Hondenbeet: wat te doen?

Hondenbeet: kort overzicht

  • Wat te doen bij een hondenbeet? Eerste hulp: Reinig, desinfecteer en sluit de wond (bijvoorbeeld met een pleister). Druk een kiemvrij, steriel materiaal (bijv. steriel kompres) op een ernstig bloedende bijtwond en breng indien nodig een drukverband aan.
  • Risico's op hondenbeten: ernstig huid- en spierletsel, zenuwletsel (soms met daaropvolgende sensorische stoornissen), vaatletsel (soms met gevaarlijk bloedverlies), botletsel, wondinfectie, vorming van lelijke littekens.
  • Wanneer moet u een arts raadplegen? In principe moet elke bijtwond door een arts worden onderzocht en indien nodig worden behandeld (vooral bij hevig bloeden).

Opgelet!

  • Zelfs kleine bijtwonden kunnen geïnfecteerd raken. In het ergste geval ontstaat er een levensbedreigende tetanus- of hondsdolheidsinfectie!
  • Bij een hevig bloedende hondenbeetwond dient u zo snel mogelijk na de eerste behandeling een arts te raadplegen of de spoedarts te bellen!

Hondenbeet: wat te doen?

Als je een hond (onbedoeld) irriteert of bang maakt, kan hij snel bijten. Soms wordt alleen de huid oppervlakkig bekrast. Met zijn ronde tanden en krachtige kaakspieren kan een hond het slachtoffer echter ook ernstig weefselletsel toebrengen.

Over het algemeen worden bij een bijtwond van lichtere aard de volgende eerstehulpmaatregelen aanbevolen:

  • Wond reinigen: maak de bijtwond voorzichtig maar grondig schoon met lauw water en zeep zodra deze stopt met hevig bloeden.
  • Wond desinfecteren: Gebruik een geschikt wonddesinfectiemiddel om de hondenbeetwond te desinfecteren, indien beschikbaar.
  • Wond afdekken: Bij een kleine bijtwond is een pleister voldoende. Een grotere bijtwond daarentegen moet worden afgedekt met een steriel kompres of gaaskompres.
  • Op naar de dokter!

Bij een bijtwond met hevig bloeden moet u de volgende eerstehulpmaatregelen treffen:

  • Bloeden stoppen: druk een zo kiemvrij mogelijk materiaal (bijv. steriel kompres) op de bijtwond of in de wond.
  • Breng een drukverband aan als de bloeding bijzonder ernstig is.
  • Breng de patiënt onmiddellijk naar een arts of waarschuw de hulpdiensten (112) – vooral als de bloeding niet kan worden gestopt!

Hondenbeet: risico's

Een hondenbeet brengt verschillende risico's met zich mee: Aan de ene kant kan veel weefsel gewond zijn geraakt, zoals spieren, zenuwen, bloedvaten en botten. Ten tweede kunnen binnendringende ziektekiemen (vooral uit hondenspeeksel) een wondinfectie veroorzaken.

Weefselschade

Een hondenbeet kan in verschillende mate weefselschade veroorzaken. In milde gevallen raakt vaak alleen de oppervlakkige huidlaag (epidermis) gewond.

Bovendien kan een diepe hondenbeet naast huid- en spierweefsel ook zenuwen, bloedvaten en soms zelfs botten beschadigen. Zenuwbeschadigingen kunnen leiden tot zenuwstoringen (sensorische stoornissen). Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat het gevoel van aanraking in het getroffen gebied in de toekomst niet zo goed zal zijn als voorheen.

Bij vaatletsels kan het ontsnappende bloed zich ophopen in een nauwelijks rekbare spierschijf (= spiergroep omringd door fascia). Het gebied zwelt op en is erg pijnlijk. Artsen noemen dit het compartimentsyndroom. Als verder gevolg kunnen spierzwakte en zenuwtekorten ontstaan.

Bij zuigelingen en kleine kinderen heeft een hondenbeet vaak bijzonder slechte gevolgen: het dier kan daarin nog gemakkelijker hele lichaamsdelen (bijvoorbeeld oren, handen of zelfs het hele hoofd) bijten of afscheuren dan bij oudere kinderen en volwassenen.

Hondenbeet infectie

Ook bacteriën uit de huidflora van de gebeten persoon en omgevingsbacteriën kunnen de bijtwond infecteren. Dit komt echter minder vaak voor dan een wondinfectie veroorzaakt door bacteriën uit het speeksel van de hond.

Een geïnfecteerde bijtwond kun je herkennen aan zwelling en roodheid die zich rondom de wond verspreidt.

