Contactallergie: triggers en behandeling

Contactallergie: beschrijving

Contactallergie is een overdreven reactie van het immuunsysteem op een bepaalde stof waarmee de huid in contact is gekomen. De aangetaste huidgebieden reageren allergisch, ze raken ontstoken en jeuken.

Contactallergie komt relatief vaak voor. Ongeveer acht procent van de volwassenen in Duitsland wordt getroffen – vrouwen vaker dan mannen.

Contactallergie is een zogenaamde allergie van het vertraagde type IV of late type. Het wordt gekenmerkt door het feit dat de symptomen pas 24 uur tot drie dagen na contact met de allergietrigger (allergeen) verschijnen. Nikkel is het meest voorkomende contactallergeen. Maar ook andere metalen, planten of geurstoffen kunnen een contactallergie veroorzaken.

Wat gebeurt er tijdens een allergie?

Contactallergie: symptomen

Een contactallergie manifesteert zich in veranderingen op de huid die ongeveer één tot drie dagen na huidcontact met het allergeen optreden. De volgende symptomen kunnen optreden op de plaatsen waar de huid in contact is gekomen met de allergene stof:

  • Rood worden van de huid (erytheem)
  • zwelling (angio-oedeem)
  • sijpelende blaasjes
  • vorming van de kwaddel
  • korstvorming of schilfering
  • jeuk of branderig gevoel

Bij langdurig huidcontact ontstaat chronische contactdermatitis: de huid wordt grover, verhoornd en vormt ribbels (lichenificatie).

Contactallergie: oorzaken en risicofactoren

Elke stof die in het milieu wordt aangetroffen, kan in theorie contactallergie veroorzaken. Veel voorkomende contactallergenen zijn echter:

  • Metalen (bijv. nikkel in sieraden, ritsen, knopen)
  • Geuren (bijvoorbeeld in parfums, zepen, cosmetica)
  • conserveringsmiddelen
  • planten (bijv. kamille, bijvoet, arnica)
  • essentiële oliën (bijvoorbeeld citroen- of pepermuntolie)
  • reinigingsmiddelen (bijv. wasverzachters)
  • latex (bijvoorbeeld als latexhandschoenen)

Contactallergie: onderzoeken en diagnose

Om een ​​“contactallergie” te kunnen diagnosticeren, moet de arts eerst de medische geschiedenis van de patiënt afnemen (anamnese). Om dit te doen, vraagt ​​​​hij de patiënt bijvoorbeeld:

  • Wanneer verschenen de symptomen voor het eerst?
  • Zijn de symptomen beperkt tot één deel van de huid?
  • Is er iets dat de symptomen kan verlichten, bijvoorbeeld door bepaalde kledingstukken of sieraden te vermijden?
  • Heeft u bekende allergieën?

Vervolgens onderzoekt de arts de betreffende huidgebieden gedetailleerder. Vervolgens voert hij een epicutane test (patchtest) uit om mogelijke allergenen te identificeren. Een monster van de betreffende allergene stoffen wordt afzonderlijk op de rug van de patiënt aangebracht en bedekt met pleisters. Na één tot twee dagen verwijdert de arts de pleisters en kijkt of een van de aangebrachte stoffen daadwerkelijk een plaatselijke overgevoeligheidsreactie van de huid heeft veroorzaakt (roodheid, vorming van kwaddels).

Uitsluiting: Toxische contactdermatitis

Contactallergie: behandeling

Een contactallergie kan niet volledig genezen worden. De sensibilisatie van het immuunsysteem tegen het betreffende allergeen blijft meestal levenslang bestaan. Men kan echter proberen huidcontact met het allergeen te vermijden. Indien dit niet (altijd) mogelijk is, kan men in ieder geval de symptomen van de contactallergie verlichten met medicijnen of UV-therapie. Bovendien moeten de aangetaste huidgebieden goed worden gereinigd om het genezingsproces te bevorderen. Hydraterende en huidverzorgingsproducten helpen de huid te herstellen. Rehydraterende crèmes, oliën of baden worden aanbevolen.

Geneesmiddel

Indien nodig kan een zalf met cortison op de huid worden aangebracht. Cortison remt de overmatige immuunrespons en vermindert zo de ontstekingsreactie in de huid. Het type cortisone en de duur van het gebruik moeten door de arts zorgvuldig worden afgewogen tegen de bekende bijwerkingen van de behandeling: Cortison kan onder andere de huid dunner en vlekkerig maken bij langdurig gebruik. Daarom mogen preparaten die cortison bevatten slechts gedurende een korte tijd en op kleine delen van de huid worden aangebracht.

Bij chronisch handeczeem kan de arts de werkzame stof alitertinoïne (structuur vergelijkbaar met vitamine A) voorschrijven. Het heeft een ontstekingsremmende werking en reguleert het immuunsysteem. Vanwege het vruchtbaarheidsbeschadigende effect moeten vrouwen in de vruchtbare leeftijd zorgen voor effectieve anticonceptie tijdens de behandeling en gedurende nog eens vier weken daarna.

UV-therapie

Bij chronisch eczeem (vooral chronisch handeczeem) kan UV-therapie (een vorm van lichttherapie) helpen. Er wordt gebruik gemaakt van bestraling met UV-B-licht (UVB-therapie) of bestraling met UV-A-licht in combinatie met de werkzame stof psoraleen (PUVA-therapie). Psoraleen kan worden ingenomen of plaatselijk op de huid worden aangebracht.

Vermijd contact met allergenen

Mensen met een contactallergie moeten de allergene stof zoveel mogelijk vermijden. Indien nodig kan de huid beschermd worden met speciale kleding en handschoenen, bijvoorbeeld als men allergisch is voor schoonmaakmiddelen. Soms moeten bepaalde activiteiten echter helemaal worden vermeden, bijvoorbeeld op het werk.

Contactallergie: verloop van de ziekte en prognose

Een contactallergie blijft doorgaans een leven lang bestaan. Afhankelijk van op welke allergenen de getroffen persoon reageert, hoe sterk het immuunsysteem is gesensibiliseerd en hoe lang het contact met de allergene stof duurt, kunnen de symptomen milder of ernstiger zijn. Als de uitlokkende stoffen worden vermeden, verdwijnen de symptomen vaak binnen twee tot drie weken vanzelf.

Als een contactallergie langdurig aanhoudt, kunnen de aangetaste huidgebieden besmet raken door schimmels of bacteriën. De huid wordt dan warm, erg rood of gezwollen en pijnlijk. Een infectie wordt, afhankelijk van de ziekteverwekker, behandeld met antimycotica (tegen schimmels) of antibiotica (tegen bacteriën).

Contactallergie: preventie mogelijk?

Contactallergie treedt meestal op zonder voorlopers, er is geen profylaxe. Het is echter mogelijk om het risico op allergieën in het algemeen te verminderen. Het is bijvoorbeeld bekend dat baby's die borstvoeding krijgen minder vaak last hebben van allergieën. Als kinderen opgroeien in huishoudens met dieren, verkleint dit ook hun risico op het ontwikkelen van allergieën zoals contactallergie.