Psychoanalyse: definitie, redenen, proces

Kort overzicht

  • Omschrijving: Dieptepsychologische methode voor de behandeling van psychische problemen, gebaseerd op het psychologische concept van Siegmund Freud
  • Toepassing: Psychische aandoeningen, verwerken van stressvolle ervaringen, oplossen van mentale conflicten, verdere ontwikkeling van de persoonlijkheid
  • Procedure: Dialoog tussen therapeut en patiënt, analytische reflectie op de levensreis
  • Risico's: Er worden ook langdurige en arbeidsintensieve, zeer pijnlijke ervaringen verwerkt, die door de therapeut moeten worden opgevangen, veel persoonlijk initiatief vereist

Wat is psychoanalyse?

Psychoanalyse is een psychotherapeutische methode voor de behandeling van psychische problemen en stoornissen. Het wordt ook gebruikt om de eigen persoonlijkheid te verkennen en te ontwikkelen.

Psychoanalyse wordt beschouwd als de oorspronkelijke vorm van psychotherapeutische behandeling. Sinds de ontwikkeling ervan aan het einde van de 19e eeuw is het vele malen verder ontwikkeld. Tegenwoordig behoort het samen met andere vormen van therapie tot de dieptepsychologische methoden.

Aanslepende conflicten uit de kindertijd

De psychoanalyse is terug te voeren op de Weense neuroloog Sigmund Freud. Freud ging ervan uit dat mentale problemen voortkomen uit onbewuste conflicten die teruggaan tot de kindertijd. Volgens Freud waren symptomen van psychische aandoeningen de uitdrukking van onderdrukte, pijnlijke herinneringen.

Dit begrip van ziekte en behandeling is een van de essentiële elementen van de psychoanalyse. In tegenstelling tot de gedragstherapie, waarbij de aanpak gebaseerd is op het ervaren in het hier en nu, ligt de focus van de psychoanalyse meer op het blootleggen van conflicten.

Basisprincipes van de psychoanalyse

De basis van psychoanalytische technieken is altijd het gesprek tussen therapeut en patiënt. De patiënt reflecteert op zijn of haar levenspad en kan daardoor onbewuste conflicten uit het verleden identificeren. Innerlijke conflicten waarvan de persoon zich niet bewust is, kunnen psychisch lijden veroorzaken.

Als de ouders niet voldoende tegemoetkomen aan de behoeften van een kind – bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid – lijdt het kind daaronder. Door de behoefte te onderdrukken en te leren omgaan zonder de gewenste zekerheid, kan het lijden worden verlicht.

Dit onbewuste conflict kan echter later in het leven problemen veroorzaken, bijvoorbeeld wanneer de persoon zelfs in een partnerschap geen nabijheid en veiligheid kan accepteren. De behoefte is er nog steeds, maar de angst voor afwijzing kan in de weg staan. Als gevolg hiervan kunnen psychische klachten optreden die uitdrukking geven aan de emotionele pijn.

Een psychoanalyse kan plaatsvinden in een individuele setting, maar ook in groepsverband als groepsanalyse.

De psychoanalyse heeft zich sinds Freud voortdurend ontwikkeld. Niet alleen zijn er nieuwe concepten bijgekomen, maar er zijn behandelconcepten voor specifieke ziektebeelden ontstaan ​​die verder gaan dan Freuds ideeën.

Sigmund Freud en psychoanalyse

Om de psychoanalyse beter te begrijpen is enige kennis van Freuds theorieën essentieel. Ze vormen een belangrijke basis van de psychoanalyse. Hier is een selectie van belangrijke theorieën.

Het structurele model van de psyche: de id, het ego en het superego.

Freud structureerde de psyche in drie delen.

Het ID

Freud noemde het onbewuste deel, dat behoeften en drijfveren omvat, het ‘id’. Het id bestaat vanaf de geboorte en vereist onmiddellijke bevrediging. Een kind dat honger heeft, begint onmiddellijk te huilen als de honger niet gestild wordt. Een deel van de persoonlijkheid wordt bepaald door de ‘id’. De id functioneert volgens het plezierprincipe en is niet geïnteresseerd in sociale normen.

