Posttraumatische stressstoornis: definitie

Kort overzicht

  • Therapie: psychotherapie, bij volwassenen soms met ondersteuning van medicijnen, diverse therapievormen zoals confrontatietherapie, psychodynamische fantasierijke traumatherapie, bij kinderen leeftijdsadequate gedragstherapie met betrokkenheid van ouders of verzorgers
  • Oorzaken: Traumatische ervaringen zoals fysiek geweld door oorlog of verkrachting, mensen zonder sociale steun of met een psychische aandoening zijn gevoeliger, complexe PTSS heeft als oorzaak meestal bijzonder ernstige, repetitieve en langdurige trauma's zoals marteling, seksuele uitbuiting
  • Diagnose: Bepaling van lichamelijke symptomen die met enige tijdsvertraging optreden na trauma (differentiatie van acute stressreactie met vergelijkbare symptomen zonder tijdsvertraging is belangrijk), traumatherapeut vraagt ​​naar medische geschiedenis, gestandaardiseerde tests (zoals CAPS, SKID-I), aan bepaalde criteria volgens ICD-10 moet worden voldaan
  • Prognose: Vaak goede kansen op herstel, vooral als op tijd de juiste therapie wordt gestart, ondersteund door de sociale omgeving; als de symptomen al enige tijd zonder behandeling aanwezig zijn, bestaat het risico op een chronisch beloop.

Wat is een posttraumatische stressstoornis?

Posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een psychische aandoening die optreedt na traumatische gebeurtenissen.

De term trauma komt uit het Grieks en betekent ‘wond’ of ‘nederlaag’. Trauma beschrijft dus een zeer stressvolle situatie waarin de getroffen persoon zich overgeleverd voelt aan anderen en hulpeloos is. Dit heeft geen betrekking op normale, zij het pijnlijke, levenssituaties zoals het verlies van een baan of het overlijden van familieleden. Een posttraumatische stressstoornis wordt veroorzaakt door buitengewoon en extreem lijden.

Posttraumatische stressstoornis wordt ook wel posttraumatisch stresssyndroom genoemd omdat het soms veel verschillende symptomen met zich meebrengt. Mogelijke symptomen zijn angst, prikkelbaarheid, slaapstoornissen of paniekaanvallen (snelle hartslag, trillen, kortademigheid). Typisch zijn ook flashbacks: de herhaalde ervaring van de traumatische situatie, waarbij de getroffen persoon wordt overspoeld door de herinneringen en emoties.

Frequentie

Een posttraumatische stressstoornis treedt meestal zes maanden na de traumatische gebeurtenis op en kan op alle leeftijden voorkomen. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat acht procent van de bevolking één keer in zijn leven een posttraumatische stressstoornis ervaart. Volgens een ander onderzoek lopen artsen, soldaten en politieagenten een tot 50 procent verhoogd risico op PTSS.

Volgens onderzoeken leidt verkrachting in 30 procent van de gevallen tot een posttraumatische stressstoornis.

Complexe posttraumatische stressstoornis

Een complexe posttraumatische stressstoornis vereist een bijzonder ernstig of bijzonder langdurig trauma. Getroffen personen vertonen gewoonlijk een chronisch ziektebeeld met persoonlijkheidsveranderingen. Symptomen hebben dus vooral invloed op de persoonlijkheid en het gedrag.

Hoe wordt een posttraumatische stressstoornis behandeld?

Posttraumatische stressstoornis moet worden behandeld door een psychiater of psycholoog die is opgeleid in traumatherapie. Als de verkeerde behandelmethode wordt gebruikt, kan de posttraumatische stressstoornis zich anders verankeren.

Sommige mensen die een traumatische ervaring willen verwerken, zoeken aanvullende hulp door ideeën uit te wisselen met andere patiënten en zich aan te sluiten bij zelfhulpgroepen.

Psychotherapie

Stap 1: Veiligheid

De eerste prioriteit is het creëren van een beschermde omgeving en een gevoel van veiligheid voor het individu. De patiënt moet zich redelijk veilig en beschermd voelen om met zijn of haar posttraumatische stressstoornis om te kunnen gaan. Daarom wordt aan het begin van de behandeling vaak een gedeeltelijk of volledig verblijf in het ziekenhuis aanbevolen. De duur van een ziekenhuisopname hangt onder meer af van de ernst en of de getroffen persoon bijvoorbeeld ook last heeft van ernstige depressieve symptomen.

Voordat psychotherapie wordt gestart, krijgt de patiënt doorgaans voorlichting (psycho-educatie) zodat hij of zij de posttraumatische stressstoornis als ziektebeeld beter kan begrijpen.

