Operatie van een schouderluxatie

Operatieve therapie van schouderdislocatie

In het kader van de behandelprincipes bij schouderdislocatie is reeds een onderscheid gemaakt tussen conservatieve en chirurgische therapie. Aangezien er geen gestandaardiseerde procedure is die universeel kan worden toegepast, worden hieronder alleen de meest voorkomende chirurgische behandelingsmaatregelen besproken. Uw arts kan individueel beslissen welke chirurgische maatregel het beste voor u is.

  • Classificatie van schouderdislocatie
  • Leeftijd?
  • Zijn er eerdere schade? Bot-, kraakbeen- en weke delen laesies?
  • De pijn beoordelen
  • In hoeverre is er sprake van een functionele beperking (effecten op: mobiliteit, kracht (dead arm sign)
  • Is er een gevoel van instabiliteit?
  • Kunnen neurologische storingen, stoornissen in de bloedsomloop worden opgespoord?
  • Welke sportactiviteiten worden er beoefend? (Deze vraag is vooral belangrijk met betrekking tot therapeutische maatregelen; zie hieronder)
  • Welke schouderbelastende activiteiten worden (privé) uitgevoerd?

Veel voorkomende chirurgische ingrepen

Het is op dit moment niet mogelijk om alle chirurgische behandelingsmaatregelen voor schouderdislocatie te noemen en te beschrijven, omdat er te veel chirurgische ingrepen zijn. Op dit punt worden de meest voorkomende en bewezen bewerkingen genoemd en kort beschreven. Afhankelijk van de etiologie, het type en de richting van de dislocatie en de mate van intra-articulaire beschadiging van de schouderdislocatie, kunnen de verschillende technieken onder bepaalde omstandigheden zelfs gecombineerd worden.

U dient in dit opzicht uw behandelende arts te vertrouwen. Hij kan de omvang van uw aandoening zien en u individueel adviseren. Zowel open als arthroscopische technieken worden gebruikt in de loop van chirurgische therapie. Daarnaast zijn er anatomische en niet-anatomische reconstructietechnieken beschikbaar. 1. artroscopische chirurgische technieken: 2. verdere chirurgische technieken zijn: Mogelijke gevolgen en complicaties:

  • Werking volgens Neer,
  • Labrum - Capsule - Refixatie
  • Open chirurgische technieken
  • Operatie volgens banktype (anatomische open chirurgische techniek)
  • Operatie volgens Neer (anatomische open chirurgische techniek)
  • Eden - Long Hybinette (niet-anatomische open chirurgische techniek)
  • Putti - Platt
  • Operatie na Bristow - Helpt
  • Operatie volgens Mayer - Burgdorff
  • Operatie volgens Weber (niet-anatomische open chirurgische techniek)
  • Algemene risico's: secundaire bloeding, hematoom, wondgenezingsstoornis, infectie, trombose, longembolie, vaatletsel, zenuwen
  • Speciale gevolgen: bewegingsbeperking (vooral rotatie), artrose (late gevolgen)
  • Complicaties: herhaling, vertraagde botgenezing, pseudartrose, implantaatcomplicaties (verkeerde uitlijning, materiaalbreuk, losraken, allergie)