Klompvoet (Pes Adductus): behandeling, diagnose

Wat is een sikkelvoet?

Sikkelvoet is meestal een verworven en zelden een aangeboren voetafwijking. De naam komt van het feit dat de binnenkant van het voor- en middengedeelte van de voet vanaf de grote teen als een sikkel gebogen is.

Het treft meestal pasgeborenen. Baby- en peutervoeten zijn nog steeds erg rekbaar en daarom nemen ze soms een misvorming aan als ze in de baarmoeder niet goed uitgelijnd blijven. Deskundigen vermoeden ook dat het constant in buikligging liggen bij pasgeborenen sikkelvoet bevordert. Het is waarschijnlijker dat deze voetmisvorming terugkeert.

Hoe een sikkelvoet behandelen?

Wat te doen bij een sikkelvoet bij een baby?

Licht uitgesproken sikkelvoethoudingen worden gecompenseerd door lichte rekoefeningen van de binnenkant van de voet. Hierbij strekken ouders meerdere keren per dag de voetjes van hun pasgeboren baby onder begeleiding van de kinderarts.

Andere behandelmethoden

In zeldzamere gevallen is chirurgische ingreep noodzakelijk om de misvorming te corrigeren. Dit omvat het openen van de gewrichten aan de binnenkant van de voet en het verlengen van bepaalde strekspieren van de voet. Botstructuren worden alleen operatief gecorrigeerd als alleen de grote teen door de misvorming wordt aangetast.

Na de operatie wordt gedurende enkele weken een gipsverband aangebracht om de druk op de voet te verlichten. Daarna is intensieve fysiotherapie belangrijk om de sikkelvoet voorgoed te genezen. Orthopedische schoeninzetstukken helpen de getroffen persoon vervolgens om het succes van de therapie te behouden.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Bij oudere kinderen of volwassenen zal de arts een loopanalyse uitvoeren en, indien nodig, de diagnose bevestigen met beeldvormingsprocedures zoals röntgenfoto's of echografieën.

Wat zijn de kansen op herstel?

Als sikkelvoet vroeg wordt behandeld, zijn goede resultaten te verwachten. Een derde van de getroffenen heeft echter nog steeds last van beperkingen. Tot volledige normalisatie moet de sikkelvoet regelmatig door een arts worden onderzocht, zodat de behandelend arts indien nodig compenserende maatregelen kan nemen.

Dit voorkomt late effecten bij volwassenen, zoals spier- en gewrichtsschade als gevolg van loopproblemen en een daarmee gepaard gaande onbalans van spieren in het lichaam.