Stap 2: Stabilisatie

Aanvullende medicatieondersteuning kan soms nuttig zijn bij het verlichten van angst. Medicijnen worden echter niet als enige of primaire therapie gebruikt. Bovendien hebben patiënten met een posttraumatische stressstoornis een groter risico om afhankelijk te worden van medicijnen. Daarom worden medicijnen selectief en onder observatie ingenomen. Als actieve ingrediënten worden alleen sertraline, paroxetine of venlafaxine gebruikt.

Het wordt niet aanbevolen om psychotrope geneesmiddelen te gebruiken bij kinderen en adolescenten.

Stap 3: Overwinnen, integratie en rehabilitatie

In dit stadium heeft de patiënt al zelfvertrouwen gekregen en technieken geleerd om zijn of haar emoties enigszins te kunnen sturen. Nu begint het ‘traumawerk’:

Een andere therapiemethode die speciaal voor PTSS is ontwikkeld, is Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Hier maakt de patiënt langzaam kennis met het trauma in de beschermde therapiesetting. Op het moment van herinnering en wanneer de angst weer opkomt, is het de bedoeling gewenning aan de trauma-ervaring te bereiken door een snelle, schokkerige verandering in de horizontale kijkrichting.

Uiteindelijk moet de traumatiserende ervaring ingebed worden in de mentale processen en niet langer leiden tot angst en hulpeloosheid.

Therapie van complexe posttraumatische stressstoornis

Complexe posttraumatische stressstoornis wordt in Duitstalige landen vaak behandeld met psychodynamische fantasierijke traumatherapie (PITT) volgens Luise Reddemann. Deze fantasierijke therapie combineert doorgaans verschillende behandeltechnieken.

In dit proces leert de patiënt mentaal een veilige ruimte te creëren om zich terug te trekken wanneer de emoties die verband houden met de gebeurtenis te sterk worden. Het doel hier is om posttraumatische stressstoornis te overwinnen door wat er werd ervaren in te bedden in de normale emotionele wereld.

Andere behandelmogelijkheden zijn onder meer Prolonged Exposure Therapy (PE), waarbij de patiënt de traumatische situatie opnieuw beleeft en het trauma opnieuw beleeft. De therapiesessie wordt op band opgenomen. De patiënt luistert dagelijks naar de opname totdat de emoties die deze teweegbrengen afnemen.

Narrative Exposure Therapy (NET) is een combinatie van getuigenistherapie (een kortetermijnprocedure voor de behandeling van getraumatiseerde overlevenden van politiek geweld) met klassieke gedragstherapieprocedures. In dit proces wordt de gehele levensgeschiedenis van onopgelost trauma van de patiënt verwerkt. Na verloop van tijd raakt de patiënt hieraan gewend en plaatst hij ze in zijn of haar levensgeschiedenis.

Korte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP) combineert cognitief-gedragsmatige en psychodynamische elementen in 16 therapiesessies. Het omvat vijf elementen: psycho-educatie, exposure, schrijfopdrachten en werken met geheugenlacunes, betekenistoeschrijving en -integratie, en een afscheidsritueel.

Therapie met kinderen en adolescenten

De mate waarin ouders of verzorgers betrokken zijn, hangt af van de leeftijd van de getroffen persoon. Hoe jonger het kind, des te urgenter is de steun van naaste mensen om het geleerde in de therapie in praktijk te brengen.

Wat zijn de onderliggende oorzaken?

De oorzaken van een posttraumatische stressstoornis zijn soms zeer divers. Hoe dan ook is het een traumatische ervaring. De getroffen persoon wordt ernstig bedreigd; het is een kwestie van zijn of haar eigen voortbestaan.

Lichamelijke ervaringen van geweld in de vorm van verkrachting, marteling of oorlog zijn doorgaans zelfs bevorderlijker voor een posttraumatische stressstoornis dan natuurrampen of ongelukken waarvoor niemand direct verantwoordelijk is. Het ervaren menselijk geweld is doorgaans niet verenigbaar met het eerder bestaande wereldbeeld. Er is dan sprake van een directe ‘vijand’ die de dreiging vertegenwoordigt.

De complexe vorm van posttraumatische stressstoornis wordt meestal veroorzaakt door bijzonder ernstige, repetitieve en langdurige traumatische ervaringen. Voorbeelden zijn onder meer kindertrauma door fysieke mishandeling of seksueel misbruik. Andere ernstige trauma’s waardoor mensen een complexe posttraumatische stressstoornis ontwikkelen, zijn onder meer marteling, seksuele uitbuiting of andere vormen van ernstig georganiseerd geweld (zoals mensenhandel).

Wat zijn de tests en diagnoses?

