Orgaandonatie: alles over donatie bij leven en donatie na de dood

Wat is orgaandonatie?

Orgaandonatie is de overdracht van een orgaan of delen van een orgaan van een orgaandonor naar een ontvanger. Het doel is om een ​​zieke in staat te stellen te overleven of om zijn of haar levenskwaliteit te verbeteren. Als u orgaandonor wilt worden, hoeft u uw beslissing alleen maar schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld in een orgaandonorkaart. Bespreek uw wensen ook met uw naasten.

Nadere informatie: Orgaandonorkaart

Waarom het zinvol is om een ​​orgaandonorkaart in te vullen en waar u deze kunt krijgen, leest u in het artikel Orgaandonorkaart.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen post-mortem orgaandonatie en levende donatie: Onder post-mortem orgaandonatie wordt verstaan ​​de donatie van organen na overlijden. Voorwaarde is de duidelijke vaststelling van hersendood bij de donor. Daarnaast moet er toestemming zijn van de overledene zelf of zijn familieleden.

  • Echtgenoten, verloofden, geregistreerde partners
  • Familieleden in de eerste of tweede graad
  • andere personen die dicht bij de donor staan

Bovendien moet donatie bij leven vrijwillig zijn en alleen worden aangeboden door personen die de wettelijke leeftijd hebben bereikt.

Welke organen kunnen worden gedoneerd?

In principe kunnen de volgende organen als donororgaan worden gebruikt:

Naast orgaandonaties kunnen patiënten ook profiteren van weefseldonaties. Deze omvatten:

  • Hoornvlies van de ogen
  • Hartkleppen
  • @ Huid
  • Aderen
  • Bot, kraakbeen en zacht weefsel

Orgaandonatie: leeftijdsgrens

Om organen te mogen doneren is alleen de toestand van de organen doorslaggevend, niet de biologische leeftijd. Natuurlijk is de gezondheid van jongere mensen vaak beter dan die van senioren, maar zelfs het functionerende orgaan van een 70-jarige kan met succes worden getransplanteerd. Dit geldt vooral als het orgel naar een oudere ontvanger gaat.

Orgaandonatie: kritiek

Er bestaat onder de bevolking een nogal sceptische houding tegenover orgaandonatie. De kritiek is de afgelopen jaren vooral ontstaan ​​door orgaandonatieschandalen waarbij patiënten voorrang kregen bij de orgaantoewijzing door manipulatie van de wachtlijst. In de loop hiervan werd in 1997 de Transplantatiewet herzien met als doel de transparantie bij de orgaantoewijzing te vergroten. Met name de straffen voor artsen die de richtlijnen opzettelijk overtreden, zijn ook verhoogd: dergelijke artsen kunnen nu worden vervolgd met een boete of gevangenisstraf van maximaal twee jaar.

Orgaantoewijzing via Stichting Eurotransplant is gebaseerd op de urgentie en kans op succes van een transplantatie. De financiële situatie van de ontvanger speelt geen rol. Ook de Transplantatiewet verbiedt orgaanhandel en stelt zowel de verkoop van een orgaan als de ontvangst van een aangekocht orgaan strafbaar.

Orgaanverwijdering vindt altijd plaats met dezelfde chirurgische zorg als een operatie bij een levende patiënt. Na de procedure sluit de chirurg het kadaver opnieuw af en wordt het lichaam zonder misvormende verwondingen aan de nabestaanden overgedragen.

Orgaandonatie: ethiek

De kwestie van orgaandonatie roept veel ethische vragen op, waaronder met name de vraag of de hersendood van een persoon de verwijdering van zijn of haar organen rechtvaardigt. In 2015 (laatste wijziging 2021) heeft de Duitse Ethische Raad over deze kwestie een verklaring afgegeven waarin zij orgaanverwijdering voor transplantatiedoeleinden aanvaardbaar acht – op voorwaarde dat de donor of de familieleden van de donor toestemming geven.

Orgaandonatie: voor- en nadelen

De redenen om voor of tegen orgaandonatie te beslissen zijn talrijk. Veel voorkomende redenen voor weigering zijn een gebrek aan vertrouwen in het toewijzingssysteem of – in het geval van donaties bij leven – de angst voor misvorming of gezondheidsnadelen. Spirituele of religieuze redenen spelen meestal geen rol, aangezien geen van de grotere religieuze gemeenschappen in Duitsland zich tot nu toe tegen orgaandonatie heeft uitgesproken.

Voor veel familieleden van overleden orgaandonoren helpt de wetenschap dat ze een zieke persoon hebben geholpen met de donororganen hen bij het verwerken van het verdriet van het verlies van een dierbare.

Organen van een overledene mogen alleen worden verwijderd als de betrokkene dit tijdens zijn of haar leven uitdrukkelijk heeft toegestaan ​​of als de nabestaanden expliciet toestemming geven voor orgaandonatie. Behalve in Duitsland geldt deze regeling ook in Noord-Ierland. In Denemarken, Ierland, IJsland, Litouwen, Roemenië, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk bestaat er een uitgebreide toestemmingsregeling, waarbij de nabestaanden of gemachtigde vertegenwoordigers beslissen of er geen documentatie van de overledene is.

Veel andere landen (bijvoorbeeld Spanje, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Engeland met Wales en Schotland) volgen de bezwaarregel: hier wordt iedere overledene orgaandonor als hij of zij daar tijdens zijn of haar leven niet uitdrukkelijk tegen heeft besloten en ook heeft dit schriftelijk gedocumenteerd. De nabestaanden hebben er niets over te zeggen.

