Schouderartrose | Schouderprothese - nazorg fysiotherapie

Schouderartrose

De slijtage van de schoudergewricht, dwz schouder artrose, is een proces waarbij het bot in de loop der jaren steeds meer wordt versleten. Milde vormen van schouder artrose kan meestal conservatief worden behandeld. Als het artrose is geavanceerder of geassocieerd met ernstig pijn en beperkte mobiliteit is een schouderprothese een verstandige oplossing.

Er zijn verschillende implantaten beschikbaar, afhankelijk van het type en de progressie van schouder artrose.

  • Oppervlaktevervanging: Deze prothese is slechts een vervanging van de humerus hoofd en glenoïde holte. Het is geschikt voor milde vormen van artrose waarbij er geen grote botschade is
  • Stamprothese: Deze prothese heeft een langere steel op de humeruscomponent voor een betere stabiliteit. Dit type prothese is geschikt voor grotere gewrichtsschade en slechtere botkwaliteit.
  • Inverse schouderprothese: Bij dit type prothese wordt de natuurlijke structuur van de schouder omgekeerd door een trogachtige prothese aan de humerus te bevestigen hoofd en een halve bol naar de glenoïdholte. De rotatie maakt de schoudergewricht stabieler, aangezien dit type prothese voornamelijk wordt gebruikt bij ernstige blessures / slijtage waar spieren en pezen zijn ook getroffen.

Samengevat

Over het algemeen is het genezingsperspectief na een schouderprothese erg goed. Fysiotherapie speelt een essentiële rol bij de nabehandeling om de patiënt zo goed mogelijk terug te brengen in het dagelijkse leven. In het ideale geval begint de fysiotherapie zelfs vóór de eigenlijke operatie om het gewricht daarna zo snel mogelijk weer in beweging en mobiel te krijgen. Gericht coördinatie, mobiliteits- en krachtoefeningen vormen een integraal onderdeel van de therapie. Afhankelijk van de prothese en het individu medische geschiedenis, een opleidingsplan wordt voor elke patiënt opgesteld om de vervolgbehandeling erna te helpen reguleren de schouderprothese.