Artrose van het schoudergewricht | Schouderpijn - de juiste fysiotherapie

Artrose van het schoudergewricht

In acromioclaviculair gewricht artrose, de verbinding tussen het uiteinde van de sleutelbeen en acromion wordt aangetast door slijtage. Het manifesteert zich als schouder pijn en beperkte beweging, vooral wanneer de arm zijwaarts wordt geheven. Daarom, zoals in de impingement syndroomkan een pijnlijke boog (pijnlijke boog) worden waargenomen.

Deze artrose (slijtage van het gewricht) is niet te genezen, maar fysiotherapie kan het bewegingsbereik van de schouder en de pijn Omdat vaak een zachte houding wordt aangenomen en het gewricht niet meer optimaal wordt geleid, is het doel hierbij de schouderspieren op te bouwen en de stabiliteit en beweeglijkheid van het gewricht te verbeteren. Verbetering van de schoudermobiliteit - Uitgangshouding: sta zijwaarts tegen een muur, met de aangedane schouder naar de muur gericht Uitvoering: Kruip met uw hand tegen de muur tot u bij uw pijn drempel, houd de positie op dit punt ongeveer vast Kruip dan langzaam weer 15 seconden naar beneden Variatie: Ga met je gezicht tegen de muur staan, herhaal de oefening vanuit deze startpositie Herhaal de oefening ongeveer. 15 keer Steun op een onstabiele ondergrond Startpositie: Kniel op een ondergrond, handen worden ondersteund op een onstabiele ondergrond Een onstabiele ondergrond is bijvoorbeeld: een minitrampoline, twee zachte ballen, een dik kussen of een dikke mat, ... Uitvoering: de ellebogen licht gebogen zijn, de handen ondersteunen zoals hierboven vermeld op de onstabiele ondergrond aangezien een verhoging gemakkelijk uit de ellebogen kan worden gesprongen, zodat lichte druk de schouder bereikt, houd de positie 30-60 seconden vast, 3 herhalingen met een korte pauze in tussen

  • Uitvoering: Kruip met je hand tegen de muur op tot je je pijngrens bereikt, houd de positie op deze plek ongeveer 15 seconden vast
  • Kruip dan langzaam weer naar beneden
  • Variatie: ga met je gezicht naar de muur staan, herhaal de oefening vanuit deze uitgangspositie
  • Herhaal de oefening ongeveer 15 keer
  • Uitgangshouding: geknield op een steun, handen worden ondersteund op een onstabiele ondergrond
  • Een onstabiele ondergrond is bijvoorbeeld: een minitrampoline, twee zachte ballen, een dik kussen of een dikke mat, ...
  • Uitvoering: ellebogen zijn licht gebogen, handen steunen op de onstabiele ondergrond zoals hierboven vermeld
  • Ter verbetering kunnen de ellebogen iets uitspringen, zodat er lichte druk op de schouder wordt uitgeoefend
  • Houd de positie 30-60 seconden vast, 3 herhalingen met een korte pauze ertussen