Gesprekpsychologie: gesprekstherapie

Het klassieke toepassingsgebied voor conversatie psychotherapie zijn de zogenaamde neurotische ziekten, waaronder angst, Depressie, psychosomatische ziekten, seksuele stoornissen, enz. Het wordt ook beschouwd als een succesvolle behandelmethode voor verslavende stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en psychotische stoornissen.

Poliklinische behandeling

Bij een poliklinische behandeling plant de therapeut gewoonlijk eenmaal per week een sessie van 50 minuten. De gemiddelde duur van de behandeling is ongeveer 70 sessies verdeeld over twee jaar, maar dit hangt af van de ernst van de aandoening. Gesprekelijk psychotherapie is niet goedgekeurd als een voordeel van wettelijk volksgezondheid verzekering, noch vergoeden alle particuliere verzekeraars de kosten. Deze variëren van € 50, - tot € 100, - per uur therapie.

Samengevat

Jochen Eckert geeft enkele aanbevelingen om er als patiënt achter te komen of praten therapie of de therapeut geschikt is. In wezen wil de gesprekspsychotherapeut niets liever van zijn patiënt dan hem begrijpen, waardoor de patiënt ook zichzelf beter begrijpt. Psychiatrische en psychosomatische poliklinieken geven advies over of psychotherapie is een mogelijke behandeling en zo ja, wat voor therapie.

Vindt men via directe middelen toegang tot een therapeut, dan is het gebruikelijk en raadzaam om drie tot vijf voorbereidende gesprekken te regelen voordat de eigenlijke therapie wordt geregeld. Aan het einde van deze voorbereidende besprekingen moet de patiënt er zeker van zijn dat hij of zij met de therapie wil beginnen en een optimistisch gevoel hebben ontwikkeld dat er hulp voorhanden is.

Als de patiënt geestesziekte al een of meer intramurale behandelingen noodzakelijk heeft gemaakt, mag hij dit zeker niet voor de therapeut verbergen, inclusief eerdere zelfmoordpogingen. Van zijn kant dient hij ervoor te zorgen dat de therapeut de behandeling niet automatisch stopzet als dergelijke crises zich opnieuw voordoen.

De belangrijkste elementen van gesprekstherapie zijn:

Empathie / empathisch begrip: de therapeut moet proberen zijn cliënt / patiënt, zijn realiteit en zijn kijk op de wereld te begrijpen. Daarbij moet hij niet alleen letten op wat er verbaal wordt uitgedrukt, maar ook gebaren, gezichtsuitdrukkingen, enz. De dingen die de therapeut heeft begrepen en waargenomen, moet hij continu met zijn cliënt communiceren.

Waardering / acceptatie: De cliënt / patiënt dient zich - ongeacht wat hij voelt, wat hij uitdrukt of hoe hij handelt - volledig geaccepteerd te voelen door de therapeut. Hij moet het gevoel hebben dat de waardering van de therapeut niet afhangt van een bepaald gewenst gedrag. Deze fundamenteel positieve houding versterkt het zelfvertrouwen van de cliënt en consolideert zijn vertrouwen in de therapie.

Congruentie / echtheid: het punt hier is dat de therapeut een geïntegreerde persoonlijkheid moet vertegenwoordigen. Dit betekent dat zijn gedachten, gevoelens en daden moeten samenvallen (geen tegenstrijdigheden). Bovendien moeten de inhoud van wat wordt gecommuniceerd, de toon van de stem, gezichtsuitdrukkingen, gebaren en gevoelens consistent zijn in wat ze zeggen. De therapeut moet zich dus voor het grootste deel bewust zijn van zichzelf en zijn gevoelens. Hij mag geen rol spelen voor zijn klanten.