Kinkhoest: symptomen, besmetting, behandeling

Kort overzicht

  • Symptomen: Blaffen, staccato hoesten, piepend ademhalingsgeluid bij het inademen na de aanvallen, minder typische symptomen bij volwassenen.
  • Ziekteverloop en prognose: De symptomen houden vaak enkele weken aan, meestal geneest kinkhoest zonder gevolgen. Complicaties zijn mogelijk; bij baby's zijn ernstige en levensbedreigende kuren mogelijk.
  • Oorzaken en risicofactoren: Bacteriële infectie met Bordetella pertussis, minder vaak verwante bacteriestammen. Overdracht door druppelinfectie, niet-gevaccineerde personen worden bijna altijd ziek na contact met de ziekteverwekker.
  • Behandeling: Antibiotica, inhalatie, voldoende drinken, rust; intramurale behandeling van hoogrisicopatiënten, zoals zuigelingen.
  • Onderzoeken en diagnose: Lichamelijk onderzoek, afhankelijk van het stadium van de ziekte, detectie van de ziekteverwekker, uitstrijkje, bacteriecultuur, PCR-detectie, detectie van antistoffen in het bloed.
  • Preventie: kinkhoestvaccinatie

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest (technische term: kinkhoest) is een besmettelijke, bacteriële infectieziekte. De belangrijkste ziekteverwekker heet Bordetella pertussis. Baby's en kinderen raken vaak besmet met kinkhoest, maar infectie is ook mogelijk bij adolescenten en volwassenen, vooral als ze niet zijn gevaccineerd of als hun vaccinatiebescherming is afgenomen.

Kinkhoest is zeer besmettelijk. Het wordt meestal overgedragen door druppelinfectie. In de loop van de infectie vormen de veroorzakende bacteriën een toxine (bacterieel toxine) dat de slijmvliezen van de luchtwegen beschadigt. Het toxine blijft een schadelijk effect hebben, zelfs als er geen bordetellae meer in het lichaam aanwezig zijn.

Risico op infectie en incubatietijd

Deze kleine druppeltjes bevatten kinkhoestbacteriën. Als ze op het slijmvlies van een gezond persoon terechtkomen (bijvoorbeeld door inademing), raakt deze geïnfecteerd.

Kinkhoest kan ook worden opgelopen door zoenen. Dit geldt ook als u hetzelfde bestek of drinkgerei gebruikt als iemand met de ziekte.

Ook als u tegen kinkhoest bent ingeënt en zelf niet ziek wordt, bestaat het risico dat u voor korte tijd drager van de bacterie wordt. Zo geef je de ziektekiemen ongemerkt door aan andere mensen.

Incubatietijd

Zoals bij de meeste infectieziekten duurt het enige tijd voordat kinkhoestsymptomen optreden na infectie. Deze zogenaamde incubatietijd bedraagt ​​bij kinkhoest ongeveer zeven tot twintig dagen.

De beste manier om uzelf tegen kinkhoest te beschermen, is door contact te vermijden met mensen die de ziekte hebben. Als er een familiegeschiedenis van ziekte is, is het raadzaam om zorgvuldige hygiëne te handhaven.

Kinkhoest bij volwassenen

Kinkhoest werd lange tijd beschouwd als een ‘kinderziekte’. Dit is echter niet waar. Steeds vaker krijgen ook adolescenten en volwassenen ermee te maken:

In 2008 bedroeg de gemiddelde leeftijd van kinkhoestpatiënten ongeveer 42 jaar. Tien jaar eerder was dit nog ongeveer 15 jaar. Nu treft tweederde van alle gevallen van kinkhoest mensen ouder dan 19 jaar.

Dit komt omdat volwassenen vaak vergeten de noodzakelijke boostervaccinatie te krijgen: Bijna alle kinderen worden tegen kinkhoest gevaccineerd als ze naar school gaan. De vaccinatie geeft echter geen levenslange immuniteit en moet worden versterkt. Wie dat niet doet, riskeert een kinkhoestinfectie als hij in contact komt met het vaccin.

Wat zijn de symptomen van kinkhoest?

