Tarsaaltunnelsyndroom: symptomen en behandeling

Kort overzicht

  • Behandeling: aanvankelijk immobilisatie van de enkel; gebruik van pijnstillers en ontstekingsremmers; operatie mogelijk; andere behandelingsopties (bijv. spalk, beugel, tape, oefeningen)
  • Symptomen: Nachtelijke sensorische stoornissen in het gebied van de voorvoetzool en tenen; branderig gevoel in de voet, gevoelloosheid en tintelingen; spierzwakte, beperkte beweging.
  • Onderzoek en diagnose: Gebaseerd op tests voor pijngevoeligheid, zwelling, hyperthermie, elektroneurografie, röntgenfoto of magnetische resonantie beeldvorming.
  • Ziekteverloop en prognose: zo vroeg mogelijk behandelen, anders is blijvende zenuwbeschadiging mogelijk; Het succes van de operatie hangt af van bijkomende symptomen

Wat is het tarsaltunnelsyndroom?

Bovendien worden alle waarnemingen op het gebied van het onderbeen, de hiel en de voetzool via de zenuw naar het centrale zenuwstelsel geleid. Als de zenuw in de tarsaaltunnel nu geïrriteerd raakt door permanente druk, wordt dit tarsaaltunnelsyndroom genoemd. Vooral de voet en het onderbeen worden getroffen.

Het is mogelijk dat het tarsaaltunnelsyndroom aan beide kanten voorkomt.

Wat helpt bij het tarsaaltunnelsyndroom?

Behandeling van een onderliggende ziekte zoals inflammatoire gewrichtsziekte (reumatoïde artritis) of hypothyreoïdie kan onderdeel zijn van de therapie.

Let op: Indien de klachten tijdens de oefeningen verergeren, raadpleeg dan uw arts of fysiotherapeut!

Soms helpt het om de pijnlijke plekken af ​​te koelen. Bovendien zijn er homeopathische producten beschikbaar voor de behandeling van de symptomen van het tarsaaltunnelsyndroom, bijvoorbeeld tegen zenuwpijn. Er moet ook aandacht worden besteed aan het juiste schoeisel.

Wat zijn de symptomen?

Omdat de zenuw aanvankelijk steeds opnieuw regenereert, treden de symptomen aanvankelijk onregelmatig op. In de loop van de ziekte loopt de zenuw echter meestal blijvende schade op – de insensaties en pijn blijven in dit geval bestaan. Later worden vaak ook de door de zenuw geleverde spieren beschadigd. De getroffenen voelen spierzwakte en kunnen hun voet niet meer goed bewegen.

Oorzaken en risicofactoren

In ongeveer 80 procent van de gevallen vindt de arts een oorzaak voor het tarsaaltunnelsyndroom. In de meeste gevallen zijn het verwondingen of goedaardige botuitgroeiingen die de tarsale tunnel vernauwen. Af en toe leiden kleine tumoren of ontstekingen echter ook tot een vernauwing in de structuur.

Onderzoeken en diagnose

Als er een vermoeden bestaat van het tarsaaltunnelsyndroom, is het raadzaam om in een vroeg stadium een ​​arts te raadplegen. Dit voorkomt vaak blijvende schade aan de zenuw. De arts, een orthopedist, zal onder meer de volgende vragen stellen:

  • Hoe lang zijn de symptomen aanwezig?
  • Wanneer zijn de symptomen bijzonder intens?
  • Treedt de pijn alleen op bij inspanning of ook in rust?
  • Kunnen de symptomen op enigerlei wijze worden geactiveerd of versterkt?
  • Heeft u een ziekte die de voet of de zenuwen aantast?

Vervolgens onderzoekt de arts de voet en voert verschillende tests uit. Soms kan hij de pijn uitlokken door op het gebied onder de binnenenkel te tikken. Zwakte in de spieren die door de zenuw worden aangevoerd, evenals tekenen van lokale ontsteking zoals zwelling en hyperthermie, zijn aanwijzingen voor het tarsaaltunnelsyndroom.

Verloop van de ziekte en prognose

Zonder behandeling verergeren de symptomen van het tarsaaltunnelsyndroom gewoonlijk. In het ergste geval raakt de zenuw permanent beschadigd. Deskundigen raden daarom aan het syndroom zo vroeg mogelijk te behandelen. Als er al blijvende schade aan de scheenbeenzenuw is ontstaan ​​of als de spierfuncties zijn uitgevallen, is het meestal niet meer mogelijk om dit via een operatie ongedaan te maken.