Wanneer heeft u een orgaandonatie nodig?

Orgaandonatie is vaak de enige levensreddende behandeling bij chronisch of plotseling orgaanfalen. Orgaandonatie kan in sommige omstandigheden worden overwogen voor de volgende medische aandoeningen:

  • Levercirrose in het eindstadium
  • Leverkanker
  • ernstige orgaanschade als gevolg van ijzerstapelingsziekte (hemochromatose) of koperstapelingsziekte (ziekte van Wilson)
  • actueel leverfalen (paddenstoelvergiftiging, ziekten en misvormingen van de galwegen)
  • diabetes mellitus (type I of type II) met nierschade
  • polycysteuze nierziekte
  • chronisch nefritisch syndroom (een ziekte van de nieren)
  • aangeboren hartafwijkingen
  • hartklepaandoeningen
  • coronaire hartziekte (CHD)
  • hartspierziekte (cardiomyopathie)
  • hartinsufficiëntie (hartfalen)
  • functionele stoornissen van de darm
  • chronische obstructieve longziekte (COPD)
  • pulmonaire fibrose
  • taaislijmziekte
  • sarcoïdose
  • “pulmonale hypertensie” (pulmonale hypertensie)

Wat doe je als je een orgaan doneert?

Procedure voor postmortale orgaandonatie

Voordat een patiënt als donor kan worden beschouwd, moet de hersendood duidelijk zijn vastgesteld. Hiervoor informeert de arts de Duitse Stichting voor Orgaandonatie (DSO), die vervolgens onafhankelijke neurologen doorverwijst om hersendood vast te stellen. Volgens de Transplantatiewet moeten twee artsen onafhankelijk van elkaar de hersendood bij de patiënt vaststellen. Dit gebeurt volgens een vast drietrapsschema:

  • Bewijs van ernstige, ongeneeslijke en onomkeerbare schade aan de hersenen.
  • Bepaling van bewusteloosheid, het vermogen om zelfstandig te ademen en het falen van reflexen gecontroleerd door de hersenstam
  • Verificatie van onomkeerbare hersenschade door onderzoeken na voorgeschreven wachttijden

De artsen leggen het verloop van de onderzoeken en de uitslag daarvan vast in een protocolblad, dat ook voor de nabestaanden van de overledene in te zien is.

Als er toestemming is gegeven voor orgaandonatie (door de patiënt of zijn of haar naasten), zorgt DSO ervoor dat er diverse laboratoriumonderzoeken bij de overledene worden uitgevoerd. Deze dienen om infectieziekten uit te sluiten die kunnen worden overgedragen op een donor. Ook worden bloedgroep, weefselkenmerken en de functionaliteit van het te doneren orgaan getest. Daarnaast informeert de DSO Eurotransplant, die op basis van medische criteria zoals de kans op succes en de urgentie van de transplantatie op zoek gaat naar een geschikte ontvanger.

Procedure van donatie bij leven

Denkt u erover om een ​​orgaan te doneren aan een dierbare? Neem dan eerst contact op met de verantwoordelijke artsen van het transplantatie- of dialysecentrum. In een eerste gesprek kan duidelijk worden of een donatie bij leven in het onderhavige geval daadwerkelijk mogelijk is. De uiteindelijke autoriteit bij dit onderzoek is de Living Donation Commission, die doorgaans is aangesloten bij de medische staatsvereniging.

Eerst begint de chirurg met het verwijderen van het donororgaan. Kort voor het einde van de procedure begint parallel de operatie van de ontvanger, zodat het donororgaan direct met zo min mogelijk tijdverlies kan worden geïmplanteerd.

Wat zijn de risico’s van orgaandonatie?

Het verwijderen van een orgaan of een deel van een orgaan brengt voor een levende donor algemene risico’s met zich mee, zoals deze bij iedere operatie kunnen voorkomen:

  • Wondgenezingsproblemen
  • @ Littekens met onesthetische resultaten
  • Bloeden @
  • Letsel aan zenuwen
  • Wond infectie
  • Anesthetische incidenten

Het is nog niet duidelijk of patiënten het risico op hoge bloeddruk of een toenemend eiwitverlies in de urine (proteïnurie) vergroten als gevolg van nierdonatie.

Waar moet ik op letten na orgaandonatie?

Het transplantatiecentrum is een centraal aanspreekpunt voor levende donoren en familieleden voor en na orgaandonatie.

Na post-mortem orgaandonatie

Na levende donatie

Als er geen complicaties optreden, mag u als donor na tien tot veertien dagen naar huis. Na een nier- of leverdonatie moet u er rekening mee houden dat u ongeveer één tot drie maanden niet kunt werken, afhankelijk van de fysieke belasting van uw werk.

De orgaanontvanger moet langer in het ziekenhuis blijven, zodat gemonitord en gecontroleerd kan worden of het nieuwe orgaan zijn werk hervat.

Als donor hoeft u doorgaans geen langdurige gezondheidsproblemen te verwachten. Regelmatige onderzoeken zorgen ervoor dat eventuele late gevolgen van orgaanverwijdering tijdig kunnen worden opgespoord en behandeld. Vraag bij het transplantatiecentrum om advies over de tussenpozen waarmee u na orgaandonatie voor nazorg moet gaan.