Kort overzicht
- Behandeling: medicatie of operatie met eventueel bestraling, eventueel aangevuld met psychologische zorg
- Symptomen: flitsachtige, zeer korte en extreem ernstige pijnaanvallen in het gezicht, vaak zelfs bij een lichte aanraking, praten, kauwen, enz. (episodische vorm) of aanhoudende pijn (constante vorm)
- Oorzaken en risicofactoren: Vaak drukt een slagader op de zenuw (klassieke vorm), andere ziekten (secundaire vorm), onbekende oorzaak (idiopathische vorm)
- Prognose: Pijn kan met therapie onder controle worden gehouden, maar kan niet permanent worden geëlimineerd.
Wat is trigeminusneuralgie?
De aandoening komt over het algemeen niet erg vaak voor, met schattingen van ongeveer vier tot dertien mensen per 13 getroffenen. Trigeminusneuralgie kan op elke leeftijd voorkomen, maar komt het meest voor bij mensen ouder dan 100,000 jaar.
Artsen maken onderscheid tussen klassieke, secundaire en idiopathische trigeminusneuralgie.
Trigeminusneuralgie: therapie
Kortom, trigeminusneuralgie kan worden behandeld met medicijnen of een operatie.
Trigeminusneuralgie, ongeacht de vorm ervan, wordt voornamelijk door artsen met medicijnen behandeld. De nadruk ligt op het elimineren van de symptomen.
Het feit dat de oorzaken van aangezichtspijn niet volledig worden begrepen, bemoeilijkt de behandeling van trigeminusneuralgie. Als de juiste behandeling wordt gevonden, kan de pijn goed worden verlicht, maar nooit helemaal of voor altijd “stoppen”.
Medicijnen voor trigeminusneuralgie
Hierbij worden actieve ingrediënten zoals carbamazepine en oxcarbazepine gebruikt. Vaak helpt ook het spierontspannende middel baclofen. Indien mogelijk schrijft de arts slechts één werkzame stof voor trigeminusneuralgie voor (monotherapie). Bij hevige pijn kunnen echter twee geneesmiddelen nuttig zijn (combinatietherapie).
Artsen behandelen acute pijn soms intramuraal in het ziekenhuis met de werkzame stof fenytoïne.
Chirurgie voor trigeminusneuralgie
In principe zijn er drie chirurgische opties voor trigeminusneuralgie:
Klassieke chirurgische procedure (microvasculaire decompressie volgens Jannetta).
Deze methode wordt gebruikt bij gezonde mensen met een laag operatierisico. Via een opening in het achterhoofd plaatst de arts een Goretex- of Teflon-spons tussen de zenuw en het vat. Dit is om te voorkomen dat de nervus trigeminus opnieuw onder druk komt te staan.
Mogelijke bijwerkingen of risico's van de operatie zijn bloedingen, letsel aan het cerebellum, gehoorverlies en gevoelloosheid in het gezicht aan de aangedane zijde.
Percutane thermocoagulatie (volgens Sweet)
Het slagingspercentage direct na de operatie is hoog: ongeveer 90 procent van de patiënten is aanvankelijk pijnvrij. Dit succes duurt echter slechts bij ongeveer één op de twee permanent.
Een mogelijke bijwerking is een soms pijnlijk gevoelsverlies aan de aangedane zijde van het gezicht.
Radiochirurgische procedure
Als deze ingreep wordt uitgevoerd zonder eerdere andere operaties, zijn meer patiënten na de ingreep pijnvrij dan wanneer er al een andere operatie aan vooraf is gegaan. Over het algemeen treedt het effect van de therapie meestal pas na enkele weken op, dat wil zeggen aanzienlijk later dan bij de andere procedures.
Alternatieve behandelmethoden en huismiddeltjes
Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat, naast de klassieke medische behandelmethoden, alternatieve methoden zoals homeopathie helpen bij de therapie van trigeminusneuralgie. Op dezelfde manier zijn er verschillende kruidenpijnstillers of huismiddeltjes, zoals een infraroodlichtlamp, om vooral de pijn te behandelen die typisch is voor neuralgie.
Deskundigen van de Duitse Vereniging voor Neurologie (DGN) raden ook vitaminepreparaten af die bijvoorbeeld vitamine B1 of vitamine E bevatten. Vitaminepreparaten worden vaak geadverteerd als verlichting van neuropathieën, waaronder trigeminusneuralgie. Er zijn echter geen medische onderzoeken die dit ondersteunen.
Trigeminusneuralgie: symptomen
Kenmerkend voor trigeminusneuralgie is pijn in het gezicht
- plotseling en in een flits beginnen (aanvalsachtig),
- duurt een korte tijd (fracties van een seconde tot twee minuten).
Trigeminusneuralgiepijn is een van de meest ernstige pijnen van allemaal. In sommige gevallen herhalen ze zich tot honderd keer per dag (vooral in de klassieke vorm van de ziekte). De hevige, stekende pijn veroorzaakt meestal een reflexieve spiertrekkingen van de gezichtsspieren. Daarom noemen artsen de aandoening ook wel tic douloureux (Frans voor ‘pijnlijke spiertrekkingen’).
- De huid van het gezicht aanraken (met de hand of door de wind)
- Spreken
- Tanden poetsen
- Kauwen en slikken
Uit angst voor een pijnaanval eten en drinken sommige patiënten zo min mogelijk. Als gevolg hiervan verliezen ze vaak (een gevaarlijke hoeveelheid) gewicht en ontwikkelen ze een vochttekort.
