Motorische ontwikkeling bij kinderen

Motorische ontwikkeling – een fijn afgestemd systeem

Grijpen, rennen, in de handen klappen: wat je voor het eerst leert in de loop van de motorische ontwikkeling voelt als kinderspel. Maar motorische acties vereisen een nauwkeurig gecoördineerd samenspel van veel verschillende spieren. Deze moeten correct worden gecontroleerd door de zenuwen. Dit vereist op zijn beurt verschillende delen van het centrale zenuwstelsel (CZS) en feedback van verschillende sensorische organen – allemaal binnen een paar milliseconden!

Eerste beweging al in de baarmoeder

De motorische ontwikkeling van een kind begint al lang vóór de geboorte. Spontane bewegingen kunnen al in de 10e week van de zwangerschap worden waargenomen. De eerste schokken blijven echter lange tijd onopgemerkt, omdat de bewegingen aanvankelijk te zwak zijn en er nog voldoende ruimte in de buik is.

Beweging is belangrijk voor de mentale ontwikkeling

Na de geboorte wordt er dan ijverig getraind: grijpen, kruipen, zitten, staan ​​en lopen. Maar de motorische ontwikkeling omvat veel meer. Het vereist motorische vaardigheden zodat baby’s belangrijke zintuiglijke en fysieke ervaringen kunnen hebben: zonder oog- of mondbeweging is er geen zicht, spraak of gelach.

Dit betekent dat de motorische ontwikkeling ook van groot belang is voor de sociale interactie en ook nauw verbonden is met mentale vermogens. En met elke nieuwe fysieke vaardigheid die wordt geleerd, groeit de onafhankelijkheid van de kleine persoon!

Reflexen zorgen voor overleving

Reflexen zijn aangeboren onwillekeurige reacties die worden veroorzaakt door een specifieke stimulus. Ze komen bij ieder mens op dezelfde manier voor. De aangeboren reflexen van de baby zorgen voor zijn overleving.

Naast de zoek-, zuig- en slikreflexen die het drinken aan de borst of fles mogelijk maken, zijn er talloze reflexen die de motorische ontwikkeling gedurende de eerste twee jaar begeleiden. Deze omvatten:

  • Grijpreflex: Bij het aanraken van de handpalmen sluit de baby de hand tot een vuist en grijpt deze vast.
  • Huilreflex: Als je de baby onder de oksels houdt en de voetzolen op de grond zet, maakt de baby automatisch huilbewegingen.
  • Sluitingsreflex (Moro-reflex): Dit is een overlevingsreflex die bijvoorbeeld wordt geactiveerd door plotselinge schokken, abrupte veranderingen in de hoofdpositie, harde geluiden of fel licht. De baby rukt zijn armen zijwaarts en spreidt zijn vingers. Dan brengt hij langzaam zijn armen over zijn borst.

Net als de zuigreflex verdwijnen ook deze reflexen na verloop van tijd. Andere reflexen blijven daarentegen gedurende het hele leven bestaan. Deze omvatten bijvoorbeeld het automatisch samenknijpen van de ogen wanneer een felle lichtbron erop valt.

Tijdens de U-onderzoeken controleert de kinderarts de reflexen en motorische ontwikkelingsstappen van het kind. Hierdoor kan hij of zij eventuele afwijkingen of vertragingen opsporen en tot op de bodem uitzoeken.

Grove en fijne motoriek

Motorische vaardigheden worden onderverdeeld in grove en fijne motoriek. De grove motoriek betreft de motorische vaardigheden en de voortbeweging, dat wil zeggen grootschalige bewegingen van het hele lichaam. Fijne motoriek omvat de kleine bewegingen van de handen en voeten.

Belangrijke grove en fijne motorische vaardigheden die een kind in de eerste levensjaren gestaag verbetert zijn:

  • Lichaamscontrole: hoofd vasthouden, op de buik rollen, rechtop zitten, leren zitten
  • Locomotorische vaardigheden: Afdichten, kruipen, leren lopen
  • Hand-mondcoördinatie: grijpen, vasthouden, loslaten, voorwerpen naar de mond brengen, eten.
  • Hand- en vingervaardigheid: pincet vastpakken, gereedschap gebruiken, tekenen en schilderen

Motorische ontwikkeling – schema: Wanneer gebeurt wat?