Posttraumatische stressstoornis moet worden onderscheiden van acute stressreactie. De symptomen zijn in beide gevallen vergelijkbaar (zoals angst, verwarring, isolatie). Een acute stressreactie verwijst echter naar een toestand van psychologische overweldiging onmiddellijk na het ervaren van een ernstige fysieke of psychologische aandoening. Posttraumatische stressstoornis daarentegen presenteert zich met een vertraging na het trauma.

Als een patiënt lichamelijke symptomen ervaart zoals kortademigheid, snelle hartslag, trillen of zweten, is de eerste persoon die hij of zij gewoonlijk raadpleegt zijn of haar huisarts. Hij of zij zal eerst organische oorzaken ophelderen. Als er een vermoeden bestaat van een posttraumatische stressstoornis, verwijst hij of zij de patiënt door naar een psychiater of psychotherapeut.

Medische geschiedenis

Bij het eerste consult met een speciaal opgeleide traumatherapeut wordt doorgaans niet de diagnose ‘posttraumatische stressstoornis’ gesteld. In plaats daarvan stelt de therapeut eerst vragen over de levensgeschiedenis van de patiënt en eventuele bestaande medische aandoeningen. Tijdens deze anamnese vraagt ​​de therapeut de patiënt ook om de symptomen gedetailleerd te beschrijven.

test

Voor de diagnose van posttraumatische stressstoornis zijn verschillende gestandaardiseerde vragenlijsten beschikbaar:

De zogenaamde Clinician-Administered PTSD Scale (CAPS) is speciaal ontwikkeld voor de diagnose van posttraumatische stressstoornis. Het bevat in eerste instantie vragen over het trauma zelf. Daarna volgen vragen over of, hoe vaak en in welke intensiteit de verschillende PTSS-symptomen voorkomen. Ten slotte worden depressie of zelfmoordgedachten verhelderd.

Ook de SKID-I test (“gestructureerd klinisch interview”) is een veelgebruikte methode om posttraumatische stressstoornis te diagnosticeren. Het is een geleid interview: de interviewer stelt specifieke vragen en codeert vervolgens de antwoorden. Bij intramurale patiënten duurt het voltooien van een SKID-I-test gemiddeld 100 minuten. Met deze test kan de diagnose PTSS worden bevestigd.

Of er sprake is van een complexe posttraumatische stressstoornis, wordt doorgaans ook met behulp van een interview vastgesteld. Het ‘Structured Interview of Disorders of Extreme Stress’ (SIDES) is voor dit doel succesvol gebleken.

Een Duitstalige testversie is het “Interview on Complex Posttraumatic Stress Disorder” (I-KPTBS). Hier stelt de arts of therapeut ook vragen aan de patiënt en codeert vervolgens de antwoorden.

Diagnostische criteria

Om een ​​posttraumatische stressstoornis te diagnosticeren, moet volgens de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD-10) aan de volgende criteria worden voldaan:

  • De patiënt werd blootgesteld aan een stressvolle gebeurtenis (van buitengewone dreiging of catastrofale omvang) die bij vrijwel iedereen hulpeloosheid en wanhoop zou veroorzaken.
  • Er zijn opdringerige en aanhoudende herinneringen aan de ervaring (flashbacks).
  • Prikkelbaarheid en uitbarstingen van woede
  • Moeite met concentreren
  • moeite met inslapen en doorslapen
  • overgevoeligheid
  • Verhoogde springerigheid
  • Een gedeeltelijk tot volledig onvermogen om de stressvolle gebeurtenis te herinneren
  • Symptomen verschijnen binnen zes maanden na het trauma.

Daarnaast wordt voor functionele gezondheid het classificatiesysteem International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) in aanmerking genomen. De ICF wordt bijvoorbeeld gebruikt om de psychosociale aspecten van de gevolgen van ziekten en de mate van invaliditeit vast te leggen.

Welke symptomen treden op?

Hoe posttraumatische stressstoornis zich in detail manifesteert en welke gevolgen op lange termijn mogelijk zijn, leest u in het artikel ‘Posttraumatische stressstoornis – symptomen’.

Wat is het beloop van de ziekte en de prognose?

Met adequate psychotherapie duurt een posttraumatische stressstoornis gemiddeld 36 maanden. Zonder therapeutische ondersteuning duurt de behandeling aanzienlijk langer, gemiddeld 64 maanden. Steun uit de sociale omgeving is bovendien van groot belang voor het genezingsproces en om de kans op terugval te verkleinen. Als de symptomen echter jarenlang aanhouden, ontwikkelt ongeveer een derde van de getroffenen een chronisch beloop.

Sommige patiënten slagen erin het trauma te zien als een rijpingsproces en iets positiefs uit de ervaring te halen (‘traumatische groei’ genoemd). Vaak helpen ze dan andere slachtoffers met het omgaan met hun posttraumatische stressstoornis of raken ze betrokken bij slachtoffersorganisaties.