Röntgenfoto: redenen, procedure, risico's

Wat is röntgenstraling?

Röntgenstraling is de basis van röntgendiagnostiek. Het werd in 1895 ontdekt door Wilhelm Röntgen, een Duitse natuurkundige.

Röntgenstralen worden geproduceerd door een grote spanning aan te leggen tussen twee elektrische polen (anode en kathode). De resulterende energie wordt gedeeltelijk uitgezonden in de vorm van röntgenstralen. Dit dringt door in het weefsel, wordt afhankelijk van de dichtheid in verschillende mate verzwakt en kan vervolgens worden verzameld en zichtbaar gemaakt. Dicht weefsel (zoals bot) verzwakt de doordringende straling meer dan zacht weefsel (zoals spier- of longweefsel) en lijkt daarom helder op de beelden.

Röntgenstralen zijn ioniserende straling, wat betekent dat ze de materie waar ze doorheen gaan kunnen veranderen door negatieve deeltjes (elektronen) uit de schil van atomen of moleculen te slaan. Op deze manier kunnen röntgenstralen schade veroorzaken aan genetisch materiaal (DNA) wanneer ze weefsel binnendringen. Deze DNA-schade kan op de lange termijn schadelijk zijn voor de gezondheid en bijvoorbeeld tot kanker leiden.

Vroeger werd het röntgenbeeld in analoge vorm vastgelegd op een speciale film. Intussen zijn digitale röntgenfoto's met lage straling (digitale radiografie, DR) met behulp van computers vrijwel overal ingeburgerd. De aldus verkregen beelden kunnen digitaal worden nabewerkt.

Röntgenstraling is een beeldvormingstechniek die op veel gebieden van de geneeskunde standaard wordt gebruikt. Belangrijke examenvormen zijn:

Conventionele röntgenfoto.

Dit is het “eenvoudigste” type röntgenonderzoek. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de diagnose van botbreuken, maar ook voor ziekten van de borstkas (zoals longontsteking, vergroting van de hartspier bij hartinsufficiëntie, uitstulping van de aorta) of buikholte (zoals darmobstructie, galstenen ).

Contraströntgenfoto

Soms is het voor de diagnose nuttig om bepaalde structuren (vooral zacht weefsel) sterker te benadrukken, dat wil zeggen om ze te contrasteren. Hiervoor wordt contrastmiddel gebruikt. Het contrastmiddel lijkt vrij helder op het röntgenbeeld. Het kan op verschillende manieren aan een patiënt worden toegediend – bijvoorbeeld als injectie in een ader of slagader, als drinkoplossing via de mond of als darmklysma in het rectum. Het contrastmiddel maakt een goede beeldvorming mogelijk van bijvoorbeeld de bloedvaten (angiografie) of de uitscheidingsfunctie van de nier (uitscheidingsurografie). Ook het maag-darmkanaal kan op deze manier goed worden onderzocht, bijvoorbeeld op de aanwezigheid van poliepen, stenosen of uitstulpingen.

Digitale subtractie-angiografie (DSA)

Tijdens de opnames is het van groot belang dat de patiënt niet beweegt!

Speciale röntgenonderzoeken

Er zijn verschillende speciale röntgenprocedures. Als voorbeeld worden hier twee typen genoemd:

  • DVT-röntgenstraling (digitale volumetomografie): vergelijkbaar met computertomografie, maar met veel lagere blootstelling aan straling. Wordt voornamelijk gebruikt in de tandheelkunde en KNO-geneeskunde. Maakt het ook mogelijk driedimensionale beelden te maken (3D-röntgenfoto).
  • OPG-röntgenfoto (orthopantomografie): gebruikt door tandartsen om tanden en kaken te visualiseren. De röntgenbuis draait in een halve cirkel rond het hoofd en er ontstaat een “panoramisch beeld”.

Wanneer wordt een röntgenfoto gemaakt?

Deze onderzoeksmethode wordt gebruikt om veel verschillende verwondingen en ziekten te diagnosticeren. Enkele voorbeelden zijn:

  • Botbreuk (breuk): Radiografie is zeer geschikt voor de diagnose van botbreuken en is hier de voorkeursmethode geworden.
  • Osteoporose (botverlies) door middel van DEXA (densitometrie; radiografie met een lage stralingsdosis).
  • Ziekten en verwondingen van de bloedvaten door middel van angiografie (vasculaire röntgenfoto)
  • Borstkanker door middel van mammografie (thoraxfoto)
  • Ziekten en verwondingen van de borstorganen (zoals longen, hart): Kan goed worden gevisualiseerd met een röntgenfoto van de borstkas.