Direct na de geboorte zijn armen en benen in beweging. Met elke maand vordert de motorische ontwikkeling van de baby en ontwikkelt hij nieuwe vaardigheden. Motorische ontwikkelingsfasen kunnen duidelijk worden geïdentificeerd. Dit is weergegeven in onderstaande tabel. Houd er echter rekening mee dat de maandcijfers slechts ruwe richtlijnen zijn. Hoe ouder het kind wordt, hoe groter de afwijkingen. Laat je dus niet gek maken als het buurkind van dezelfde leeftijd al loopt in tegenstelling tot jouw kroost. Een vertraging van een paar weken is nog steeds volkomen normaal.

Leeftijd

Bruto motoriek

Fijne motoriek

1e maand

Reflexwezen, tilt het hoofd lichtjes op in buikligging

Handen meestal tot vuisten gebald

2. maand

Baby's schoppen met armen en benen en heffen het hoofd kort op in buikligging

3. maand

Baby's kunnen het hoofd in de armen houden of in buikligging, het hoofd tot 90 graden en kunnen indien nodig op de armen leunen, spiertraining door druk te trappen

Handen samenbrengen boven het hoofd in rugligging, vingerbewegingen, individuele vingers landen in de mond

4de maand

Baby duwt benen er met weerstand doorheen, hoofd vasthouden in buikligging wordt beter, probeert zichzelf voor de eerste keer te draaien

Ontwikkeling van hand-mondcoördinatie, gericht grijpen, voorwerpen naar de mond leiden, vasthouden aan werken, gericht loslaten nog niet

5de maand

Zittend met hulp, eerst opzij draaien, waarbij het bovenlichaam in buikligging wordt ondersteund

Gericht grijpen, misschien met verandering uit de eerste hand

6de maand

Eerst draaien in buikligging, eerste pogingen om te kruipen of zelfstandig te gaan zitten

Platte tanggreep, fles naar mond, grijpen in buikligging, wisselen van hand tot hand

7de maand

Zelfstandig zitten, wisselen van buik- naar rugligging, viervoeterstand en eerste kruippogingen, staan ​​met vasthouden

8. maand

Snel kruipen, vrij opstaan ​​of opstaan ​​met hulp, vrij zitten zonder steun, eerste pogingen om op te trekken

Handspelletjes, zwaaien en klappen, twee voorwerpen (bijvoorbeeld blokken) tegen elkaar slaan

9. maand

Eerste pogingen om te staan, eerste pogingen om aan meubels of voorwerpen te hangen, eerste pogingen om te klimmen.

Knijpgreep, dikke babyboekpagina's omdraaien

10de maand

Opstaan ​​en staan ​​met hulp, langs meubels of voorwerpen slingeren, eventueel eerste stappen zonder hulp

Eten met de vingers, drinken uit een drinkbeker, dingen gooien of laten vallen, draaibewegingen, scharen en tangen grijpen werken steeds beter

11. maand

Staat alleen, eerste vrije looppogingen, zijwaartse stappen aan de hand

Eerste gebruik van het gereedschap, het eten met een lepel begint

12de maand

Vrij staan ​​en lopen, zijwaarts lopen, traplopen met vasthouden, eerste pogingen tot bukken en rechtop staan

Eten met lepel in vuistgreep, bal gooien of blokken stapelen

Na de eerste verjaardag gaat het oefenen ijverig door. Je baby perfectioneert nu steeds meer zijn fijne motoriek en het dagelijks gebruik van hulpmiddelen zoals een tandenborstel, lepel of pen. De pincetgreep, oftewel de coördinatie van duim en wijsvinger om kleine dingen op te pakken, wordt steeds beter.

De fijne motoriek en de oog-handcoördinatie verbeteren, vooral bij het tekenen en schilderen. Het is normaal dat kinderen van twee jaar het potlood van de ene hand naar de andere verplaatsen. Pas rond de leeftijd van vijf jaar zou de handigheid (rechts- of linkshandig) zich moeten ontwikkelen.