Klassiek verloopt een kinkhoestinfectie in drie fasen, die elk gepaard gaan met verschillende symptomen:

1. koude fase (stadium catarrale): deze duurt één tot twee weken. In dit eerste stadium zijn de kinkhoestsymptomen nog aspecifiek. Ze worden daarom zelden correct geïnterpreteerd. In de meeste gevallen denken de getroffenen dat de symptomen een triviale verkoudheid zijn. Kinkhoestsymptomen van de eerste fase zijn:

  • Hoest
  • niezen
  • Keelpijn
  • Loopneus

2e aanvalsfase (stadium convulsivum): Deze fase duurt maximaal zes weken. Klassieke tekenen van kinkhoest verschijnen: krampachtige hoestbuien tot kortademigheid (ook wel ‘stokhoest’ genoemd), vooral ‘s nachts. Na een aanval ademen patiënten in via een spasme in het strottenhoofd met een gierend geluid.

In dit stadium van de ziekte hebben de meeste patiënten geen eetlust en weinig of geen slaap. Koorts komt zelden voor.

3e herstelfase (fase decrementi): Deze laatste ziektefase duurt maximaal tien weken. Gedurende deze tijd worden de hoestaanvallen geleidelijk zwakker en voelen patiënten zich snel weer fitter.

Kinkhoest bij volwassenen

Kinkhoest bij volwassenen verloopt vaak atypisch: de symptomen zijn zwakker, hoestaanvallen zijn minder ernstig en aanhoudend in plaats van aanvalachtig. Het risico op verstikking is laag.

Dit maakt de infectie echter niet minder gevaarlijk; Integendeel, veel zieke volwassenen denken eenvoudigweg dat kinkhoest een bijzonder aanhoudende maar vaak voorkomende hoest is. Ze gaan daarom vaak niet naar de dokter.

Ook volwassenen die kinkhoest krijgen, vormen vaak een gevaar voor anderen. Ze worden beschouwd als een ernstige bron van infectie voor zuigelingen en ouderen. Bij deze groepen mensen is kinkhoest soms ernstig.

Kinkhoest bij baby's en jonge kinderen

Hoe jonger een kind is, hoe gevaarlijker kinkhoest is. Kinderen hebben in het eerste levensjaar nog geen volledige vaccinatiebescherming opgebouwd. Daarom is kinkhoest op deze leeftijd vaak ernstig. Bovendien kunnen baby’s en peuters vaak nog niet zelfstandig gaan zitten en hoesten.

Baby's vertonen vaak geen typische symptomen. Kinkhoestaanvallen bij hen zijn vaak niet erg ernstig of staccato. Vaak wordt alleen een piepend geluid of een rood gezicht opgemerkt. Er zijn echter vaak onderbrekingen van de ademhaling (apneus) gedurende enkele seconden. Een indicatie hiervoor is de soms blauwachtige huidverkleuring (cyanose).

Symptomen van bijkomende ziekten

De typische kinkhoestsymptomen kunnen gepaard gaan met andere symptomen als patiënten een bijkomende ziekte ontwikkelen. Dit gebeurt bij ongeveer een kwart van alle patiënten. De reden is meestal dat kinkhoest laat wordt gediagnosticeerd en behandeld.

Vaak hebben de bacteriën zich dan al door het lichaam verspreid. Mogelijke bijkomende ziekten en secundaire symptomen van kinkhoest zijn:

  • Middenoor en longontsteking: Deze treden op wanneer de kinkhoestbacteriën door de gehoorgang of naar beneden in het longweefsel reizen.
  • Ribhernia en liesbreuk: ze worden veroorzaakt door bijzonder ernstige hoestbuien. Vaak worden deze hernia’s pas veel later herkend, bijvoorbeeld wanneer er hevige pijn ontstaat tijdens het sporten.
  • Ernstig gewichtsverlies: Dit komt vooral voor bij kinderen. Kinkhoest gaat vaak gepaard met een gebrek aan eetlust.

Wat is het beloop van kinkhoest?

Kinkhoest kan soms weken tot maanden aanhouden. Bij sommige patiënten is het verloop van de ziekte relatief mild, terwijl het bij andere patiënten ernstig is. In de regel geneest kinkhoest echter volledig zonder blijvende late gevolgen.

Bij ongeveer één op de vier kinkhoestpatiënten ontstaan ​​complicaties. Deze omvatten vooral longontsteking en middenoorontsteking. Kinderen worden vaker getroffen dan volwassenen.

Kinkhoest is vooral gevaarlijk voor baby's jonger dan zes maanden. In extreme gevallen veroorzaken de ademhalingsstops een aanzienlijk zuurstofgebrek, waardoor de hersenen beschadigd raken. Mogelijke gevolgschade omvat blijvende verlamming, gezichts- of gehoorstoornissen en psychische stoornissen.

