Atlas

Introductie

De atlas is de eerste halswervel en het deel van de wervelkolom dat het dichtst bij de schedel. Om deze reden draagt ​​het de last van het geheel schedel. Het wordt ook wel "knikken" genoemd omdat de structuur en de spieren die eraan vastzitten het knikken mogelijk maken.

Anatomie

Vanwege zijn speciale positie en zijn speciale functie, de atlas, net als de tweede halswervel (as), heeft een andere structuur dan alle andere wervellichamen. De atlas vormt een functionele eenheid met de as en bestaat uit een klein anterieur (ventraal) en een groot posterieur (dorsaal) wervelboog. Deze wervelbogen hebben elk een kleine benige aanhechting, de kleinere tuberkel anterius en de grotere tuberkel posterius.

Aan de binnenkant van de anterieure wervelboog is een kleine put, de fovea dentis. Dit dient als een gezamenlijke verbinding met de tweede halswervel, de as van de holen. Aan elke kant bevindt zich een verdikte botstructuur, de laterale massa.

Deze hebben aan de bovenkant een concaaf gewrichtsoppervlak (Facies articularis superior), dat dient als verbinding met het achterhoofdsbeen. Twee andere gewrichtsvlakken, de inferieure gewrichtsvlakken, bevinden zich aan de onderkant van de laterale massa. Deze dienen als verbinding met de as.

In het midden zit een groot gat, de Foramen vertebrale. Dit dient de doorgang van de spinal cord. Aan elke kant bevindt zich een klein botuitsteeksel, de Processus transversus.

Hierin zit een klein gaatje, het Foramen transversarium. Het leidt de arteria vertebralis, die de hoofd door het achterhoofdsgat (foramen magnum). De verschillende benige uitsteeksels dienen als oorsprong en uitgangspunt voor de prevertebrale musculatuur en maken zo de hoofd bewegen.

Gewrichten

De atlas is het centrale element van de twee hoofd gewrichten. Enerzijds vormt het het atlantooccipitale gewricht, wat de verbinding is tussen de schedel bot en de cervicale wervelkolom. Dit gewricht maakt flexie, extensie en laterale beweging van het hoofd mogelijk.

Het atlantoaxiale gewricht vertegenwoordigt de scharnierende verbinding tussen de eerste en tweede halswervel. Het maakt de rotatie van het hoofd mogelijk.