Aders | Vascularisatie van het been

Aderen

De aderen van de been zijn verdeeld in oppervlakkige en diepe aderen. De oppervlakkige aders lopen direct onder de huid en zonder bijbehorende slagaders, terwijl de diepe aders vaak worden genoemd als de slagaders en samen met hen lopen. Oppervlakkige en diepe aders zijn verbonden door verbindende aders (Vv.

Perforantes). De grootste oppervlakkige ader is de ader saphena magna. Het strekt zich uit van de binnenkant van de voet tot de heup, waar het uitkomt in de diepe vena femoralis.

In zijn loop ontvangt het de bloed van de voet ader netwerk en tal van andere kleine aderen van de been​ In het gebied van de veneuze ster net voordat deze uitmondt in het dijbeen ader, ontvangt het de externe pudenda-ader, die de bloed oppompen van het scrotum or vleien​ Ze vervoeren ook allemaal de bloed uit verschillende delen van de heup of huid.

De kleinere vena saphena parva bevindt zich in het gebied van de buitenrand van de voet. Het neemt ook bloed op uit het veneuze netwerk van de achterkant van de voet en loopt vervolgens langs de achterkant van de ondervoet been​ In het gebied van de popliteale fossa verdwijnt het in de popliteale ader.

  • Vena epigastrica superior, de
  • Vena circumflexa ilium superficialis en de
  • Vena accessoria steekt over naar de vena saphena magna bij de veneuze ster.

De diepe aders komen in naam en verloop zo ver mogelijk overeen met de slagaders. De belangrijkste ader van de onderste extremiteit is de dijader. Het ontvangt instroom van de voorste en achterste tibiale aderen, die het bloed transporteren van de diepe en oppervlakkige extensor- en buigspieren.

In de popliteale fossa komen ze in de popliteale ader, die vervolgens uitmondt in de femorale ader. Van daaruit stroomt het bloed via het inferieure vena Cava in de richting van de hart-.