Therapie | Endocarditis

Therapie

De behandeling wordt uitgevoerd met antibiotica, omdat het vaak wordt veroorzaakt door bacteriële pathogenen. Het is belangrijk om vroeg met de therapie te beginnen om complicaties van de infectie te voorkomen. Anders antibiotica worden gebruikt afhankelijk van of de getroffenen hart- klep is de eigen originele hartklep van de patiënt of een prothetische klep.

Bij endocarditis van de inheemse kleppen - dwz die van de patiënt hart- kleppen - bijvoorbeeld de antibiotica ampicilline-sulbactam, amoxicilline-clavulaanzuur, ciprofloxacine en gentamicine worden gebruikt. Dezelfde actieve ingrediënten worden gebruikt voor de behandeling als een klepprothese wordt aangetast na het eerste jaar na de operatie. In dit geval is de behandelingsduur gewoonlijk vier tot zes weken.

Als de klepbediening minder dan een jaar geleden is uitgevoerd en de bijbehorende hart- klep wordt dan beïnvloed door endocarditishebben de antibiotica vancomycine, rifampicine en gentamicine de voorkeur. Vancomycine en rifampicine worden gewoonlijk gedurende zes weken of langer toegediend, gentamicine gedurende ongeveer twee weken. De therapie van endocarditis moet intraveneus zijn, dwz de antibiotica worden direct in een ader door middel van een infuus.

Alleen op deze manier kan genoeg van de werkzame stof de hartkleppen zodat de bacteriën kan worden gedood. Dit komt doordat de hartkleppen zelf worden niet meegeleverd bloed en daarom bereiken de medicijnen hun werkingsplaats alleen via de bloedstroom door de hartholten. Dienovereenkomstig worden patiënten met endocarditis in het ziekenhuis behandeld.

Het succes van de therapie moet regelmatig worden gecontroleerd. Als de hartklep ernstig is aangetast, moet mogelijk chirurgisch herstel worden overwogen om complicaties te voorkomen. Anders kunnen delen van de gezwellen op de hartklep losraken en bijvoorbeeld beroertes veroorzaken.

Zelfs als er een dreiging van is hartfalen of andere complicaties, is chirurgische therapie vaak noodzakelijk. De richtlijn endocarditis wordt regelmatig herzien en aangepast aan de laatste medische kennis. De richtlijn bevat aanbevelingen voor de behandelende artsen van patiënten met de overeenkomstige ziekte en identificeert dienovereenkomstig de meest bewezen diagnostische en therapeutische maatregelen. De artsen zijn niet gebonden aan de richtlijnen, maar kunnen ze ook louter als leidraad gebruiken. De richtlijn geeft ook aanbevelingen voor profylaxe van endocarditis en belangrijke hygiënische maatregelen die in acht moeten worden genomen bij contact met patiënten met endocarditis. Het gebruik van de richtlijnen is bedoeld om de gestandaardiseerde zorg voor patiënten met verschillende ziekten in het algemeen te verbeteren door aanbevelingen voor diagnose en therapie beschikbaar te maken voor alle artsen in het hele land.