Teunisbloem

Oenothera biennis Avondbloem, nachtster, zoete wortel Tweejarig, tot 1 m hoog. Stam vaak roodachtig, hoekig. Bladeren langwerpig, getand, versmallend naar de stengel toe.

Geurige, felgele bloemen aan de basis van de bladeren. De bloemen gaan 's avonds open en worden bestoven door motten. Ze ontwikkelen zich tot vierkante vruchten met felle zaden.

Bloeitijd: juni tot oktober. Voorval: De teunisbloem komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en was een integraal onderdeel van de medicinale schat van de indianen. Slechts 200 jaar geleden kwam de teunisbloem naar Europa en is in het wild te vinden aan spoordijken, bermen en in natuurgebieden.

Ondertussen wordt de teunisbloem gekweekt voor medicinale doeleinden. Uit de zaden wint men vette olie met een ongewoon hoog gehalte aan gamma-linoleenzuur (10%). De bladeren van de teunisbloem worden geoogst als hij bloeit, de wortel in de herfst.

Gamma-linoleenzuur wordt aangetroffen in de zaden, de tannines in de bladeren en de teunisbloem is ook rijk aan zetmeel en mineralen. Lange tijd werd de teunisbloem nauwelijks opgemerkt, de volksgeneeskunde gebruikte de bladeren als middel tegen diarree vanwege hun tanninegehalte. De wortel werd opgegraven, gestoomd en als groente geconsumeerd.

Men geloofde dat zijn kracht zieke mensen hielp sneller te herstellen. Pas na de ontdekking van het gamma-linoleenzuur in de zaden kreeg de teunisbloem aandacht. Dit vetzuur is het uitgangspunt voor vitale bouwstenen in de menselijke stofwisseling en dient altijd in voldoende hoeveelheden te worden ingenomen.

met neurodermitis de olie van de teunisbloem brengt verlichting en vermindert zowel de symptomen als lichamelijke en psychische klachten van vrouwen vóór hun maandelijks menstruatie moet ook goed reageren op een behandeling met teunisbloemolie. Tot nu toe zijn er geen bijwerkingen van teunisbloemolie bekend.

  • Roodheid
  • Schalen en
  • Jeuk