Opipramol: effecten, toepassing, bijwerkingen

Hoe opipramol werkt

Opipramol is een tricyclisch antidepressivum en heeft een kalmerende, angstverlichtende en licht stemmingsverbeterende werking.

In tegenstelling tot conventionele antidepressiva is dit effect echter niet gebaseerd op het remmen van de heropname van neurotransmitters in de hersenen (zoals serotonine of noradrenaline). In plaats daarvan is een sterke binding aan specifieke bindingsplaatsen in de hersenen (inclusief sigma-1-receptoren) aangetoond. Het effect van opipramol is echter nog niet volledig opgehelderd.

Door extra bindingsplaatsen in verschillende delen van het centrale zenuwstelsel te bezetten, leidt het ook tot een aantal typische bijwerkingen. Opipramol heeft bijvoorbeeld een kalmerend effect, vooral aan het begin van de behandeling.

Opname, afbraak en uitscheiding van opipramol

De werkzame stof bereikt ongeveer drie uur na inname de maximale concentratie in het bloed. Het wordt grotendeels gemetaboliseerd in de lever en de helft ervan wordt na zes tot negen uur uitgescheiden, waarbij de uitscheiding voornamelijk via de nieren plaatsvindt.

Wanneer wordt opipramol gebruikt?

Gegeneraliseerde angststoornis wordt gekenmerkt door aanhoudende angst die geen verband houdt met een specifieke situatie of object. Somatoforme stoornissen zijn lichamelijke klachten waarvoor geen organische oorzaak kan worden gevonden.

Buiten deze door de geneesmiddelenautoriteiten goedgekeurde indicaties wordt het actieve ingrediënt nog steeds gebruikt om andere psychische stoornissen te behandelen (off-label gebruik).

De duur van de behandeling is afhankelijk van de klachten en wordt bepaald door de behandelend arts. Over het algemeen wordt een gemiddelde behandelingsduur van één tot twee maanden aanbevolen. In individuele gevallen kan de duur van de behandeling met opipramol echter sterk hiervan afwijken.

Hoe wordt opipramol gebruikt?

De meest voorkomende vorm van opipramol in Duitsland zijn tabletten. Er zijn echter ook omhulde tabletten en druppels. In Oostenrijk en Zwitserland zijn momenteel alleen Opipramol-omhulde tabletten verkrijgbaar.

Net als sommige andere psychiatrische medicijnen moet opipramol gedurende minimaal twee weken regelmatig worden ingenomen voordat kan worden vastgesteld of het medicijn daadwerkelijk helpt zoals gewenst.

Stoppen met opipramol

Als de behandelend arts wil stoppen met opipramol, zal hij of zij de dosis geleidelijk verlagen – artsen noemen dit ‘afbouwen’. Abrupt staken van de behandeling kan ongewenste ontwenningsverschijnselen veroorzaken.

Wat zijn de bijwerkingen van opipramol?

Bijwerkingen zoals vermoeidheid, droge mond en lage bloeddruk komen vaak voor (dat wil zeggen bij één op de tien tot één op de honderd patiënten), meestal aan het begin van de behandeling met opipramol.

Bijwerkingen die typisch zijn voor psychotrope geneesmiddelen (gewichtstoename, stijging van de leverenzymspiegels, huidreacties) komen slechts af en toe voor bij opipramol, d.w.z. bij één op de honderd tot één op de duizend behandelde patiënten.

Waar moet rekening mee worden gehouden bij het gebruik van opipramol?

Contra-indicaties en voorzorgsmaatregelen

Opipramol is gecontra-indiceerd bij:

  • acute urineretentie
  • overgevoeligheid voor de werkzame stof of tricyclische antidepressiva
  • geleidingsstoornissen in het hart (bijv. AV-blok)

Opipramol moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij:

  • Vergroting van de prostaat
  • Hartritmestoornissen
  • Gereedheid voor aanvallen
  • Bloedvormingsstoornissen
  • Nauwhoekglaucoom (vorm van glaucoom)

Leeftijdsbeperking

De ervaring met de werkzaamheid en veiligheid van opipramol bij kinderen en adolescenten is beperkt; daarom wordt het gebruik van opipramol onder de 18 jaar niet aanbevolen.

Interacties met andere geneesmiddelen

Therapie met opipramol sluit aanvullende behandeling met andere psychotrope geneesmiddelen doorgaans niet uit. Als echter centraal depressieve medicijnen (kalmeringsmiddelen, slaappillen) of medicijnen die de serotoninespiegel verhogen (zoals bepaalde antidepressiva zoals serotonineheropnameremmers) aanvullend worden toegediend, kan er sprake zijn van een wederzijdse versterking van de effecten.

Medicijnen die het hartritme beïnvloeden (waaronder bètablokkers, antihistaminica, bepaalde antibiotica, antimalariamiddelen) mogen tijdens de behandeling met opipramol alleen worden gegeven als dit absoluut noodzakelijk is.

Zwangerschap en borstvoeding

Opipramol en alcohol

Centrale saaiheid is een van de meest prominente bijwerkingen van opipramol. Alcohol kan deze verergeren. Zelfs kleine hoeveelheden alcohol kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken.

Vermijd het drinken van alcohol tijdens de behandeling met opipramol.

Hoe krijgt u medicijnen met opipramol?

Als centraal werkzame stof is opipramol in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland in elke doseringsvorm op recept verkrijgbaar en is het alleen verkrijgbaar in apotheken.

Verdere interessante informatie

De oorspronkelijke classificatie van opipramol als tricyclisch antidepressivum wordt steeds meer verlaten. In plaats daarvan wordt het steeds vaker een stemmingsverbeterende angstverlichter genoemd.

Door de ontwikkeling van selectievere antidepressiva voor de behandeling van depressie wordt opipramol steeds vaker alleen gebruikt bij gegeneraliseerde angststoornissen en soortgelijke klachten.

Het actieve ingrediënt opipramol wordt voornamelijk gebruikt in Duitsland en enkele andere Europese en Afrikaanse landen. Het actieve ingrediënt is niet goedgekeurd in de Verenigde Staten.