Sterfgevallen als gevolg van kinkhoest bij baby's zijn mogelijk, maar zeer zeldzaam. Om ervoor te zorgen dat baby's met kinkhoest medisch nauwlettend worden gevolgd, wordt een ziekenhuisbehandeling aanbevolen.

Wat is het beloop van kinkhoest tijdens de zwangerschap?

Deskundigen raden momenteel aan dat zwangere vrouwen de kinkhoestvaccinatie aan het begin van het laatste trimester van de zwangerschap (vanaf de 28e week van de zwangerschap) krijgen, of al in het tweede trimester als er risico is op vroeggeboorte.

Door de vaccinatie vormt de aanstaande moeder antistoffen tegen de kinkhoestverwekkers, die zij doorgeeft aan het ongeboren kind. Zo krijgt de baby tijdens de eerste levensweken nestbescherming tegen kinkhoest.

De aanbeveling geldt ook voor elke nieuwe zwangerschap en ongeacht of een vrouw vóór de zwangerschap al tegen kinkhoest is ingeënt.

Ook is het raadzaam dat de omgeving van de zwangere vrouw, zoals partners, kinderen of grootouders, wordt ingeënt tegen kinkhoest.

Het is zeer onwaarschijnlijk dat de kinkhoestbacterie van een besmette zwangere vrouw op haar ongeboren kind wordt overgedragen.

Wat is de oorzaak van kinkhoest?

De bacterie scheidt ook verschillende gifstoffen (toxines) af. Deze beschadigen het omringende weefsel, vooral de cilia van de slijmvliezen in de luchtwegen. Bovendien verzwakken ze de lokale verdediging. Als gevolg hiervan vermenigvuldigen de ziektekiemen zich gemakkelijker.

Indien onbehandeld, veroorzaakt kinkhoest soms ernstige complicaties. Bij pasgeborenen is kinkhoest soms levensbedreigend.

Naast Bordetella pertussis zijn er zelden andere verwante Bordetella-soorten, zoals Bordetella parapertussis en Bordetella holmesii. Een infectie met deze ziekteverwekkers duurt echter meestal korter en minder ernstig.

Welke behandeling is nodig?

Net als bij andere ziekten geldt voor kinkhoest het volgende: de therapie en het verloop van de genezing van kinkhoest zijn afhankelijk van het stadium en de ernst van de ziekte.

Kinkhoesttherapie bij kinderen

Voor baby's met kinkhoest is een intramurale behandeling altijd aan te raden. In de kliniek kan het bronchiale slijm worden opgezogen – baby's kunnen het slijm niet ophoesten. Bovendien handelen artsen en verpleegkundigen snel en professioneel wanneer er ademhalingsstops dreigen of optreden.

Voor zieke kinderen is veel aandacht en genegenheid over het algemeen belangrijk. Bij kinkhoest is strikte bedrust niet nodig. Het is voldoende om het lichamelijk rustig aan te doen. Wandelingen in de frisse lucht en rustig spelen zijn toegestaan ​​en doen zelfs de meeste kinderen goed. Zorg er echter voor dat de omgeving weinig irriterende stoffen bevat.

Stel het kind gerust tijdens hoestaanvallen. Het is handig om het kind dan rechtop te laten zitten of rechtop te dragen. Inademen met heet water en zeezout verlicht soms het ongemak bij oudere kinderen. Voor jonge kinderen zijn er in de apotheek inhalatoren verkrijgbaar die geen risico op verbranding opleveren.

Huismiddeltjes hebben hun grenzen. Als de klachten langdurig aanhouden, niet verbeteren of zelfs verergeren, dient u altijd een arts te raadplegen.

De lucht in de kamer moet voldoende vochtig zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door regelmatige schokventilatie of vochtige doeken over de verwarming. Hierdoor wordt de luchtvochtigheid verhoogd.

Het is belangrijk dat patiënten voldoende drinken. Bereid bij voorkeur vloeibare of brijachtige maaltijden. Meerdere kleine maaltijden verspreid over de dag zijn beter aan te raden dan enkele grote maaltijden. Kinderen met kinkhoest zijn gevoelig voor kokhalzen en braken.

Zorg ervoor dat uw kind tijdens de infectieperiode niet samenkomt met andere kinderen of oudere mensen. Deze zijn bijzonder vatbaar voor infecties en mogelijk ernstige beloop en complicaties.

Behandeling met antibiotica kan daarna echter nog steeds nuttig zijn, omdat het de infectieketen doorbreekt: ongeveer vijf dagen na het starten van antibiotica zijn patiënten niet langer besmettelijk. Ze mogen dan weer naar gemeenschapsvoorzieningen zoals school en kleuterschool gaan.