Röntgenfoto's bij de tandarts

Röntgenfoto's van tanden en kaken zijn een belangrijke onderzoeksmethode voor de tandarts: Vooral de harde tanden en het kaakbot kunnen goed in beeld worden gebracht.

Wanneer mogen er geen röntgenfoto’s gemaakt worden? (Contra-indicaties)

Vanwege de potentieel schadelijke invloed van röntgenstraling op de gezondheid moet er bij elke aanvraag een geldige medische reden aanwezig zijn (de zogenaamde ‘rechtvaardigende indicatie’). Dit betekent “dat het gezondheidsvoordeel van de toepassing bij de mens groter is dan het stralingsrisico”. Bij het weegproces moet rekening worden gehouden met andere procedures met vergelijkbare gezondheidsvoordelen, die gepaard gaan met geen of een lagere blootstelling aan straling” (artikel 23 Röntgenverordening). Bij kinderen en zwangere vrouwen moet bijzondere aandacht worden besteed aan het bepalen of het onderzoek noodzakelijk is. Er is echter geen absolute contra-indicatie, dat wil zeggen situaties waarin onder geen enkele omstandigheid röntgenfoto's mogen worden gemaakt.

Wat doe je tijdens een röntgenfoto?

Het onderzoek kan vervolgens door de radioloog worden vastgelegd op een speciaal röntgenpaspoort. Dit om onnodige herhalingen van het onderzoek (en dus onnodige blootstelling aan straling) te voorkomen.

Vasten voor het onderzoek

Als er röntgenfoto's van de maag en darmen of de galblaas en de galwegen moeten worden gemaakt, moet u nuchter zijn, dat wil zeggen dat u vooraf een tijdje niets meer mag eten of drinken. Soms moet u de dag ervoor ook een darmreiniging doen, dat wil zeggen een laxeermiddel nemen. Uitgebreidere instructies ontvangt u vooraf van uw arts.

Wat zijn de risico's van röntgenfoto's?

Mogelijke risico's verbonden aan het onderzoek betreffen vooral het contrastmiddel (indien gebruikt) en de blootstelling aan straling.

Contrast gemiddeld

Vaak bevat het contrastmiddel jodium. Daarom is voorzichtigheid geboden bij mensen met een schildklieraandoening (hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie) en kan het nodig zijn profylactische medicatie toe te dienen. Soortgelijke overwegingen gelden voor patiënten met een verminderde nierfunctie (nierinsufficiëntie).

Bij het injecteren van een jodiumhoudend contrastmiddel in het vaatstelsel kan tijdelijk een gevoel van warmte en een bittere smaak in de mond optreden.

In zeer zeldzame gevallen kan het gebruikte contrastmiddel allergische reacties veroorzaken (roodheid, jeuk, misselijkheid, enz.) en zelfs een allergische shock met cardiovasculaire stilstand. Bij een milde allergische reactie helpen anti-allergische medicijnen meestal.

Blootstelling aan straling

Acute bijwerkingen van bestraling (zoals rood worden van de huid) zijn zeer zeldzaam. Een groter gevaar komt voort uit de langetermijngevolgen van blootstelling aan straling. Het is echter moeilijk om exacte grenzen aan te geven waarboven röntgenstraling schadelijk is – de overgangen zijn vloeiend. Bij een eenvoudig röntgenonderzoek is de stralingsdosis echter laag. De stralingsdosis van een longröntgenfoto is bijvoorbeeld ongeveer gelijk aan de stralingsdosis van een transatlantische vlucht. Elke extra röntgenfoto verhoogt uiteraard de blootstelling aan straling van het lichaam. Daarom weegt de arts vóór elk röntgenonderzoek de voordelen ervan af. Houd er echter rekening mee dat zelfs als er in korte tijd veel röntgenfoto's worden gemaakt, het gezondheidsrisico van een niet-gedetecteerde ziekte meestal veel groter is.

Röntgenfoto en zwangerschap

Waar moet ik op letten na de röntgenfoto?

Als u vóór het onderzoek een wateroplosbaar contrastmiddel in een bloedvat heeft gekregen, dient u daarna voldoende te drinken. Op deze manier wordt het contrastmiddel sneller via de nieren en darmen uitgescheiden. Verder zijn er geen speciale dingen waar u na de röntgenfoto voor moet zorgen.