Contact- en druppelinfectie

Kort overzicht

  • Omschrijving: Infectie met ziektekiemen door contact met andere mensen of besmette voorwerpen.
  • Overdrachtsroutes: Terwijl een uitstrijkinfectie (ook indirecte contactinfectie) indirect via voorwerpen (bijv. deurklinken, toetsenborden, toiletbrillen, voedsel) plaatsvindt, verspreiden ziektekiemen zich bij direct contact direct van persoon op persoon (bijv. via de handen). infectie.
  • Ziekten: Typische ziekten veroorzaakt door direct contact of uitstrijkjes zijn griep, gastro-intestinale infecties, shigellose (dysenterie), cholera, tyfus en polio.
  • Preventie: Was regelmatig je handen, maak keukengerei grondig schoon, raak je gezicht niet aan met ongewassen handen, versterk je immuunsysteem, vaccinaties

Wat is een uitstrijkje-infectie?

Bij een uitstrijkinfectie of contactinfectie raakt u indirect via besmette voorwerpen of rechtstreeks door een besmettelijke persoon besmet met ziekteverwekkers.

Hoe worden ziekteverwekkers overgedragen?

De basis van een uitstrijkinfectie of directe contactinfectie is contact met oppervlakken waarop ziekteverwekkers aanwezig zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld voorwerpen zijn, maar ook de huid van anderen en besmettelijke personen. Er wordt daarom onderscheid gemaakt tussen twee vormen van overdracht:

Directe contactinfectie (van persoon tot persoon)

Directe contactinfectie vindt plaats door direct fysiek contact van persoon tot persoon. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een geïnfecteerde of zieke persoon in zijn hand niest en ziekteverwekkers aan het oppervlak van de hand blijven plakken. Als deze persoon vervolgens de hand van een ander persoon schudt, geeft hij de ziektekiemen aan hem/haar door. Als deze persoon vervolgens de mond, neus of ogen aanraakt, komen de ziekteverwekkers via de slijmvliezen het lichaam binnen.

Uitstrijkjesinfectie (via oppervlakken/objecten)

Een besmettelijk persoon hoest bijvoorbeeld en krijgt ziektekiemen in de hand. Vervolgens gebruiken ze deurklinken, waar de ziekteverwekkers aan blijven plakken. Als een andere persoon dit besmette oppervlak aanraakt, komen de ziektekiemen op hun huid terecht. Daar komen ze uiteindelijk via kleine huidletsels of door aanraking van de slijmvliezen van de ogen, neus of mond het organisme binnen.

Fecaal-orale transmissie

Uitstrijkjesinfecties worden vaak veroorzaakt door ziektekiemen die via de ontlasting worden uitgescheiden. De kleinste sporen van besmettelijke ontlasting worden via oppervlakken (bijv. toiletbrillen, kranen) en handen op andere mensen overgedragen. Artsen spreken ook van zogenaamde fecaal-orale infecties (“van de ontlasting naar de mond”). Met name norovirussen en rotavirussen verspreiden zich op deze manier. Ze veroorzaken soms gastro-intestinale symptomen zoals misselijkheid, diarree en braken.

Andere voorbeelden van uitstrijkinfecties

Ook lopen mensen soms via een uitstrijkje ziektekiemen op van dieren, bijvoorbeeld door het dier te aaien en vervolgens het gezicht aan te raken. Ziektekiemen kunnen zich ook verspreiden via kinderspeelgoed of tijdschriften in wachtkamers van ziekenhuizen of artsenpraktijken.

Over het algemeen raken mensen die nauw met andere mensen samenleven (bijvoorbeeld binnen het gezin) besmet via een uitstrijkje of contactinfectie. Ook mensen die nauw contact hebben met andere mensen, zoals in kinderdagverblijven, scholen of ziekenhuizen, zijn vatbaarder.

Hoe lang overleven ziektekiemen op het oppervlak?

Willen ziekteverwekkers zich überhaupt via uitstrijkjes kunnen verspreiden, dan moeten ze lang in de omgeving kunnen overleven. Virussen, bacteriën en schimmels overleven gedurende verschillende tijdsduur op oppervlakken. Terwijl sommige ziekteverwekkers na slechts enkele minuten of uren nauwelijks besmettelijk zijn, blijven andere enkele dagen tot maanden aanhouden. De volgende overleven bijvoorbeeld op droge, levenloze oppervlakken:

  • Adenovirussen 1 week tot 3 maanden
  • Norovirussen tot 7 dagen
  • Rotavirussen tot 8 weken
  • Sars-CoV-2 ongeveer 4 dagen (mogelijk langer onder optimale omstandigheden)
  • Salmonella tot 4 jaar
  • Escherichia coli tussen 1.5 uur en 16 maanden
  • Streptokokken tot 6.5 maanden
  • Stafylokokken 7 dagen tot 7 maanden
  • Candida albicans tot 4 maanden

