Geheugen: functie en structuur

Wat is geheugen?

Geheugen kan worden gezien als een proces of een structuur die mensen helpt informatie op te slaan en deze later terug te halen. Het geheugen is onderverdeeld in verschillende categorieën, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die nodig is om geheugeninhoud op te halen.

Ultrakortetermijngeheugen

Nieuw binnenkomende informatie verdringt snel de huidige inhoud in het onmiddellijkheidsgeheugen. Er wordt slechts een kleine hoeveelheid informatie overgedragen van het sensorische geheugen naar het kortetermijngeheugen.

Korte-termijn geheugen

Met het kortetermijngeheugen kunnen gegevens gedurende een periode van enkele seconden tot enkele minuten worden opgeslagen. U kunt bijvoorbeeld een getal dat u hebt opgezocht kort onthouden totdat u het opschrijft.

Lange termijn geheugen

Het langetermijngeheugen is de plek waar alle belangrijke informatie terechtkomt die de moeite waard is om te bewaren en die er anders voor zou zorgen dat het kortetermijngeheugen ‘overstroomt’. Deze vorm van geheugen wordt doorgaans bedoeld als we over geheugen spreken.

Declaratief en niet-declaratief geheugen

Het langetermijngeheugen is onderverdeeld in declaratief en niet-declaratief geheugen:

Declaratief geheugen (expliciet geheugen) is de term die door artsen wordt gebruikt om dat deel te beschrijven dat expliciete, dat wil zeggen bewuste, taalkundig opvraagbare inhoud opslaat. Het is verder onderverdeeld in:

  • episodisch geheugen (autobiografische kennis, dat wil zeggen kennis over de eigen persoon en ervaringen)

Het niet-declaratieve geheugen (ook wel impliciet geheugen genoemd) slaat impliciete inhoud op. Deze zijn niet direct toegankelijk voor het bewustzijn en daarom niet taalkundig terug te vinden. Hiertoe behoren bijvoorbeeld sterk geautomatiseerde vaardigheden zoals autorijden, fietsen, skiën of schoenveters strikken (procedureel geheugen).

Hoe werkt het geheugen?

Er is geen duidelijk afgebakende structuur in de hersenen voor het geheugen. Integendeel, een netwerk van zenuwcellen dat zich uitstrekt over verschillende delen van de hersenen is verantwoordelijk voor het vermogen om te onthouden en terug te roepen. Bij geheugenprocessen zijn dus verschillende hersengebieden tegelijkertijd actief.

Hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor geheugenprocessen

Frontale en temporale gebieden van de rechterhersenhelft zijn verantwoordelijk voor het verwerken van episodisch geheugen, terwijl dezelfde gebieden van de linkerhersenhelft verantwoordelijk zijn voor het verwerken van inhoud in het semantische geheugen. In versterkende of verzwakkende mate is ook het cerebellum erbij betrokken.

Om de geheugeninhoud terug te halen is de werking van de corpora mammillaria (behorend tot het diencephalon) belangrijk.

Welke problemen kunnen geheugen veroorzaken?

Bij geheugenstoornissen is het vermogen om te herinneren of te herinneren verminderd. De trigger kan bijvoorbeeld een trauma zijn, bijvoorbeeld een ongeval.

Wanneer het kortetermijngeheugen faalt, kunnen de getroffenen zich de direct voorafgaande gesprekken of gebeurtenissen niet herinneren, terwijl oudere gebeurtenissen, waarvan sommige jaren geleden plaatsvonden, nauwkeurig worden onthouden. Het kortetermijngeheugen neemt met de leeftijd steeds verder af. De getroffenen concentreren zich dan liever op gebeurtenissen die lang geleden hebben plaatsgevonden.

Bij schade aan de amygdala is de geheugeninhoud die verband houdt met emoties verstoord. De getroffenen kunnen zich alleen pure feiten herinneren zonder enige emotionele inhoud.