Littekens: vorming en soorten littekens

Hoe ontstaat een litteken?

Een val, een beet, een brandwond of een operatie: huidletsels kunnen littekens achterlaten. Deze treden op als onderdeel van het wondgenezingsproces: de door het letsel beschadigde of vernietigde huid wordt vervangen door minder elastisch littekenweefsel.

Niet elke wond resulteert echter in een litteken. Als bijvoorbeeld alleen de bovenste lagen van de epidermis beschadigd zijn, maar de basale laag – de onderste laag van de epidermis – intact is, kan vanaf daar nieuw huidweefsel worden gevormd (regeneratieve wondgenezing).

Herstellende wondgenezing laat littekens achter

Als echter naast de epidermis ook de tweede huidlaag (dermis) beschadigd raakt, werkt dit type reparatie niet meer. Het lichaam moet de beschadigde huid ‘patchen’ met bindweefsel (reparatieve wondgenezing): uit de wondranden vormt zich nieuw, niet erg stabiel weefsel (granulatieweefsel genaamd), dat het lichaam vult met collageen. Dit is een vezelachtig eiwit dat betrokken is bij de vorming van bindweefsel (huid, ligamenten, pezen).

Door de verhoogde bloedtoevoer ziet dit verse litteken er rood uit. Het is ook enigszins verhoogd in vergelijking met de omliggende gezonde huid. Als de bloedtoevoer afneemt, wat na maanden of zelfs jaren het geval kan zijn, trekt het collageen samen – het litteken wordt platter, bleker en zachter.

Littekenweefsel komt niet exact overeen met het vernietigde huidweefsel, maar is anders. Vergeleken met de omringende huid is deze meestal minder elastisch, heeft geen zweet- of talgklieren en ook geen sensorische cellen. Op dezelfde manier mist littekenweefsel pigmentvormende cellen (melanocyten) die normaal in de epidermis worden aangetroffen en die ervoor zorgen dat de huid bruin wordt bij blootstelling aan zonlicht.

Sommige littekens zijn een leven lang duidelijk zichtbaar, terwijl andere na verloop van tijd (bijna) verdwijnen.

Soorten littekens

Littekens kunnen er heel verschillend uitzien – onder andere afhankelijk van hoe ze zijn gevormd. Naast de conventionele, meestal symptoomvrije littekens met bleke, platte, witte huidovergroei, maken medische experts onderscheid tussen vier pathologische littekentypen:

Atrofische littekens.

Dit type litteken is verzonken. Dit komt doordat er te weinig littekenweefsel is gevormd, waardoor het de wond niet volledig vult. Atrofische littekens, oftewel littekendepressies, ontstaan ​​vaak na bijvoorbeeld ernstige acne.

Hypertrofische littekens

Deze verheven, verdikte en vaak jeukende littekens ontstaan ​​wanneer zich een overmatige hoeveelheid littekenweefsel vormt, maar beperkt tot het wondgebied. Dit gebeurt vaak na brandwonden of op buigpunten (bijv. knie, elleboog), waar door beweging hoge trekkrachten heersen. Soms verdwijnen deze littekens vanzelf.

Keloïden

Lees meer over deze vorm van pathologische littekens in het artikel Keloid.

Contracturen van littekens

Ze ontstaan ​​wanneer littekenweefsel samentrekt en ernstig verhardt. Dergelijke verharde littekens kunnen de mobiliteit beperken, vooral als ze zich in de buurt van de gewrichten bevinden. Littekencontracturen ontstaan ​​vaak na brandwonden, wondinfecties en uitgebreide verwondingen.

Littekens verwijderen

Ook al zijn littekens meestal onschadelijk en verspreiden ze zich zelden, toch beschouwen veel getroffen personen vooral grote en/of rode littekens als een esthetische smet en lijden ze daaronder. Het goede nieuws: het genezingsproces kan worden ondersteund door eigen en medische maatregelen.

Zeer opvallende of pathologische littekens, waarbij te weinig of te veel littekenweefsel wordt gevormd, kunnen door de arts op verschillende manieren worden verwijderd. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van icing, abrasie, lasers of een operatie.

Meer over de verschillende methodes lees je in het artikel Littekens verwijderen.

Litteken zorg

Een litteken kan meestal niet geheel onzichtbaar gemaakt worden. Er zijn echter manieren om ze onopvallender te maken en het weefsel soepeler te maken. Littekens houden bijvoorbeeld niet van de zon, kou of wrijving. Aan de andere kant zijn massages en het regelmatig aanbrengen van crème goed voor het littekenweefsel.

Meer over dit onderwerp leest u in het artikel Littekenverzorging.

Littekens: verloop en prognose

Vanwege het ontbreken van talg- en zweetklieren en de vaak verminderde gevoeligheid in het littekengebied, kunnen getroffen personen niet zweten op de littekenplaats of gevoelloosheid melden.

Bij zeer grote littekens of littekens op plekken die vaak aan beweging worden blootgesteld, kan de mobiliteit beperkt zijn. Dit komt doordat het littekenweefsel minder elastisch is dan de omliggende huid. Als het tijdens het bewegen aan spanning wordt blootgesteld, kan dit ongemakkelijk of zelfs pijnlijk zijn.

Daarnaast kan bij een ontstoken litteken ook littekenpijn ontstaan.