Verstoringen van de ossificatie | Ossificatie

Verstoringen van de ossificatie

Onder de ziekten die van invloed zijn ossificatiewordt onderscheid gemaakt tussen ziekten die de normale ossificatie veranderen en ziekten die leiden tot overmatige ossificatie. Een typische aandoening van ossificatie is achondroplasie, wat leidt tot voortijdige sluiting van de epifysairschijf gewrichten. De afwezigheid van kraakbeen in de lange botten voorkomt dat het bot in lengte groeit vanwege het ontbreken van kraakbeen cellen.

De diktegroei van het bot wordt echter niet aangetast bij achondroplasie, aangezien perichondrale groei geen kraakbeen cellen als voorloper. De buisvormige botten groeien daarom overwegend in breedte bij patiënten met achondroplasie. Sinds de schedel botten worden gevormd door desmal ossificatie, de groei van de schedel wordt niet beïnvloed, zodat de hoofd bereikt een normale grootte en lijkt te groot in vergelijking met de extremiteiten.

De wervels en ribben worden ook niet beïnvloed door achondroplasie, zodat de getroffenen meestal bijna een normale zithoogte bereiken. Een pathologische ossificatie is de zogenaamde heterotope ossificatie, waarbij "heterotopisch" betekent "optredend op een andere locatie". Het versteent daarom gebieden die normaal gesproken zouden moeten zijn bindweefsel.

Deze heterotope ossificatie treedt vaak op na ernstige verwondingen. Hierbij maakt het niet uit of het letsel is veroorzaakt door een ongeval of een operatie. De weefselschade stimuleert het lichaam om boodschappersubstanties aan te maken die precursorcellen van bot in het weefsel stimuleren om zich van kraakbeen tot bot te ontwikkelen.

Dit proces wordt meestal één tot twee weken na een operatie opgemerkt door pijn en roodheid zonder enig teken van ontsteking in de bloed. Na een maand zijn de nieuwe botten te zien in een Röntgenstraal. De meeste botformaties op deze manier geven echter op lange termijn geen klachten en worden niet opgemerkt.

Aan de andere kant kunnen met name grotere botten op zichzelf mechanisch het bewegingsbereik van gewrichten aanzienlijk. Of een dergelijke overmatige ossificatie al dan niet optreedt, hangt af van de ernst van het letsel: patiënten met meerdere verwondingen zijn hier vatbaarder voor dan patiënten met eenvoudige fracturen, patiënten met heup gewricht vervanging meer dan die met schouderoperaties. Infecties en blauwe plekken lijken ook de botvorming te vergroten.