Aanvallen bij zuigelingen: symptomen, eerste hulp

Kort overzicht

  • Tekenen: bewustzijnsverlies, starende blik, ontspanning, ongecontroleerde spiertrekkingen
  • Behandeling: Eerstehulpmaatregelen zoals een stabiele zijligging en het vastzetten van het kind tijdens de aanval. Als een ziekte of andere aandoening de aanvallen veroorzaakt, zal de oorzaak worden behandeld.
  • Oorzaken en risicofactoren: koorts, stofwisselingsstoornissen, infecties van het centrale zenuwstelsel, traumatisch hersenletsel, tumoren
  • Diagnostiek: Verduidelijking of er bijvoorbeeld sprake is van koorts, infectie, stofwisselingsstoornissen; elektro-encefalografie (EEG) meet de hersenactiviteit
  • Prognose en beloop: Geen hersenschade bij korte aanvallen, maar mogelijk door de veroorzakende ziekte
  • Preventie: Anti-epileptica bij een neiging tot epileptische aanvallen als gevolg van een ziekte

Wat is een aanval bij een kind?

Tijdens een aanval verspreidt abnormale elektrische activiteit zich plotseling door de hersenen. Dit zorgt ervoor dat het kind het bewustzijn verliest, ongecontroleerd trilt en gedurende een bepaalde periode niet meer reageert. In de meeste gevallen stuipt een kind of baby slechts kortstondig en zonder gevolgschade. Toch is zo’n aanval vaak erg bedreigend.

Hoe manifesteert een aanval zich?

Een aanval manifesteert zich bij kinderen en baby's via de volgende symptomen:

  • Plotseling bewustzijnsverlies: het kind verliest het contact en reageert niet meer.
  • Plotseling flauwvallen
  • Of: bliksemachtig, ritmisch ‘knikken’ met het hoofd, de armen uit elkaar trekken, ritmisch trillen van armen of benen
  • Vaste blik of draaien van de ogen, loensen
  • Veranderingen in de ademhaling (pauzes in de ademhaling, ratelende ademhaling)
  • Grijsachtig blauwachtige huidskleur
  • Meestal een zogenaamde ‘naslaap’ of ‘uitputtingsslaap’

Wat te doen bij een aanval?

Bij een aanval is kalm blijven en kalm reageren de hoogste prioriteit. Dit zijn eerstehulpmaatregelen bij een inbeslagname:

  • Verplaats het kind uit een mogelijke gevarenzone, leg het indien nodig op de grond en leg het opnieuw op.
  • Houd geen trillende ledematen vast, omdat letsel mogelijk is.
  • Kalmeer het kind.
  • Observeer het verloop van de aanval zo goed mogelijk, kijk op de klok en kijk hoe lang de aanval duurt. Deze informatie is van belang voor de arts en de behandeling.
  • Nadat de aanval voorbij is: plaats het kind in de stabiele zijligging.
  • Bel zo snel mogelijk de spoedarts.
  • Kalmeer het kind, houd het warm en laat het niet alleen totdat de spoedarts arriveert.
  • Als het kind het erg warm heeft, wordt er vermoed dat er sprake is van een koortsstuipen of infectie. Kuitkompressen of koude kompressen verminderen de koorts.

Verdere behandeling

Wat zijn de oorzaken van een aanval?

Er zijn een aantal mogelijke oorzaken die een aanval bij een kind of baby veroorzaken. Deze omvatten:

  • Koorts (koortsstuipen)
  • Infecties van het centrale zenuwstelsel, zoals ontsteking van de hersenen (encefalitis) en hersenvliezen (meningitis)
  • Vergiftiging
  • Craniocerebraal trauma
  • Stofwisselingsstoornissen (bijv. hypoglykemie bij diabetes mellitus)
  • Hersentumor

Hoe wordt een aanval gediagnosticeerd?

Na een aanval wordt het kind lichamelijk onderzocht. De arts meet de lichaamstemperatuur en het zuurstofgehalte in het bloed. Bloed- en urineculturen vormen het bewijs van een infectie.

Om de oorzaak van een aanval vast te stellen, voeren artsen onder meer een elektro-encefalografie (EEG) uit. Het gaat hierbij om sensoren op de hoofdhuid die hersengolven meten en abnormale elektrische activiteit in de hersenen detecteren.

Mogelijke stofwisselingsstoornissen kunnen worden opgespoord door het bepalen van de bloedsuikerspiegel (glucose), calcium, magnesium, natrium en andere stoffen in het bloed.

Een computertomografie (CT) of magnetische resonantie beeldvorming (MRI) scan detecteert misvormingen van de hersenen, bloedingen of tumoren.

Wat gebeurt er na een aanval?

Hoe kan een aanval worden voorkomen?

Een aanval heeft vele mogelijke oorzaken. De eerste aanval treedt meestal plotseling op. Als blijkt dat het kind bijvoorbeeld door een ziekte vatbaar is voor aanvallen, worden in sommige gevallen speciale medicijnen gebruikt, bekend als anti-epileptica, om aanvallen te voorkomen.

Bij veel, maar niet bij alle kinderen, verdwijnt de neiging tot aanvallen in de loop van hun leven. Bij volwassenen kunnen aanvallen vooral door epilepsie worden veroorzaakt, maar ook door andere ziekten. Lees meer over dit onderwerp in het artikel ‘Aanvallen’.