Volgens onderzoek resulteert vijf tot 25 procent van alle hondenbeten in een wondinfectie. Van geval tot geval hangt de waarschijnlijkheid van een hondenbeetwondinfectie af van verschillende factoren. Deze omvatten:

  • Het type en de mate van besmetting van de bijtwond.
  • mate van weefselvernietiging
  • het individuele patiëntenprofiel, bijvoorbeeld een verhoogd risico op infectie bij jonge kinderen, ouderen en een verzwakt immuunsysteem (bijvoorbeeld als gevolg van diabetes, HIV, kanker of cortisonbehandeling)
  • aangetaste lichaamsregio (hondenbeten op de handen, voeten, gezicht en geslachtsorganen leiden vooral vaak tot wondinfectie)

Sommige wondinfecties blijven gelokaliseerd. Het kan echter ook gebeuren dat de ziekteverwekkers zich verspreiden naar andere weefsels en organen. Mogelijke gevolgen zijn dan bijvoorbeeld:

  • Phlegmon: Dit is de verspreiding van de ontsteking naar het omliggende weefsel.
  • Abces: ophoping van pus in een holte veroorzaakt door het ontstekingsgerelateerde smelten van weefsel
  • Gewrichtsempyeem: ophoping van pus in de gewrichtsruimte (door verspreiding van de hondenbeetinfectie naar een aangrenzend gewricht)
  • Ontsteking van een volledig gewricht (artritis): Dit gebeurt echter zelden bij een hondenbeetinfectie.
  • sporadische verspreiding van de infectie naar andere organen, wat bijvoorbeeld kan leiden tot beenmergontsteking (osteomyelitis), meningitis of ophoping van pus in de lever, longen of hersenen.

Hondenbeet: wanneer naar een dokter?

Bij een hondenbeetwond is een bezoek aan de huisarts altijd aan te raden. Zelfs als de hond met zijn puntige tanden slechts kleine wondjes in de huid heeft achtergelaten, kunnen deze zeer diep reiken, wat de kans op wondinfectie vergroot.

Dit komt omdat ziektekiemen uit het speeksel van de hond diep in het weefsel kunnen doordringen en ontstekingen kunnen veroorzaken, terwijl de wondranden van het kleine ingangspunt snel aan elkaar plakken in de bovenste lagen van de huid, waardoor verdere wondverzorging overbodig lijkt.

Daarom zijn kleine bijtwonden over het algemeen gevaarlijker dan grote bijtwonden, die vaak hevig bloeden en langzamer sluiten.

Ook bij een hondenbeet is een bezoek aan de huisarts aan te raden, omdat de patiënt mogelijk een inenting tegen tetanus of hondsdolheid nodig heeft. Deze vaccinaties moeten zo snel mogelijk worden toegediend omdat beide ziekten levensbedreigend kunnen worden.

Hondenbeet: onderzoek door de arts

Allereerst zal de arts in een gesprek met de patiënt of de ouders (in het geval van kinderen met een hondenbeet) de medische voorgeschiedenis van de patiënt afnemen (anamnese). Mogelijke vragen zijn:

  • Waar en wanneer bent u (of uw kind) gebeten?
  • Is het uiterlijk van de wond veranderd sinds de hondenbeet? Zo ja, hoe (zwelling, roodheid, pusvorming etc.)?
  • Is er koorts geweest of is er sprake van koorts?
  • Zijn er nog andere symptomen zoals gevoelloosheid in de buurt van de bijtwond of bewegingsproblemen van het aangetaste lichaamsdeel?
  • Zijn er reeds bestaande aandoeningen (zoals diabetes)?
  • Gebruikt u (of uw kind) medicijnen (bijvoorbeeld cortisone of andere preparaten die het immuunsysteem onderdrukken)?

Als het niet uw eigen hond is, dient u dergelijke informatie indien mogelijk bij de eigenaar van de hond op te vragen en aan de arts door te geven.

Fysiek onderzoek

Na het anamnesegesprek volgt een lichamelijk onderzoek: de arts zal de hondenbeetwond nauwkeurig onderzoeken. Hij kijkt hoeveel weefsel beschadigd is, hoe erg de wond vervuild is en of er tekenen van ontsteking zijn (zoals zwelling, roodheid, hyperthermie, pusvorming).

Hij mag foto's maken van de hondenbeetwond (ter documentatie).

Bij een hondenbeet in de arm of het been zal de arts ook de beweeglijkheid van het aangedane ledemaat (zoals het elleboog- of kniegewricht) controleren. Ook worden spierkracht, reflexen en de tastzin van de huid (gevoeligheid) getest. Op deze manier kan eventuele schade aan spieren, pezen of zenuwen worden opgespoord.

Bloed Test

Bij een hondenbeetontsteking zijn bijvoorbeeld verschillende ontstekingsparameters in het bloed verhoogd, zoals witte bloedcellen (leukocyten) en C-reactief proteïne (CRP).

Hondenbeetwonddoekje

De arts neemt een uitstrijkje van de bijtwond of neemt monsters van de wondafscheiding voor meer gedetailleerde analyse in het laboratorium. Daar wordt gecontroleerd of in het monstermateriaal mogelijke ziekteverwekkers van een hondenbeetinfectie kunnen worden gekweekt. Als dat zo is, kan de arts de patiënt een geschikt medicijn tegen de ziektekiemen voorschrijven.

