebruik van verboden middelen is een terugkerend thema in veel sportgebieden. In hoeverre doping in strijd is met eerlijke concurrentie, is zeer controversieel. Iedere sporter is anders in zijn of haar biologische gesteldheid, en daardoor beter of minder geschikt voor specifieke sportstress.

Vooral bij puur voorwaardelijke sporten is het succes van de sport evenzeer afhankelijk van de biologische gesteldheid van de atleet als van jarenlang hard trainen. Op het gebied van hoge prestaties kan sportief succes niet worden bereikt, zelfs niet met de beste trainingsmethoden, als er een gebrek aan biologische aanleg is. De genetisch bepaalde anatomische verdeling van de spiervezels kan als voorbeeld worden gezien.

Is het hier al het vermelden waard om eerlijkheid in de sport te bespreken? Doping dient dus om de begunstigde sporters een groter voordeel te bezorgen en om de fysieke nadelen van de minder begunstigde sporters te compenseren. Als twee atleten met verschillende fysieke condities en dezelfde hoeveelheid training tegen elkaar strijden, neemt één atleet verboden middelen.

Welke atleet verdient de hogere reputatie voor dezelfde prestatie. De biologisch geprefereerde atleet, of de atleet die neemt volksgezondheid, financiële en sociale risico's. Het is de vraag in hoeverre het menselijk lichaam door training de prestaties kan verbeteren en in hoeverre doping zelfs een eerlijke vergelijking mogelijk maakt.

Als iedereen vrij kan beslissen in hoeverre hij eventuele risico's neemt om zijn prestaties te verbeteren, dan zou dopinggebruik in sportcompetities moeten worden getolereerd. Dit zou de kwestie van gelijke kansen echter niet verduidelijken.