Varkenslintworm: infectie, overdracht en ziekten

Het varkensvlees lintworm (Taenia solium) is een parasiet die op mensen wordt overgedragen door het eten van rauw varkensvlees. Mensen zijn een definitieve gastheer voor Taenia solium, terwijl varkens slechts een tussengastheer zijn.

Wat is varkenslintworm?

Lintwormen leven als parasieten in de darmen van mensen of andere gewervelde dieren. Er zijn veel verschillende soorten lintwormen. Elke soort kan verschillende symptomen veroorzaken, hoewel slechts enkele soorten een gevaar voor de mens kunnen worden. Op de foto is het hoofd een lintworm​ Klik om te vergroten. Taenia solium is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de lintwormen (cestoden). Cestoden behoren tot de wormen (wormen). Ze koloniseren de darm parasitair en hebben een witte tot gelige kleur. De wormen hebben een hoofd, de zogenaamde scolex. Deze is voorzien van zuignappen en een haakkroon. Een enkel varkensvlees lintworm bestaat uit verschillende ledematen van de lintworm. Enkele duizenden van deze proglottiden vormen een lange keten. Deze ketting wordt ook wel een strobila genoemd. De varkenslintwormen kunnen dus een lengte bereiken van tussen de twee millimeter en 20 meter. De cestoden en dus ook de varkenslintworm behoren tot de endoparasieten. Endoparasieten zijn parasieten die in de gastheer leven. Ze hebben geen eigen darmen, maar nemen voedingsstoffen op van de gastheer spijsverteringskanaal. Absorptie vindt plaats via het oppervlak van het lichaam. De buitenste huid laag van de varkenslintworm wordt ook wel tegument genoemd. Het beschermt de worm tegen agressieve stoffen en dient tegelijkertijd om voedingsstoffen op te nemen. De lintwormen groeien door ruien. Om dit te doen, zij werpen het oude tegument en vormen een nieuw huid.

Voorkomen, verspreiding en kenmerken

Bij mensen leeft de varkenslintworm als een parasiet in de darm. Infectie vindt plaats door de consumptie van vlees dat besmet is met de larven van de varkenslintworm. De infectiecyclus begint met de opname van de lintworm eieren bij het varken. De eieren zijn werpen door andere lintwormdragers en via uitwerpselen weiland of varkensvoer binnengaan. Larven komen uit de lintworm eieren in de dunne darm van het varken. Deze boren zich door de darmwand en bereiken via de bloedbaan de spieren van het varken. Daar vormen zich de zogenaamde vinnen. Vinnen zijn dunwandige blaren die gevuld zijn met vloeistof. In de blister zitten de hoofd en nek van de toekomstige varkenslintworm. De vinnen van de varkenslintworm worden ook wel cysticerci genoemd. Een enkele vin bevat slechts Ă©Ă©n lintwormhulpstuk tegelijk. De respectievelijke vinnen kunnen groeien ter grootte van een okkernoot​ Een bijzondere vorm van de varkensvin is Cysticercus racemosus. Dit is een varkensvin in een hersenen ventrikel. Dit kan groeien zo groot als 20 centimeter. Het varken dient als tussengastheer voor de varkenslintworm. Zowel gedomesticeerde als wilde varkens zijn mogelijke tussengastheren. Mensen nemen de lintworm nu binnen met geĂ¯nfecteerd vlees. In de darm, de huid van de vin wordt verteerd uit de varkensspier, waarbij de kop en nek van de worm. De lintworm haakt zichzelf vervolgens met zijn zuignappen en haakt het hoofd in de slijmvlies van de dunne darm en groeit daar. Tijdens het proces worden voortdurend nieuwe ledematen van de lintworm gevormd. De individuele ledematen worden geleidelijk geslachtsrijp en kunnen zichzelf bevruchten. De laatste twee leden vormen eieren. Ze maken samen met de eieren los en worden via de ontlasting uitgescheiden. Een besmette persoon scheidt tot negen ledematen en eieren van lintwormen per dag uit. Als eieren een tussengastheer bereiken, ontwikkelen zich daar weer vinnen. Bij mensen daarentegen ontwikkelen zich normaal geen vinnen.

Ziekten en klachten

Normaal gesproken blijft een infectie met een varkenslintworm bij een volwassen mens onopgemerkt. Er kunnen echter bepaalde symptomen optreden. Er kan echter een verlies van eetlust or misselijkheid​ De getroffen persoon kan afvallen. Ze kunnen ook overgeven. Bovendien, als de varkenslintworm verwondingen aan de darm veroorzaakt slijmvlies die vergezeld gaan van bloed verlies, bloedarmoede Kan ontwikkelen. De eitjes, die via de ontlasting worden uitgescheiden, kunnen jeuk veroorzaken anus​ Als de hygiĂ«ne slecht is, kan een ernstige zelfinfectie optreden. Als de getroffen persoon zijn anus vanwege de jeuk steken de wormeitjes onder zijn vingernagels. Als hij zichzelf nu aanraakt in het gelaat, komen de wormeitjes uit de zijne spijsverteringskanaal kan het mond​ Dit kan resulteren in wat bekend staat als cysticercose. Cysticercose verwijst naar besmetting van mensen met cysticerci, dwz met de larven van de varkenslintworm. In cysticercus cellulosus vormen zich talrijke vinblaasjes ter grootte van een erwt die zich op verschillende plaatsen in het lichaam nestelen. Ze kunnen de skeletspieren, het oog, de huid en het centrale zenuwstelsel infecteren zenuwstelsel​ Wanneer de huid en spieren worden aangetast door de vinnen, manifesteert dit zich als reumatoĂ¯de symptomen. Niet-specifieke algemene symptomen zoals hoofdpijn or duizeligheid kan ook voorkomen. Bij cysticercose met Cysticercus racemosus verzamelen de vinblaasjes zich in trossen. De individuele clusters kunnen behoorlijk groot zijn. Als het central zenuwstelsel wordt beĂ¯nvloed, kunnen verschillende neurologische symptomen optreden. Door de jaren heen kunnen de individuele blaasjes ook verkalken als de vinnen afsterven. Deze verkalkingen zijn ook zichtbaar op röntgenstraal​ Cysticercose met Cysticercus racemosus is vaak dodelijk. In de bloed, cysticercose vertoont een zogenaamde eosinofilie. Eosinofiele granulocyten zijn verhoogd in de bloed serum. De ziekte wordt gediagnosticeerd door serologische detectie met behulp van immunofluorescentietests, immunoblots of ELISA. Microscopisch onderzoek naar lintwormen wordt ook gebruikt. Als cysticercose wordt bevestigd, wordt geprobeerd de larve chirurgisch te isoleren. Ondersteunende medicijnen zoals anthelmintica en corticosteroĂ¯den worden gebruikt. Om besmetting met varkenslintworm te voorkomen, wordt aanbevolen om het varkensvlees minstens een dag te koken of in te vriezen bij -20 ° Celsius. Dit zal de vinnen in het vlees doden.