Ergotherapie: definitie en procedure

Wat is ergotherapie?

Ergotherapie is een vorm van therapie die zieke of gewonde mensen helpt bij het omgaan met het dagelijks leven. Het is bedoeld om patiënten in staat te stellen zoveel mogelijk voor zichzelf te zorgen, te participeren in de samenleving en zo hun kwaliteit van leven te verbeteren.

Ergotherapie wordt uitgevoerd door speciaal opgeleide ergotherapeuten. Ze werken altijd holistisch en houden niet alleen rekening met de ziektegerelateerde beperkingen van de patiënt, maar ook met sociale en financiële factoren. De volgende doelstellingen van ergotherapie kunnen worden samengevat:

  • Definitie van individuele doelen, wensen en mogelijkheden van de patiënt
  • Bevordering en verbetering van bewegingscoördinatie, zintuiglijke en emotionele waarneming
  • Ontwikkeling van fysieke en mentale voorwaarden voor een onafhankelijke en bevredigende levensstijl
  • Verbetering van de kwaliteit van leven door bestaande vaardigheden uit te breiden
  • Re-integratie in de persoonlijke, sociale en indien nodig professionele omgeving

Indicatiecode

Ergotherapie moet als therapeutische maatregel door een arts worden voorgeschreven. De zogenaamde indicatiecode, een combinatie van letters en cijfers die de arts op het recept vermeldt, geeft de medische reden aan voor het gebruik van ergotherapie. De therapeut mag geen ontbrekende informatie toevoegen of alleen in overleg met de arts.

Geschiedenis van de beroepstitel

Op 1 januari 1999 trad de wet “Gesetz über den Beruf der Ergotherapeutin und des Ergotherapeuten (Ergotherapeutengesetz – ErgThG)” in werking. Deze verving de vorige officiële functietitel ‘ergotherapeut’. De term ‘ergotherapie’ wordt tegenwoordig echter nog steeds soms gebruikt als synoniem voor ergotherapie. Het beroep van ergotherapeut of ergotherapeut is een zelfstandig opleidingsberoep.

Wanneer wordt ergotherapie uitgevoerd?

Ergotherapie wordt toegepast als een nuttige, ondersteunende maatregel, bijvoorbeeld in de ouderengeneeskunde, de kindergeneeskunde en de jeugdgeneeskunde, maar ook in de psychiatrie en de orthopedie. Het wordt onder meer gebruikt om patiënten weer aan het werk te laten gaan.

Ergotherapie in de orthopedie en reumatologie en na ongevallen

De volgende aandoeningen van het bewegingsapparaat beperken patiënten in hun dagelijks leven en vereisen mogelijk ergotherapie:

  • botbreuken
  • Chronische rugklachten
  • Aandoeningen van de grove of fijne motoriek
  • paraplegie
  • amputatie verwondingen
  • osteoartritis

Ergotherapie in de neurologie

Patiënten met ziekten van het zenuwstelsel zijn vaak ernstig beperkt in hun handelingsvermogen. Voorbeelden van neurologische ziekten waarbij ergotherapiebehandelingen kunnen helpen zijn:

  • Stroke
  • Craniocerebraal trauma
  • Cerebrale parese (bewegings- en houdingsstoornis na hersenbeschadiging)
  • Parkinson
  • Multiple sclerose
  • Verlamming symptomen
  • Polyneuropathie (zenuwbeschadiging)

In de psychiatrie hebben patiënten met de volgende ziekten bijvoorbeeld baat bij ergotherapie:

  • angststoornis
  • Obsessieve-compulsieve stoornis
  • Stress- en aanpassingsstoornis
  • Persoonlijkheidsstoornis
  • Gedragsstoornis
  • Depressie, manie
  • psychose
  • Verslavingsstoornissen (bijvoorbeeld alcohol, drugs, medicijnen, gokken)

Ergotherapie in de ouderengeneeskunde

Vooral ouderen worden in hun onafhankelijkheid vaak beperkt door het verouderingsproces zelf, maar ook door ziekte (multimorbiditeit). Sociaal isolement of een gebrek aan taken beperken de levenskwaliteit van ouderen verder. Plotselinge veranderingen zoals het overlijden van een partner of het verlies van een vertrouwde omgeving kunnen deze neiging verergeren en een aanzienlijke last voor patiënten betekenen. Ergotherapeutische maatregelen helpen patiënten te wennen aan en zich aan te passen aan veranderende levensomstandigheden. Ergotherapie wordt ook toegepast bij ziekten met karakterveranderingen en geheugenproblemen, zoals dementie.