Imaging

Als er een vermoeden bestaat dat er bij de hondenbeet ook botweefsel is gewond, kan een röntgenonderzoek duidelijkheid bieden. In het geval van een hondenbeet in het gezicht of de schedel, zal de arts meestal een computertomografie (CT)-scan of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) bestellen.

Hondenbeet: Behandeling door de arts

De medische behandeling van een hondenbeetwond hangt af van welk deel van het lichaam het dier heeft gebeten en hoe uitgebreid de verwonding is. Algemene maatregelen voor wondverzorging zijn:

  • Reiniging van de bijtwond (bijv. met een 1% organojodiumoplossing)
  • Wondirrigatie met zoutoplossing
  • Debridement (excisie van gescheurd, verbrijzeld en dood wondweefsel)
  • Primaire wondverzorging: directe wondsluiting met pleister, weefsellijm, nietjes of hechtingen. Dit gebeurt bij ongecompliceerde bijtwonden die niet ouder zijn dan een paar uur.
  • Secundaire wondverzorging: De hondenbeetwond blijft aanvankelijk open (soms dagenlang) en wordt meerdere keren gereinigd voordat deze uiteindelijk wordt gesloten (bijvoorbeeld door hechten). Dit is nodig bij grote en/of gapende wonden en bij geïnfecteerde wonden.
  • Indien nodig, immobilisatie van het gewonde lichaamsdeel (vooral in geval van wondinfectie).

In sommige gevallen zal de arts de patiënt antibiotica geven om bacteriële wondinfectie te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld geschikt zijn bij verse, diepe bijtwonden en bijtwonden in kritieke lichaamsgebieden (handen, voeten, gebieden in de buurt van gewrichten, gezicht, geslachtsorganen).

Patiënten met een verhoogd infectierisico (zoals diabetici) en patiënten met implantaten (bijvoorbeeld kunsthartkleppen) krijgen na een hondenbeet vaak preventief antibiotica.

Als er al sprake is van een bacteriële wondinfectie, worden in alle gevallen antibiotica gebruikt.

Een tetanusvaccinatie wordt door de arts toegediend na een hondenbeet in geval van ontbrekende vaccinatiebescherming (bijvoorbeeld de laatste tetanusprik te lang geleden) of een onbekende vaccinatiestatus.

Een vaccinatie tegen hondsdolheid is noodzakelijk als een infectie niet kan worden uitgesloten (bijvoorbeeld bij een beet van een wilde hond, een beet van een gedomesticeerde hond die zich ongewoon vertrouwend of agressief gedraagt ​​– er wordt vermoed dat er sprake is van hondsdolheid!).

Voorkom een ​​hondenbeet

  • Laat een kind nooit alleen met een hond, ook al is het een verder goed opgevoede hond. Zelfs buiten het spel kan de hond het kind plotseling als een bedreiging beschouwen en bijten.
  • Let op waarschuwingssignalen van de hond, zoals het dier dat zich terugtrekt, zijn vleugels opheft en zijn tanden laat zien, grommen, platte oren, gegolfde vacht, staart omhoog of weggestopt.
  • Stoor de hond niet terwijl hij eet of slaapt! Als u voedsel wegneemt van een voedende hond of plotseling (en ruw) een slapende hond aanraakt, kan deze breken.
  • Wees vooral voorzichtig bij het omgaan met moederhonden en hun puppy's.
  • Houd honden die met elkaar aan het worstelen zijn niet gescheiden. Anders loop je het risico betrokken te raken bij het gevecht en gewond te raken.
  • Vermijd het maken van harde geluiden (zoals schreeuwen) in de buurt van de hond. Het dier kan harde geluiden als een bedreiging ervaren en vervolgens happen.
  • Vreemde honden mag je alleen aanraken of aaien als de eigenaar dat toestaat (hij kent zijn dier het beste). Laat de hond ook altijd aan u ruiken voordat u hem aanraakt.

Als een vreemde hond u benadert zonder eigenaar, moet u de volgende regels in acht nemen om te voorkomen dat u een hondenbeet riskeert:

  • Blijf kalm en sta stil!
  • Raak niet in paniek en schreeuw niet!
  • Staar de hond niet aan (zeker niet direct in de ogen)!
  • Zeg nee!" of “Ga naar huis!” of iets dergelijks met een lage stem.
  • Ga in het beste geval zijwaarts ten opzichte van het dier staan; directe confrontaties kunnen het dier tot een hondenbeet uitlokken.
  • Wacht tot de hond zijn interesse verliest en loop weg!

Leer uw kind ook over de juiste omgang met honden! Ze lopen vooral risico op een hondenbeet, vooral in kritieke gebieden zoals het hoofd en de nek.