Darmflora: structuur en functie

Wat is de darmflora?

De darmflora is het geheel van alle darmbacteriën die delen van de menselijke dikke darm (in kleine hoeveelheden ook de endeldarm) koloniseren. De term darmflora gaat terug op de eerdere aanname dat deze verzameling micro-organismen tot het plantenrijk behoort (flora = plantenwereld). Omdat de bacteriën echter tot een apart koninkrijk (protista) behoren, is de term darmbacteriën, darmmicrobioom of darmmicrobiota een betere term.

Het merendeel van de darmflora – 500 tot 1000 verschillende darmbacteriesoorten – leeft in de dikke darm (op de darmwand). Hun aantal wordt geschat op ongeveer 10 biljoen, hun totale gewicht op ongeveer anderhalve kilogram.

Darmflora: enterotypen

Afhankelijk van de dominante bacteriestam zijn er grofweg drie verschillende soorten darmflora te onderscheiden, de zogenaamde enterotypen (van het Latijnse entero = darm):

  • Enterotype 1: bevat een bijzonder groot aantal bacteriën van het geslacht Bacteroides, die koolhydraten afbreken en goede producenten zijn van de vitamines biotine, riboflavine en pantotheenzuur.
  • Enterotype 3: bevat bijzonder grote aantallen Ruminococcus-bacteriën, die zeer goed zijn in het verteren van suikers en eiwitten

Experts bespreken of de samenstelling van de darmflora specifiek en blijvend kan worden beïnvloed door het type dieet (vezelgehalte etc.).

Ontwikkeling van de darmflora bij kinderen

De darm van een kind in de baarmoeder is nog volledig steriel. Pas tijdens het geboorteproces begint de kolonisatie met micro-organismen: Bacteriën van de darmflora van de moeder komen tijdens een natuurlijke (vaginale) geboorte via de mond van de baby het maag-darmkanaal van de baby binnen, waar ze de darmflora van het kind opbouwen en geleidelijk een stabiel lichaam vormen. microbioom.

Wat is de functie van de darmflora?

De vitale darmflora vervult verschillende taken:

Voedselvertering: de darmbacteriën ondersteunen de spijsvertering. Ze produceren vetzuren met een korte keten, zoals butyraat, acetaat en propionaat, uit onverteerbare voedingsvezels. Deze voorzien in een groot deel van de energiebehoefte van het slijmvlies van de dikke darm. Bovendien bevorderen de vetzuren met een korte keten de darmspieren en spelen ze een belangrijke rol bij de beweeglijkheid van de darmen (darmmotiliteit).

Neutraliserende gifstoffen: Sommige darmbacteriën kunnen giftige (giftige) stoffen neutraliseren, zoals nitrosaminen en polycyclische aromatische waterstofatomen. Veel van deze verbindingen worden als kankerverwekkend beschouwd.

Activerende medicijnen: Sommige medicijnen worden pas in de loop van de stofwisseling door de darmflora in hun actieve (effectieve) vorm omgezet. Dit geldt bijvoorbeeld voor antibiotica uit de sulfonamidegroep en voor het ontstekingsremmende middel sulfsalazine.

Immuunverdediging: De darmflora is uiterst belangrijk voor de immuunverdediging. Het darmslijmvlies heeft een oppervlakte van 300 tot 500 vierkante meter en vertegenwoordigt daarmee het grootste grensoppervlak van het lichaam. De ‘goede’ darmbacteriën die zich hier vestigen, voorkomen dat ziekteverwekkende ziektekiemen zich verspreiden en darminfecties veroorzaken. Bovendien trainen de darmbacteriën via speciale signaalstructuren het in de darm gelokaliseerde deel van het immuunsysteem (darmgeassocieerd immuunsysteem).

Waar bevindt zich de darmflora?

De darmflora koloniseert vooral de dikke darm (colon). In kleine hoeveelheden worden darmbacteriën ook in het rectum aangetroffen.

Welke problemen kan de darmflora veroorzaken?

De kolonisatie van de dunne darm met darmbacteriën is laag. Dit om te voorkomen dat voedingsstoffen uit voedsel, zoals vitamine B12, worden gemetaboliseerd door darmbacteriën in plaats van via het slijmvlies van de dunne darm in het lichaam te worden opgenomen. Als chirurgische ingrepen echter bijvoorbeeld resulteren in blinde darmlussen, kan de bacteriedichtheid in de dunne darm zodanig toenemen dat het resulterende vitamine B12-tekort bloedarmoede veroorzaakt.

Als de afscheiding van maagzuur door medicijnen wordt geremd (bijvoorbeeld bij brandend maagzuur of gastritis), kan dit op termijn de samenstelling van de darmflora verstoren.

De toediening van antibiotica kan ook het menselijke microbioom verstoren: individuele darmbacteriesoorten kunnen in hun groei worden geremd en andere kunnen in hun groei worden bevorderd – het evenwicht van de darmflora gaat verloren. Het gevolg kan milde klachten zijn zoals diarree, maar ook ernstige ontstekingen in de dikke darm.

Als de darmbacteriën Bifidus en Bacteroides die vitamine K synthetiseren, wat belangrijk is voor de bloedstolling, door medicijnen worden beschadigd, kan de bloedstolling worden verstoord.

De samenstelling van de darmflora heeft invloed op het optreden van darmkanker en andere ziekten.

Trefwoord probiotica

Bij probiotica nemen veel mensen specifiek ‘goede’ bacteriën voor de darmen (zoals melkzuurbacteriën) om hun darmflora te versterken, bijvoorbeeld bij diarree. Wanneer probiotica in voldoende grote hoeveelheden worden ingenomen, kunnen ze zelfs diarree voorkomen die wordt veroorzaakt door het rotavirus, en ook helpen bij diarree veroorzaakt door bestralingstherapie of antibiotica.

De als probiotica aangeleverde bacteriën nestelen zich echter pas bij regelmatige inname in de darmflora. Als de inname wordt stopgezet, verdwijnen ze weer en herstelt de “oude” darmflora zich na verloop van tijd.