Soms zijn alle drie takken van de nervus trigeminus of beide helften van het gezicht aangetast en zijn er geen pijnvrije fasen tussen de aanvallen – met andere woorden, er is sprake van constante trigeminusneuralgie (volgens ICOP: type 2) met aanhoudende pijn.
Bovendien ervaren sommige patiënten sensorische stoornissen (bijvoorbeeld tintelingen, gevoelloosheid) in het gebied dat door de nervus trigeminus wordt verzorgd.
Trigeminusneuralgie: oorzaken
Afhankelijk van de oorzaak classificeert de International Headache Society (IHS) trigeminusneuralgie in drie vormen volgens de International Headache Classification (ICHD-3):
Klassieke trigeminusneuralgie
Bovendien is er meestal meer dan alleen contact tussen het vat en de zenuw: bij klassieke trigeminusneuralgie verdringt de aangetaste slagader ook de zenuw, waardoor deze verder geïrriteerd raakt en ontstekingen en disfunctie van de aangezichtszenuwen ontstaan.
Secundaire trigeminusneuralgie
- Ziekten waarbij de beschermende omhulsels van de zenuwvezels (myelineschedes) in het zenuwstelsel worden vernietigd (“demyeliniserende ziekten”): b.v. multiple sclerose (MS).
- Hersentumoren, vooral zogenaamde akoestische neuromen: dit zijn zeldzame, goedaardige tumoren van de gehoor- en vestibulaire zenuwen. Ze drukken op de nervus trigeminus of een aangrenzend bloedvat, zodat beide tegen elkaar worden gedrukt. Dit kan bovendien leiden tot ontsteking van de nervus trigeminus en veroorzaakt de pijn.
- Vasculaire misvormingen (angioom, aneurysma) in het gebied van de hersenstam
Patiënten met secundaire trigeminusneuralgie zijn gemiddeld jonger dan mensen met de klassieke vorm van de ziekte.
Idiopathische trigeminusneuralgie.
Bij idiopathische trigeminusneuralgie, die veel minder vaak voorkomt, kan geen andere ziekte of weefselverandering in betrokken bloedvaten en zenuwen worden geïdentificeerd als oorzaak van de symptomen (idiopathisch = zonder bekende oorzaak).
Trigeminusneuralgie: onderzoeken en diagnose
Niet elke pijn in het gezicht is trigeminusneuralgie. Problemen met het kaakgewricht, tandziekten of clusterhoofdpijn veroorzaken bijvoorbeeld ook pijn in het gezicht.
De eerste stap bij het vermoeden van trigeminusneuralgie is het afnemen van de medische geschiedenis van de patiënt: de arts vraagt de patiënt gedetailleerd naar zijn of haar klachten. Mogelijke vragen zijn:
- Waar heb je precies pijn?
- Hoe lang duurt de pijn?
- Hoe voel je de pijn, bijvoorbeeld zo scherp, drukkend, als een golf?
- Heeft u naast de pijn nog andere klachten, zoals gevoelsstoornissen in andere delen van het lichaam, gezichtsstoornissen, misselijkheid of braken?
Vervolgens voert de arts een lichamelijk onderzoek uit. Hij zal bijvoorbeeld controleren of het gevoel (de gevoeligheid) in het gezicht normaal is.
Verder onderzoek maakt vervolgens duidelijk of een uitlokkende ziekte al dan niet ten grondslag ligt aan de trigeminusneuralgie. Afhankelijk van de klachten voert de arts één of meerdere van de volgende onderzoeken uit:
Extractie en analyse van het hersenvocht: Met behulp van een dunne, fijne holle naald neemt de arts een monster van het hersenvocht (CSV) uit het wervelkanaal (CSF-punctie). In het laboratorium onderzoeken specialisten of de patiënt multiple sclerose heeft.
Computertomografie (CT):Hiermee onderzoeken artsen voornamelijk de benige structuren van de schedel. Eventuele pathologische veranderingen zijn een mogelijke oorzaak van de pijnaanvallen.
Elektrofysiologische onderzoeken: Deze omvatten bijvoorbeeld trigeminale SEP (controle van de werking van gevoelige zenuwbanen, bijvoorbeeld aanrakings- en druksensatie), controle van bijvoorbeeld ooglidsluitingsreflex en kauwreflex.
Overige onderzoeken: Aanvullend onderzoek kan nodig zijn, bijvoorbeeld bij een tandarts, orthodontist of KNO-arts.
Trigeminusneuralgie: beloop en prognose
Bij ongeveer een derde van de getroffenen blijft het zelfs bij een enkele aanval van trigeminusneuralgie. Bij de meeste mensen komen de aanvallen in het begin slechts af en toe voor, maar stapelen ze zich op in de loop van de tijd. Als de aanvallen toenemen of vaak achter elkaar voorkomen, is het te verwachten dat deze patiënten een overeenkomstig langere periode ziek zullen zijn en gedurende die tijd niet kunnen werken.
Met het juiste behandelplan kan de pijn van trigeminusneuralgie worden verminderd of verbannen, althans voor een tijdje. De ziekte kan momenteel echter niet volledig worden genezen. Ook is nog niet bekend of en hoe trigeminusneuralgie kan worden voorkomen.