Hoe lang een ziekteverwekker overleeft, hangt onder meer af van de omgevingstemperatuur, de ondergrond (bijvoorbeeld glas, hout, staal, kunststof) en de luchtvochtigheid. Virussen geven bijvoorbeeld meestal de voorkeur aan koelere temperaturen. Bacteriën overleven bij zowel warmere als koudere temperaturen, afhankelijk van de soort. Ze kunnen ook in een soort rusttoestand (sporen) terechtkomen en tientallen jaren aanhouden.

Welke ziekten worden overgedragen door een uitstrijkje?

Koortsblaasjes (herpes) kunnen ook worden overgedragen via contactinfectie of uitstrijkje. Als u bijvoorbeeld iemand met een koortslip kust of gerechten deelt, kunt u besmet raken met afscheidingen van de koortslip die de ziekteverwekker bevat.

Hetzelfde geldt voor verschillende soorten conjunctivitis. In dit geval vindt de infectie plaats wanneer de getroffen persoon zijn oog aanraakt. Besmettelijke afscheidingen komen op zijn hand terecht, die hij gebruikt om de ziektekiemen door te geven.

In zeldzamere gevallen worden bacteriën zoals streptokokken en stafylokokken via etterende wonden op andere mensen overgedragen. Er zijn ook enkele andere infectieziekten die zich via uitstrijkjes verspreiden. Typische virusziekten zijn bijvoorbeeld

  • Wratten (via HPV, ook van het ene lichaamsdeel naar het andere via contact en uitstrijkje = auto-inenting)
  • Cytomegalie (CMV-infectie)
  • Hepatitis A (in het bijzonder fecaal-orale uitstrijkje-infectie, via besmet water en voedsel)
  • Polio (polio, meestal fecaal-orale infectie)

Ziekten die zich via uitstrijkjes met bacteriën verspreiden, zijn onder meer de reeds genoemde:

  • buiktyfus
  • paratyfus
  • Impetigo contagiosa (korstmos, vooral bij kinderen)
  • Tetanus (wonden veroorzaakt door vreemde lichamen die besmet zijn met tetanussporen, zoals spijkers, houtsplinters of iets dergelijks, of besmet door grond die sporen bevat)
  • Sommige soorten chlamydia (vooral die welke het oog aantasten)

Schimmelhuidziekten, zoals voetschimmel of nagelschimmel, en parasieten die huidaandoeningen zoals schurft veroorzaken, verspreiden zich ook via contact en uitstrijkjes.

Hoe kun je een uitstrijkje voorkomen?

Er zijn verschillende maatregelen die u kunt nemen om een ​​uitstrijkje effectief te voorkomen.

Zorgvuldige handhygiëne is de beste en meest effectieve bescherming tegen zowel direct contact als uitstrijkinfecties. Het belangrijkste is om uw handen regelmatig te wassen met water en zeep. Dit vermindert de ziektekiemen op uw handen al aanzienlijk. Zorg ervoor dat u uw handen bijzonder grondig reinigt:

  • voor en nadat u voedsel bereidt of laat bereiden.
  • nadat u uw neus heeft gesnoten.
  • nadat u heeft gehoest of geniesd.
  • nadat u dieren heeft aangeraakt of geaaid.
  • als je thuis bent gekomen.

Het is vooral raadzaam om uw gezicht niet met uw handen aan te raken als u uw handen niet kunt wassen, bijvoorbeeld tijdens het winkelen. Hiermee voorkom je dat ziekteverwekkers via je handen je lichaam binnendringen als je je mond, neus of ogen aanraakt.

Hygiëne in de keuken is ook belangrijk om besmetting met ziektekiemen te voorkomen. Bewaar bederfelijke levensmiddelen zoals gevogelte of rauwe eieren altijd in de koelkast (maximaal +6 graden Celsius). Maak ook keukengerei zoals snijplanken en messen na gebruik zorgvuldig schoon.

Hoewel vaccinaties een uitstrijkje niet kunnen voorkomen, bieden ze wel een betrouwbare bescherming tegen infectieziekten die zich op deze manier verspreiden (bijvoorbeeld influenza, hepatitis A, HPV). Het vaccin leert uw lichaam de ziekteverwekkers in een vroeg stadium te herkennen en een uitbraak van de ziekte af te weren.

Het is ook raadzaam om handschoenen en beschermende kleding te dragen, vooral in medische instellingen, om te voorkomen dat u de ziekte door besmettelijke patiënten oploopt.