Ulna: functie, anatomie en ziekten

Wat is de ulna?

De ulna is een lang bot dat evenwijdig en dicht bij de straal (radius) ligt en daarmee verbonden is door een sterk membraan van strak bindweefsel. De ulna bestaat uit drie delen: de schacht (corpus) en een bovenste (proximale) en onderste (distale) uiteinde.

De schacht van de ellepijp heeft ongeveer dezelfde dikte als die van de straal. Het is driehoekig in dwarsdoorsnede, maar wordt naar de onderkant (richting de pols) afgerond. Aan de bovenkant is de ellepijp veel sterker dan aan de onderkant, omdat de gewrichtsverbinding van het opperarmbeen naar de onderarm voornamelijk via de ellepijp loopt. De gewrichtsverbinding tussen de onderarm en de hand vindt daarentegen vooral via de spaak plaats, waardoor de ellepijp hier minder sterk is.

Het achterste oppervlak van de elleboogbult (olecranon) ligt direct onder de huid en wordt beschermd door een slijmbeurs (bursa olecrani). Het bovenoppervlak is de insertie voor de driekoppige armspier (triceps brachii), de enige strekspier van de onderarm. Onder het processus coronoidea hecht zich de armflexor (brachialis).

De schacht van de ellepijp dient als bevestiging voor de diepe vingerflexor (flexor digitorum profundus) in de bovenste en middelste gebieden, die de 2e tot 5e vingers in de midden-, basis- en eindgewrichten buigt. In het onderste kwartier ontstaat de naar binnen gerichte vierkante rotator (pronator quadratus), die de handpalm naar beneden draait. Naast de diepe vingerflexor hechten zich nog twee andere spieren aan de achterste rand van de ulna: de ulnaire handflexor (flexor carpi ulnaris), die de pols buigt en naar buiten trekt, en de ulnaire handextensor (extensor carpi ulnaris), die de pols trekt. hand omhoog en naar buiten met de rug van de hand.

De gewrichtskop (caput ulnae) aan het onderste (distale) uiteinde van de ellepijp eindigt in het styloïde proces, dat met de pols is verbonden door een kraakbeenachtige gewrichtsschijf (discus articularis of triangularis) en ligamenteuze verbindingen draagt.

Wat is de functie van de ulna?

De functie van de ellepijp is om het opperarmbeen met de pols te verbinden – samen met de straal, die nauw verbonden is door een membraan. De veelheid aan spieren die zich aan de ellepijp hechten, maken flexie van de elleboog, pols en vingers, binnenwaartse en buitenwaartse rotatie van de handpalm, extensie en flexie van de hand, en buitenwaartse spreiding van de hand mogelijk.

Waar bevindt de ulna zich?

De ulna is een van de twee lange botten die het onderste uiteinde van de bovenarm verbinden met de handwortelbeentjes en dus met de hand.

Welke problemen kan de ulna veroorzaken?

De ellepijp kan in elke sectie breken, bijvoorbeeld ter hoogte van het olecranon (olecranonfractuur).

Bij een ulna plus variant is de ulna langer dan de radius door letsel of aangeboren, en korter bij een ulna minus variant.

De slijmbeurs aan het proximale uiteinde van de ulna (bursa olecrani) kan ontstoken raken, hetzij als gevolg van een open verwonding of voortdurende mechanische belasting (bureauwerk).