De gebruikte antibiotica zijn onder meer erytromycine, azitromycine en claritromycine. Ze worden enkele dagen tot twee weken ingenomen, afhankelijk van het actieve ingrediënt.

Hoestsiroop helpt meestal niet of nauwelijks bij kinkhoest. Als het slijm dat in de bronchiën wordt gevormd erg taai is, kunnen mucolytische medicijnen soms helpen.

Kinkhoesttherapie bij volwassenen

De behandeling van kinkhoest bij volwassenen is vergelijkbaar met die bij kinderen. Antibiotica worden bij voorkeur gegeven in de vroege stadia van de ziekte. In latere stadia worden ze gebruikt om het risico op infectie voor andere mensen, vooral baby's, te verminderen. Voor hen is kinkhoest soms levensbedreigend.

Medewerkers van gemeenschapsinstellingen (zoals leraren, onderwijzers, verplegend personeel etc.) mogen pas weer aan het werk als de behandelend arts toestemming geeft. Aan de hand van onderzoek en laboratoriumbevindingen beoordeelt hij of de patiënt nog kinkhoestpathogenen uitscheidt.

Hoe stelt de dokter de diagnose?

Om het vermoeden van kinkhoest op te helderen, zal de arts eerst de medische geschiedenis van de patiënt afnemen (anamnese). Hiervoor praat hij met de patiënt of – in het geval van jonge kinderen – met de ouders over de klachten die optreden. Typische vragen zijn:

  • Hoe lang is de hoest al aanwezig?
  • Wordt er slijm opgehoest of is de hoest droger?
  • Zijn er problemen met de ademhaling na de hoestaanvallen?
  • Zijn er nog andere klachten (koorts, keelpijn, pijn op de borst, etc.)?

Als de typische kinkhoestsymptomen aanwezig zijn (bij kinderen), vergemakkelijkt dit de diagnose. Om dit te bevestigen worden laboratoriumtests uitgevoerd. Sommige bloedwaarden zijn bij kinkhoest soms verhoogd, zoals het aantal witte bloedcellen. Dit duidt op een ontsteking, maar is geen specifieke indicatie voor kinkhoest.

Laboratoriumonderzoek is vooral belangrijk als kinkhoest atypisch is. Dit is vooral het geval bij zuigelingen, maar komt ook vaker voor bij adolescenten en volwassenen. Deze laatste vertegenwoordigen nu de meest voorkomende leeftijdsgroep onder kinkhoestpatiënten.

Laboratoriumonderzoeken en kinkhoesttesten

Het type laboratoriumtests dat wordt gebruikt, is afhankelijk van het stadium van de ziekte.

Gedurende de eerste twee tot drie weken na het begin van het hoesten wordt geprobeerd de kinkhoestziekteverwekker direct op te sporen. Om dit te doen, neemt de arts een uitstrijkje uit de diepe keel of zuigt wat bronchiaal slijm op dat naar boven wordt gedragen als de patiënt hoest.

Een andere mogelijkheid is de zogenaamde serumdiagnostiek. Hierbij wordt het bloedserum van de patiënt getest op antilichamen tegen de kinkhoestpathogenen. Deze methode is alleen mogelijk in gevorderde stadia van de ziekte: dergelijke specifieke antilichamen kunnen pas ongeveer drie weken na het begin van het hoesten worden gedetecteerd.

Als de arts complicaties of secundaire ziekten van kinkhoest vermoedt (zoals middenoorontsteking of longontsteking), zijn passende verdere onderzoeken noodzakelijk.

Kinkhoest is meldingsplichtig

Sinds 2013 geldt er in Duitsland een meldingsplicht voor kinkhoest: als kinkhoest wordt vermoed en de ziekte is bewezen, moet de arts de naam van de patiënt doorgeven aan het verantwoordelijke gezondheidsbureau. Sterfgevallen door kinkhoest zijn ook te melden.

Kinkhoest vaccinatie

Vooral de volgende groepen mensen worden aangeraden zich te laten vaccineren tegen kinkhoest:

  • Vrouwen in de vruchtbare leeftijd
  • Nauwe contacten van zwangere vrouwen in hetzelfde huishouden en verzorgers (bijv. kinderopvang, ouders, broers en zussen), bij voorkeur vier weken vóór de geboorte van het kind
  • Zorgzame ouders van een kind met kinkhoest
  • Medewerkers in de gezondheidszorg, maar ook in gemeenschapsvoorzieningen

Lees meer in het artikel kinkhoestvaccinatie.