Evaluatie | Elektro-encefalografie (EEG)

Evaluatie

Dankzij electroencephalography (EEG), wordt een elektro-encefalogram gemaakt waarop het verloop en de sterkte van de bio-elektrische activiteit van de hersenen is opgenomen. Dit elektro-encefalogram bevat golven die worden geëvalueerd volgens bepaalde frequentiepatronen (frequentiebanden), amplitudepatronen, lokale activiteitspatronen en hun frequentie van voorkomen. Over het algemeen wordt er gekeken welke curven aanwezig zijn, hoe snel ze zijn, of ze vervormd zijn en of de curves bepaalde patronen hebben.

Voor evaluatie kunnen ook speciale computerondersteunde methoden (bijv. Spectraalanalyse) worden gebruikt. Bijzonder informatie-rijk bij de evaluatie zijn de frequentiebanden, die over het algemeen in vier categorieën kunnen worden onderverdeeld: Deltagolffrequenties van 0.5 tot 3 Hz: deze frequentieband is vooral in diepe slaap waarneembaar en wordt gekenmerkt door langzame en grote amplitudes in het elektro-encefalogram. Theta-golffrequenties van 4 tot 7 Hz: deze frequenties komen voor tijdens diepe golven ontspanning of tijdens het in slaap vallen.

Langzame thetagolven zijn normaal bij kinderen en adolescenten. Bij volwassenen die wakker zijn, is het permanent voorkomen van thetagolven (en ook deltagolven) een opvallende bevinding. Alfagolven Frequenties tussen 8 en 13 Hz: Deze frequenties vertegenwoordigen het basisritme van de biolektrische activiteit van de hersenen en verschijnen in het elektro-encefalogram wanneer de ogen van de patiënt gesloten zijn en de patiënt in rust is. Beta-golffrequenties van 14 tot 30 Hz: deze frequentieband verschijnt wanneer sensorische stimuli optreden (dwz in de normale waaktoestand) of tijdens mentale spanning.