Haemophilus Influenzae: medicamenteuze therapie

Therapeutische doelen

  • Uitschakeling van ziekteverwekkers
  • Voorkomen van complicaties

Therapie aanbevelingen

  • Antibiose (antibiotische therapie):
    • Cefalosporines worden gebruikt bij levensbedreigende infecties
    • Als er geen levensgevaar is, het actieve ingrediënt ampicilline is het medicijn bij uitstek.
  • symptomatisch therapie (indien nodig antipyretica / drugs die verminderen koorts).
  • Zie ook onder 'Verdere therapie'
  • Profylaxe na blootstelling (PEP) [zie hieronder].
  • Zie ook onder “Verder therapie'.

Profylaxe na blootstelling (PEP)

Profylaxe na blootstelling is het verstrekken van medicatie om ziekten te voorkomen bij personen die niet door vaccinatie tegen een bepaalde ziekte zijn beschermd, maar eraan zijn blootgesteld.

Indicaties (toepassingsgebieden)

  • Personen die nauw ("face to face") contact hebben met een zieke persoon, dwz:
    • Alle leden van het huishouden vanaf de leeftijd van 1 maand, op voorwaarde dat er een niet of onvoldoende gevaccineerd kind is tot de leeftijd van 4 jaar, of anders een persoon met relevante immunodeficiency of onderdrukking (immunodeficiëntie).
    • Niet-gevaccineerde kinderen tot 4 jaar in gemeenschapsinstellingen.

Implementatie

  • Personen met nauw (“face to face”) contact met een zieke persoon:
    • Chemoprofylaxe - rifampicine (antibiotica).
      • Vanaf 1 maand: 20 mg / kg / dag (maximaal 600 mg) in 1 ED gedurende 4 dagen.
      • Volwassenen: 600 mg po in 1 ED gedurende 4 dagen.
      • Bij zwangere vrouwen is de administratie of rifampicine is gecontra-indiceerd (verboden)! Hier, in plaats van rifampicine ceftriaxone, ook een antibioticum, wordt voorgeschreven.

Profylaxe (preventie) dient zo vroeg mogelijk te worden gegeven, niet later dan 7 dagen na het begin van het indexgeval (eerste gedocumenteerde geval van ziekte).