Het Superego

Het ‘superego’ vertegenwoordigt de tegenhanger van het id. Als morele autoriteit vertegenwoordigt het superego de waarden van de samenleving. Vaak gaat het ook om geboden of verboden die iemand van zijn ouders heeft geërfd. De normen van het superego zijn deels bewust en deels onbewust.

Tussen het id en het superego staat het ‘ik’ als bemiddelaar. Het ego wordt gevormd tijdens de kindertijd. Het bevat het bewustzijn van jezelf en de werkelijkheid. Het ego bemiddelt tussen de libidineuze impulsen van het id en de morele eisen van het superego.

Freud ging ervan uit dat mentale problemen het gevolg waren van vroege conflicten tussen deze verschillende delen van de psyche. Zijn doel was dat de patiënt kennis zou maken met de verschillende onderdelen en vervolgens de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven zou kunnen nemen.

Het topografische model

Freud maakte onderscheid tussen het onbewuste, het voorbewuste en het bewuste.

  • Het onbewuste omvat vaak onaangename herinneringen of zelfs verlangens die de persoon zichzelf niet wil toestaan.
  • Het voorbewuste zijn herinneringen waarvan de persoon zich bewust kan worden als hij er aandacht aan besteedt.
  • Het bewuste zijn de gedachten waarvan een persoon zich momenteel bewust is en verwerkt.

In de psychoanalytische therapie spelen deze bewustzijnsverdelingen een belangrijke rol. In bedreigende of pijnlijke situaties kan het van levensbelang zijn om gevoelens of gedachten niet bewust te voelen. Een belangrijk verdedigingsmechanisme is repressie. Onaangename gevoelens of driften kunnen worden onderdrukt om ons te beschermen.

Psychoanalyse voor persoonlijkheidsontwikkeling

Volgens de richtlijnen voor psychotherapie wordt de klassieke psychoanalyse niet beschouwd als een vorm van therapie, maar eerder als een verdere training van de persoonlijkheid. Dit komt omdat de psychoanalyse geen duidelijke behandelingsdoelen heeft die moeten worden bereikt. De analist en de patiënt verkennen de levensgeschiedenis van de patiënt. In de sessies wordt gewerkt aan de thema’s die naar voren komen.

Verdere ontwikkeling van de psychoanalyse

Uit de psychoanalyse zijn vervolgens verschillende methoden voortgekomen, waaronder analytische psychotherapie en op dieptepsychologie gebaseerde psychotherapie.

Wanneer doe je aan psychoanalyse?

Psychoanalyse kan mensen helpen hun onbewuste motieven en gedragspatronen te herkennen en te begrijpen. Wanneer huidige levenssituaties lijden en psychische symptomen veroorzaken, kan een kijkje achter de schermen nuttig zijn.

De motivatie en bereidheid van de patiënt zijn belangrijk voor het succes van psychotherapie. De psychotherapeut geeft geen advies of concrete instructies. De patiënt wordt uitgedaagd om over zichzelf na te denken.

Wat doet men tijdens de psychoanalyse?

In de klassieke setting van de psychoanalyse ligt de patiënt op een bank en zit de therapeut achter de bank, zodat de patiënt hem niet kan zien. Deze positionering laat zien dat de therapeut een nogal gereserveerde rol op zich neemt, die bedoeld is om de patiënt te helpen onbelemmerd te praten. De patiënt wordt niet beïnvloed door de gezichtsuitdrukkingen van de therapeut en moet zich zonder afleiding op zijn innerlijke processen concentreren.

In de moderne psychoanalyse speelt de therapeut een actievere rol. De relatie tussen de patiënt en de therapeut is een belangrijk instrument van de psychoanalyse. In het contact kan de therapeut relationele patronen van de patiënt herkennen. Op deze manier ontstaat er ook in de psychoanalytische werkwijze een relatie met het hier en nu en de huidige problematiek.

Vrije associatie

Een centrale techniek in de psychoanalyse is vrije associatie. De therapeut vraagt ​​de patiënt alles te zeggen wat er door zijn hoofd gaat. Vervolgens suggereert de therapeut welke onbewuste inhoud er achter de associaties schuilgaat. Een bekende psychoanalysetest die bedoeld is om associatie te stimuleren is de zogenaamde Rorschach-test. De therapeut laat de inktvlekpatronen van de patiënt zien. Afhankelijk van wat de patiënt in het patroon herkent, doet de therapeut uitspraken over de persoonlijkheid van de patiënt.

