Berk: medicinaal gebruik

Het gemeenschappelijke berk wordt in veel landen als sierboom aangeplant. Beide soorten berk zijn inheems in Noord- en Midden-Europa en Noord-Azië. De drugs, berk bladeren, komt uit China, Polen, Rusland en andere Oost-Europese landen.

Voor het medicijn worden de bladeren van een van de twee berkensoorten gebruikt. Deze worden meestal in het voorjaar verzameld. Andere onderdelen die kunnen worden gebruikt zijn de schors (Betulae cortex), de bladknoppen (Betulae gemmae) en de teerolie van berkenschors (Betulae pix).

Berk: typische kenmerken

De hangende berk is een rechtopstaande bladverliezende boom tot 30 meter hoog met witte, papierachtige bast die, in tegenstelling tot de donzige berk, na verloop van tijd donker wordt. De boom draagt ​​afhangende takken en driehoekige tot ruitvormige, relatief kleine bladeren. De twee berkensoorten zijn nauw verwant en vaak kruisen ze elkaar. De bloemen hangen naar beneden in lange, gelige formaties.

De bladeren van de treurberk variëren van twee tot vier centimeter breed en ongeveer drie tot zeven centimeter lang, driehoekig van vorm. De bladranden zijn scherp dubbel gezaagd en onbehaard.

De bladeren van de donzige berk zijn iets kleiner (ongeveer twee tot vier centimeter breed en twee en een half tot vijf centimeter lang) en eivormig tot driehoekig. Ze zijn grof getand, aan beide zijden zacht behaard en dragen slechts een paar klieren.

Aan de onderkant zijn er klein geel haar plukjes en lichte bladnerven. De twee zijden van de bladeren verschillen in kleur: boven zijn ze eerder donkergroen, de onderzijde is lichter. Tussen de bladeren worden vaak fijne drielobbige fruitschubben en gevleugelde vruchten aangetroffen.

Geur en smaak van berken

De bladeren van berken verspreiden een licht aromatische geur. Wat betreft smaak, berkenbladeren zijn licht bitter.