Ergotherapie voor kinderen

  • Ontwikkelingsstoornissen of vertragingen (bijvoorbeeld na vroeggeboorte)
  • Perceptuele stoornissen (informatie in de hersenen wordt anders verwerkt en geëvalueerd)
  • Fysieke beperking
  • Grafomotorische stoornissen (problemen met schrijven)
  • visuele of auditieve beperking
  • Verstandelijke handicap
  • Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD)
  • autisme

Wat houdt ergotherapie in?

Het ergotherapieproces is grofweg verdeeld in drie stappen:

  • Evaluatie (beoordeling van bevindingen en definitie van een doel)
  • Interventie (planning van een behandeling en de uitvoering ervan)
  • Uitkomst (beoordeling van de therapieresultaten)

Nadat de ergotherapeut de situatie van de patiënt heeft beoordeeld en de therapiedoelen met hem/haar heeft afgesproken, selecteert hij/zij een geschikte therapievorm voor de interventie. De volgende benaderingen zijn beschikbaar:

  • competentiegericht, relevant voor het dagelijks leven
  • subjectgericht, expressiegericht
  • interactief
  • perceptiegericht actiegericht

Competentiegerichte methoden die relevant zijn voor het dagelijks leven

Onderwerpgerelateerde, expressiegerichte methoden

Bij deze therapeutische aanpak moet de patiënt leren innerlijke gevoelens op een creatieve manier te uiten en zichzelf gevoelig te maken voor zijn eigen gevoelens. De ergotherapeut laat de patiënt alleen of in groepsverband schilderen of knutselen. Meestal specificeert hij ook een thema. Hij vraagt ​​bijvoorbeeld een depressieve patiënt om een ​​foto te maken met kleuren die voor hem vreugde betekenen.

Interactionele methoden

Perceptuele, actiegerichte methoden

Hier leert de ergotherapeut de patiënt zijn zintuiglijke en lichamelijke waarnemingen. Zeer eenvoudige oefeningen zoals het masseren van de handen met een “egelbal”, het aanraken en herkennen van materialen, trillingssensaties of warme en koude ervaringen in een waterbad zijn nuttig. Door deze nieuwe ervaringen moet de patiënt leren zintuiglijke ervaringen bewust op te nemen en deze correct te classificeren. Deze therapeutische aanpak wordt vooral toegepast bij psychiatrische patiënten of kinderen met ontwikkelingsstoornissen.

Ergotherapie groepsbehandelingen

Sommige ergotherapeutische maatregelen worden uitgevoerd als onderdeel van groepsbehandelingen. Inhoud die in de individuele therapie is ontwikkeld, kan bijvoorbeeld in de groep worden uitgeprobeerd en geoefend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan oefeningen voor alledaagse vaardigheden, maar ook oefeningen voor hersenprestatietraining voor mensen met overeenkomstige stoornissen of dementie. Er wordt training gegeven:

  • sociale vaardigheden
  • het oplossen van conflicten
  • Stress management
  • Planning vaardigheden
  • Perceptie training
  • Geheugen

Wat zijn de risico’s van ergotherapie?

Ergotherapie gaat doorgaans niet gepaard met bijzondere risico's. In de regel treden gezondheidsproblemen alleen op als de patiënt door de ergotherapieoefeningen zwaarder wordt belast dan redelijk is.

Overmatige eisen van de kant van de therapeut of onrealistische verwachtingen van de patiënt kunnen snel tot frustratie leiden. Het is moeilijk om patiënten te motiveren als ze overbelast zijn, dus in dergelijke gevallen moeten de behandeldoelen samen met de patiënt opnieuw worden gedefinieerd.

Waar moet ik op letten na ergotherapie?

Als uw arts u ergotherapie heeft voorgeschreven, kan hij of zij u doorgaans een geschikte ergotherapeut aanbevelen. Bedenk dat het succes van de behandeling grotendeels afhangt van uw medewerking. Probeer daarom de oefeningen gemotiveerd en met een open geest te benaderen, ook al kost dat soms moeite.