Overdracht

Als deze wens niet in vervulling gaat, probeert hij deze genegenheid van anderen te krijgen, in dit geval van de therapeut. De therapeut moet deze overdracht onderkennen en overbrengen op de patiënt. Dit is ook een methode om onbewuste conflicten aan het licht te brengen.

De psychoanalyse houdt zich sterk bezig met de individuele persoon. Ook de analist wordt als individu bij het proces betrokken. Niettemin mag hij de objectieve blik niet verliezen en moet hij kunnen omgaan met de vaak complexe gevoelens van de patiënt die daarbij ontstaan.

Want de therapeut heeft ook onbewuste delen in zich. Daarom kan het gebeuren dat de therapeut tijdens het therapieproces bijvoorbeeld een afkeer of genegenheid voor de patiënt ontwikkelt. In de psychoanalyse wordt dit fenomeen tegenoverdracht genoemd. Om dergelijke processen te herkennen is een goede zelfreflectie van de therapeut noodzakelijk. Om deze reden moet de therapeut, voordat hij zijn beroep mag uitoefenen, zelf een psychoanalyse ondergaan.

Duur psychoanalyse

Wat zijn de risico’s van psychoanalyse?

Psychoanalyse verschilt vooral van andere psychotherapieën doordat het veel tijd kost. Individuen die het moeilijk vinden om deel te nemen aan een langdurig proces kunnen gefrustreerd raken en voortijdig stoppen met psychotherapie. Deze vorm van therapie vereist ook een zekere bereidheid om naar de levensgeschiedenis te kijken en te reflecteren. Snelle oplossingen en advies maken geen deel uit van de psychoanalyse, maar zorgen wel voor een dieper inzicht in jezelf.

Psychoanalyse: kritiek

De klassieke psychoanalyse is gebaseerd op de theorieën van Freud. Deze theorieën worden tegenwoordig soms sterk in twijfel getrokken. Er is vooral kritiek op Freuds theorieën omdat ze niet wetenschappelijk kunnen worden getest. De bewering dat er bijvoorbeeld sprake is van het id, het ego en het superego kan noch bewezen noch weerlegd worden.

In de tweede plaats werden Freuds ideeën beïnvloed door de tijdgeest. In zijn tijd was het onderwerp seksualiteit sterk taboe. Met zijn drifttheorie doorbrak hij dit taboe en waardeerde hij seksualiteit als een beslissende drijfveer in het leven. Freuds theorie wordt vooral bekritiseerd vanwege de sterke nadruk op seksuele behoeften, die volgens Freud al het handelen in de kindertijd beïnvloeden.

De klassieke psychoanalyse volgens Freud wordt tegenwoordig echter nauwelijks meer uitgevoerd. De psychoanalyse heeft haar methoden en technieken ontwikkeld en aangepast. Nadat de psychoanalyse lange tijd bekritiseerd was, tonen onderzoeken nu aan dat deze vorm van therapie op de lange termijn goede effecten behaalt.

Waar moet ik op letten na een sessie psychoanalyse?

Psychoanalysesessies zijn vaak emotioneel zeer veeleisend voor de patiënt. Er kunnen bijvoorbeeld pijnlijke herinneringen uit het verleden naar boven komen. Het is daarom raadzaam om je direct daarna niet in de stress van het dagelijks leven te storten, maar de tijd te nemen voor verwerking.

Als er tegen het einde van de psychoanalyse angsten ontstaan, moeten deze aan de therapeut worden gemeld. Omdat analytische therapieën lange tijd duren, voelen veel patiënten zich aan het einde van de psychoanalyse alleen gelaten en missen ze hun therapeut.

Heel vaak is er ook angst voor terugval. Deze zorgen en twijfels aan zichzelf moeten tijdig worden besproken. Het kan raadzaam zijn de psychoanalyse geleidelijk af te bouwen en de sessies met steeds langere tussenpozen te houden.