Implantaten in de MRT

Definitie

MRI is de laatste jaren steeds belangrijker geworden in niet-invasieve diagnostiek. Met behulp van een sterk magnetisch veld en elektromagnetische golven kunnen verschillende weefsels in het lichaam worden gevisualiseerd. Deze kunnen echter ook inwerken op implantaten in het lichaam.

Implantaten zijn kunstmatige materialen die permanent of langdurig in het lichaam worden ingebracht (bijv. Prothesen, cochleaire implantaten, kunstmatige hart- kleppen, enz.). Sommige metaalhoudende implantaten vormen een risico voor de patiënt en kunnen de beeldkwaliteit beïnvloeden. Daarom zijn er de laatste jaren steeds meer implantaten geproduceerd die MRI-beeldvorming mogelijk maken zonder enig risico voor de patiënt.

Welke invloed heeft een implantaat op de beeldkwaliteit?

De effecten op de beeldkwaliteit van de MRI zijn afhankelijk van het materiaal en de grootte van de implantaten. Vooral bij ferro (ferromagnetische) materialen zijn aanzienlijke artefacten te zien. Lokaal ontbrekende beeldinformatie ('erasures'), vervormingen in het beeld en ruimtelijke miscodering (structuur wordt op de verkeerde plaats afgebeeld) zijn mogelijk.

Artefacten komen daarentegen minder vaak voor bij titaniumhoudende implantaten. De oorzaak van de verstoring van de beeldkwaliteit is een lokale verstoring van het magnetische veld in het lichaam. In de buurt van de magnetische materialen wordt het magnetisch veld verstoord op een manier die niet kan worden geregistreerd door de detectoren van de MRI.

Vaak worden heldere lijnen gevonden aan de randen van de verstoringen, die door de arts verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. Om de effecten van implantaten op de beeldkwaliteit te minimaliseren, zijn de afgelopen jaren speciale beeldvormende technieken ontwikkeld om de beeldvorming te verbeteren. Speciale metaalsequenties kunnen worden gebruikt om artefacten en vervormingen te minimaliseren. Hiertoe is het van belang dat de patiënt de arts informeert over implantaten of andere mogelijke metalen structuren in het lichaam zodat deze speciale MRI-scan kan worden uitgevoerd. Gewoonlijk hebben MRI-apparaten met een magnetische veldsterkte van 1.5 Tesla de voorkeur.

Risico's van een MRI met horizontale implantaten

Risico's voor de patiënt met implantaten kunnen zowel ontstaan ​​door het sterke magnetische veld als door de uitgezonden radiogolven (hoge frequentie). De radiogolven die door de MRI-machine worden uitgezonden, leiden tot de inductie en geleiding van een elektrische stroom in metalen. Dit leidt tot een sterke verhitting die 1e graads (oppervlakkige) tot 3e graads (diepe) brandwonden kan veroorzaken.

Bij de implantaten die tegenwoordig worden gebruikt, is dit echter uiterst zeldzaam vanwege het vermijden van schadelijke materialen. Bovendien kan het sterke magnetische veld magnetische metalen (waaronder ijzer) aantrekken en verplaatsen. Deze aantrekkingskracht of beweging hangt af van de positie en stabiliteit van de materialen: de beoordeling van mogelijke risico's is de exclusieve verantwoordelijkheid van de arts.

Met uitzondering van enkele implantaten, waarvan door de fabrikant wordt gegarandeerd dat ze MRI-compatibel zijn, moet de arts de risico's en voordelen van beeldvorming afwegen. In sommige gevallen kunnen andere beeldvormingstechnieken worden gebruikt.

  • Grote schroeven, zoals die worden gebruikt in de wervelkolom, armen en benen, vormen normaal gesproken geen risico.
  • Kleine en losse materialen (bijv. Verse stents) kunnen door het magnetische veld worden verplaatst en zo omliggende structuren beschadigen.