Hoe ouder het kind wordt, des te interessanter worden sportactiviteiten, zoals voetballen of handballen, klimmen en huppelen, en rijden op een driewieler of loopfiets. Bij al deze sportieve activiteiten trainen kinderen hun evenwichtsgevoel en scherpen ze hun lichaamscoördinatie aan.

Wat beïnvloedt de motorische ontwikkeling?

De volgende factoren kunnen dus de motorische ontwikkeling bij baby's negatief beïnvloeden:

  • laag geboorte gewicht
  • voortijdige geboorte
  • hersenaanvallen
  • Hersenschade in de vroege kinderjaren (hersenverlamming)
  • laag opleidingsniveau van ouders
  • psychologische problemen van ouders
  • ongewenste zwangerschap
  • problemen in het partnerschap

Deze factoren hebben geen invloed op hoe snel een kind een mijlpaal in de motorische ontwikkeling bereikt:

  • Geslacht
  • broers en zussen
  • Wijze van bevalling (keizersnede / normale geboorte)
  • Grootte en gewicht bij de geboorte
  • Vervoer als baby (draagdoek/wandelwagen)
  • Leeftijd van moeder
  • grootte van de woning
  • sociale status
  • Woonplaats

Motorische vaardigheden bevorderen: wat kunnen ouders doen?

Een goed gevoel voor lichaamsbewustzijn is belangrijk voor de rest van het leven van een kind. Het is gunstig voor de motorische ontwikkeling van een kind als ouders of opvoeders het kind op verschillende manieren motiveren om te bewegen.

Het bevorderen van de grove motoriek

De belangrijkste vereisten voor het bevorderen van de grove motoriek zijn voldoende ruimte en de mogelijkheid om vrij te bewegen in een veilige omgeving. Laat uw kind veel op blote voeten of op antislipsokken lopen. Dit bevordert het evenwicht en de motoriek bij kinderen.

Concreet kunt u de grove motoriek van uw kind stimuleren met de volgende spelletjes en activiteiten:

  • Vang- en stuiterspellen
  • Trampoline springen
  • Kruiptunnel
  • Balancing
  • Trappen beklimmen
  • Beklimming
  • springende jack
  • Zwemmen
  • Spelletjes met bal, ballon, springtouw

Verbetering van de fijne motoriek

Het bevorderen van de fijne motoriek lukt beter als de bewegingsomgeving eerder beperkt is en het kind zich kan concentreren op de zaak. Afhankelijk van de leeftijd kunnen de volgende activiteiten de fijne motoriek bevorderen:

  • Schilderen met potloden, penselen, waskrijt of vloerkrijt
  • Rijgspelletjes met touwtjes en kralen
  • Pinspellen en puzzels
  • Bouw blokken
  • Hamerspellen
  • kneding
  • Vouwpapier
  • Mikado spelen
  • Weven (met het weefraam)
  • Vinger spelletjes

Motorische ontwikkeling vertraagd?

Deze verschillen kunnen cultureel bepaald zijn (bijvoorbeeld omdat bepaalde omgangsvormen de motoriek van kinderen beperken) of omdat kinderen een andere ontwikkelingsfocus hebben. Zo leren kinderen met goede motoriek doorgaans later spreken en leren kinderen met goede taalvaardigheid later lopen.

Er zijn echter ook fysieke blokkades (bijvoorbeeld door geboortetrauma) die de motorische ontwikkeling van een kind kunnen beïnvloeden. Na een grondig medisch onderzoek en het uitsluiten van ernstige ziekten kan een bezoek aan een osteopaat hier soms wonderen verrichten. Als de motorische ontwikkeling duidelijk verstoord of ernstig vertraagd is, herkent de kinderarts dit meestal vrij snel aan de hand van de bijbehorende tests bij de U-onderzoeken.

Wat gebeurt er tijdens de onderzoeken bij de kinderarts? U leest hierover in de tekst U-Examens.